Labels

maandag 4 mei 2020

De koffer van Karel van Gelderen


Prentbriefkaart van het ‘Orchestre Sara Lessing’ in Grand-Café-Restaurant D.M. van Vlugt aan de Bezuidenhoutseweg 13, ca. 1930. De violiste is Sara Lessing, aan de piano haar man Karel Nathan van Gelderen, de cellist is haar broer Joop Lessing. 
Rechts in de hoek de microfoon van de Haagse Telefoon Radio (foto collectie Joods Historisch Museum)

Een jaar of vier geleden was ik in Auschwitz. Ook in mei. We sjouwden achter de gids aan door de eenvormige barakken. Wat beklijft zijn de details. De uitbaters weten dat.

Een hele gang met koffers achter een glazen afscheiding. Links in de hoek ligt een grote bruine met in koeieletters Karel van Gelderen erop gekalkt, ooit in de hoop dat de spullen nog eens terug gevonden zouden worden. De koffer is nooit meer opgehaald. Niemand wacht meer op Karel van Gelderen.

Het leed van Auschwitz is te groot om te bevatten. De volgende dag schijnt de zon en heb je het weer gezellig tijdens een fietstocht door Krakau. Daar kan niemand zich schuldig over voelen. Wie kan zich überhaupt nog schuldig voelen, als het om de oorlog gaat.

Maar de naam Karel van Gelderen is blijven hangen. Ik zocht op internet, maar veel was niet te vinden. De Stichting Joods erfgoed schrijft iets over zijn vrouw Sara Lessing (1905-1944), violiste, vaak optredend onder haar artiestennaam Ilona Palmay. Ilona had een zekere faam en trad eind jaren twintig zelfs op in het Colisium Theatre te Londen. Met haar man Karel, haar broer Joop en een enkele andere vormden ze een orkest. Begin jaren dertig speelden ze een poosje met veel succes in het Cabaret Hollandais aan de Dagelijkse Groenmarkt te Den Haag, woonplaats van het echtpaar. Karel op piano, Sara was de ster en dirigeerde. Er zaten veel Joden in het entertainment toentertijd. Maar niemand weet dat nog.

Karel Nathan van Gelderen werd in 1899 geboren in Rotterdam als zoon van Isaak van Gelderen en Eva van Zwanenburg. In 1901 werd zus Aaltje geboren. Vader overleed in 1934, moeder Eva en zus Aaltje kwamen net als Karel om in Auschwitz. Ook Sara zou Auschwitz niet overleven, in tegenstelling tot broer Joop; die speelde cello in het kamporkest, wat zijn redding is geweest. Toen de nazi’s eind 1944 in zogenoemde dodenmarsen hun gevangenen vanuit Auschwitz naar Duitsland transporteerden, zag Joop zijn zwager Karel langs de weg liggen, zo vertelde hij kort na de oorlog aan zijn zoon. Verder werd er niet meer over gesproken. Karel werd vergeten.

Zijn koffer staat nog altijd te wachten.