Ik streed in mijn denken
een stevig gevecht,
Waaraan ik stilaan te lang had geleden,
Toen heb in denken
de woorden gezegd,
Die weergalmen uit verder verleden,
Ik heb in mijn denken
verdeeldheid beslecht,
Die ik eerder zo vaak heb vermeden,
Ik heb ik mijn denken
het water verlegd,
En de beek stroomt weer kalm naar beneden.