Labels

maandag 1 februari 2021

Knieval in Duits

  
In 1964 was Marlène Dietrich in Moskou. Toen haar gevraagd werd wat ze nog
wilde. zien gaf ze tot ieders verbazing aan dat ze de schrijver Paustovski zou willen
ontmoeten, die toen nog schier onbekend was. Ze bewonderde met name diens novelle
“Het telegram”. Toen ze hem in het schrijvershuis trof maakte ze spontaan een knieval.

„Hunderte von Wegen kreuzen sich, und zufällig treffen sich Menschen, ohne zu wissen, daß ihr ganzes früheres Leben eine Vorbereitung für diese Begegnung war. Wahrscheinlichkeitstheorie. Anwendbar auf menschliche Herzen. Für die Dummen ist alles einfach."

Citaat van Paustovski. Eind jaren tachtig tikte ik voor een prikkie in een Utrechts antiquariaat diens Erzählungen vom Leben op de kop, in zes pockets, in het Duits. Op weg naar huis begon ik al te lezen, in de trein. Binnen zes weken las ik ze uit en nog steeds liggen ze verankerd in mijn weemoedige hart. Later kocht ik de serie fasegewijs in de privé domein reeks en uiteindelijk ruimde ik, om plaats te maken, wat af en toe nodig is, de Duitse boekjes op. Dat had ik nooit moeten doen.

Er ligt een merkwaardig verband tussen mijn zieleroerselen en de Duitse taal. Hoe goed ook in het Nederlands vertaald, Paustovski komt bij mij beter binnen in de melancholische klanken van onze oosterburen. Er zit een soort van aristocratische arrogantie in, een subtiele afstand die ik nodig heb om te overleven.  Ook Hamsuns verzamelde werken bezit ik in het Duits en roert me tot tranen. Recent kocht ik een bundel gedichten van Hölderlin in de Perpetua reeks waar de Duitse originelen niet bij stonden. Zo jammer!

Ooit had ik een korte vakantieliefde in Torremolinos, hoogblond was ze, Regina, Tochter eines Försters uit Heidelberg. Ze was verbaasd hoe vloeiend ik Duits sprak. “Who hasst du denn das doch gelernd?” “In der Schule”, heb ik toen geantwoord. Maar ook toen al las ik boeken in het Duits. Aus dem Leben eines Taugenichts. Dat kan alleen maar in het Duits. Mijn kompanen snapte niet dat ik zo’n boekje bij me had. Die keken alleen naar Bonanza. En naar de meisjes op het strand.