Paul Bodifée, “Voorjaar”, 1898 |
En we zaten weer stil en dachten eraan dat wij geen reden van bestaan hadden.
(Nescio, Mene Tekel)
Andermaal lees ik Irvin D. Yalom. Over zinloosheid en acceptatie, zonder dat je het weet. Berusting noem ik het zelf. Nescio wist het allang. Die zogenaamde existentiële pijn zit er nu eenmaal “en daar helpt geen mallemoer aan”, zou hij gezegd hebben. Als de confrontatie onvermijdelijk is kun je die het beste in je eigen hoekje bestrijden. Met schrijverijtjes bijvoorbeeld, zoals hier. En verder natuurlijk gewoon doorleven. Want het leven moet door, dat is het enige wat telt. Als de kinderen aan de overkant zijn ga je fietsen. Genieten van het zonnetje. Meer kun je niet doen. Yalom weet dat. Nescio wist het al langer.