Labels

zaterdag 19 september 2020

Alles stroomt


Signac: “Soleil couchant, pêche à la sardine, Concarneau, Opus 221 (Adagio)”, 1891

Ik moet eigenlijk wat snoeien, maar het is weer veel te warm vandaag. Ik zak neer in een tuinstoel en blader wat in een bundel van Deelder. Ik heb zijn verzen altijd wel kunnen waarderen, wat de echte literatuurwereld er ook van moge vinden. Ergens zit overeenschap. En nu is hij dood. Ik lees zijn mooie gedicht Vogelvrij en voel zelfs iets van verdriet:

Soms, al dromend kan ik vliegen
en al vliegend ben ik vrij
Niets te willen
Niets te weten
Niets te moeten
dan er zijn
Onder mij zie ik het stromen
in een zuiver perspectief
Boven mij een onafzienbaar
peilloos diep, onpeilbaar niets
Soms, al wakend kan ik voelen
als een vogel in mijn droom
Hoe het is om niets te hoeven
en te zien hoe alles stroomt.


Dan roept mijn vrouw of ik aan het eten wil beginnen. Het is zaterdag. Ik snij de ui en tomaat en maak sla met gebakken aardappeltjes. Lekker. Mooi weer. Buiten gegeten, half september. Het leven is goed. Met Jules in de hemel, die ziet dat alles stroomt.