Caroline negentien, ik drie jaar jonger. Ik onbeduidend, Caroline onbereikbaar. Onwetend van mijn bestaan. Van mijn adolescentenverlangen en verre idealen. Van sprookjes die niet bestonden. Van Weltschmerz en vergeten projecties. Van een wereld die nooit kon bestaan, anders dan in mijn brein dat zich vormde, veranderde, maar ook weer niet. Nooit helemaal!
Soms komt de ervaring terug, plotseling, bij een oude foto, bij het opruimen van de zolder. Vijfenveertig jaar in een seconde. De dromen die niet werden bewaarheid. Of toch wel. Caroline weet nog steeds niet van mijn bestaan en ik ben haar schier vergeten. Maar nooit helemaal. Op het hogere plan komt alles toch weer bij elkaar. Wie kan het weten! Niemand kan het weten.