Labels

woensdag 16 september 2020

Bevoorrechte positie


Gerard Hoet: “Portret van de familie Quarles”, 103,5 x 156,5, olieverf op linnen, 1726-27, Haags Historisch Museum

Hoe een ouderwets schilderij toch heel mooi kan zijn.

In 2016 verwierf het Haags Historisch Museum op een Franse veiling het schilderij “Portret van de familie Quarles” van Gerard Hoet. Ik was verrast door de reden tot aankoop: nadat was vastgesteld dat het huis rechts op de achtergrond de Voorburgse buitenplaats Vrijburg betrof, aan het einde van de achttiende eeuw gesloopt, was het niet moeilijk te achterhalen dat het om de familie Quarles ging: Pieter, Cornelia en hun zonen Willem en Lodewijk. De familie Quarles had naast dit imposante buiten ook een stadswoning aan de Lange Houtstraat te Den Haag, waar dit schilderij jarenlang moet hebben gehangen, zo bleek. En die Lange Houtstraat lag en ligt nog steeds op slechts een steenworp afstand van het museum. Leuke coïncidentie. Nog leuker dat ze die coïncidentie bij het museum hebben gezien. Bijna een thuiskomen.

Twee weken geleden voer ik een middag met vrouw en vrienden op een pontje over de Vecht, langs al haar prachtige buitens. Ik kijk naar het schilderij en zie de familie Quarles er in de winter bij het haardvuur naar kijken, dromend dat het weer lente wordt, dat ze weer kunnen jagen, thee drinken, genieten van hun bevoorrechte positie. Wat dat betekent merk je pas als je over de Vecht vaart. Zouden ze het zich bewust zijn geweest? Die bevoorrechte positie? Of als een vanzelfsprekendheid aanvaard hebben? Tegenwoordig heeft dat een andere connotatie, bevoorrechte positie. Breder in de wereld, het welvarende westen. Varend over de Vecht voelde het prima om ook weer naar huis te gaan. Kijkend naar het portret van de familie Quarles realiseer ik me dat ik een bevoorrecht mens ben. Meer nog wellicht dan de adel uit vroeger tijden, die meende dat het zo hoorde.