Labels

dinsdag 2 februari 2021

Marlène’s benen

 
Milton Greene, “Marlène Dietrichs benen”, 1952

“Had mijn vrouw maar één zo’n been”, sprak Godfried Bomans.
Darling, the legs aren’t so beautiful, I just know what to do with them”, sprak Marlène.

Alles is perspectief.


Marlène Dietrich in 1952. Ik was er nog niet. Ik weet nog wel dat ik hoorde van haar overlijden, veertig jaar later. Soms verbaas je je dat levens zo lang kunnen overlappen en toch zo ver uit elkaar lijken te liggen. Madonna avant la lettre, toevallig de juiste keuze gemaakt. Of misschien ook niet toevallig. Wat weet ik ervan? Wat doet het ertoe? Als je Dietrich heet en in de Blauwe engel hebt gespeeld is alles goed. Voor mij wel.

Duitse vrouwen zijn beter dan Amerikaanse. Twee generaties in Amerika en het goede is verloren. Als bij Madonna, die niet is maar wil worden. De aristocratische arrogantie red het niet in een land waar je overal voor moet strijden, ambitie hoort te hebben. Nooit kan het er gewoon zijn, als vanzelf, altijd geweest. Het verdwijnt. Zoals in Europa alles verdwijnt in decadentie en teloorgang. En ook dat heeft met taal te maken. Als alles.

Maar ook in de teloorgang schuilt aantrekkingskracht. In Europa van vandaag. In Marlène in 1952. Om uiteindelijk toch te capituleren. Het is de doem van het leven. Onze ongelijke strijd. Vooralsnog is er niets aan te doen.

Enkel de herinnering. Enkel soms de beelden.


Nog eentje, zelfde jaar, zelfde sessie