Labels

donderdag 21 mei 2020

Door schoonheid gedreven



Kees van Dongen, “De vinger aan de wang”, 1910

Kees van Dongen (1877-1968) was een vrouwenliefhebber. Vanaf 1906 schilderde hij eigenlijk alleen nog maar portretten van vrouwen, altijd sensueel, in fauvistisch-felle kleuren. Zijn atelierfeestjes in de jaren twintig, bevolkt met allemaal mooie society-dames, gingen over ieders lip..

De vinger aan de wang uit 1910 toont een Spaanse vrouw met omslagdoek en waaier. De aandacht wordt direct getrokken door de grote ogen, waarbij opvallend is dat hij het glimlicht heeft uitgespaard, niet als laatste heeft geschilderd. Het portret werd in 1911 voor het eerst tentoongesteld in de Parijse galerie Bernheim-Jeune. Op de spraakmakende Salon des Indépendants van 1911 hing het vervolgens naast de kubistische schilderijen van Gleizes, Delaunay en Léger in zaal XLI. De kubisten hoopten stiekem met dit figuratieve werk het contrast met hun vernieuwende werken te onderstrepen. Van Dongens stijl zou hebben afgedaan. Het portret werd echter tegen de bedoeling in buitengewoon goed ontvangen en met zijn felle tonale kleurenpalet als een waardig alternatief gezien voor het theoretische kubisme. 

Het kubisme zou het fauvisme uiteindelijk snel overvleugelen. Een groot deel van de vorige eeuw moest kunst verplicht modernistisch zijn. Van Dongen hield echter in de basis vast aan zijn bekende stijl waarmee hij in Parijs was begonnen, een beetje vergelijkbaar met Matisse. Ik denk dat hij teveel geobsedeerd was door de schoonheid van vrouwen om ze met abstractie te benaderen. Andermaal: een beetje net als Matisse. Picasso was zijn vriend en bleef Van Dongen altijd waarderen. Ook dat had met hun beider liefde voor vrouwen te maken. Met Matisse maakte Picasso ruzie, om zich telkens weer te verzoenen. En ook dat had met hun beider liefde voor vrouwen te maken. Zoals veel in de kunst, alles wellicht, in welke stijl dan ook.