Wouwerman, “De schimmel”, 1846 |
Ik ben nogal reflectief van aard, niet iemand die altijd direct het goede antwoord klaar heeft, niet zo goed in debatteren. Liever heb ik even tijd nodig om te denken. Meestal weet ik pas achteraf, wanneer ik ergens de deur uitloop, wat ik eigenlijk had moeten zeggen. Als ik in de auto zit, terug naar huis. Dan herhaal ik alles nog eens voor mezelf, in een lange monoloog. Als het te laat is. Zoals altijd alles te laat is, en in feite nooit is gekomen.
Is dat erg? Een gebrek? Acht wat! Laat mij maar in de auto na-debatteren. Dat is prima zo. Wie het laatst lacht lacht het best. Ook al is het in mijn eentje.