Thomas Hovenden, “Portet van de kunstenaar in zijn studio”, 1875 |
Thomas Hovenden (1840-1895) studeerde aan de National Academy of Design te New York, waar hij op jonge leeftijd al vier keer een schilderij mocht exposeren, op grond van zijn bijzonder talent. In 1874 vertrok hij ter voltooiing van zijn studies met een beurs naar Parijs. In oktober werd hij toegelaten tot het atelier van de bekende leermeester Alexandre Cabanel. Het eerste werk dat hij Cabanel toonde was een zelfportret in zijn studio, eerder geprezen door de National Academy. Zie hieronder. Tot zijn teleurstelling toonder Cabanel zich echter erg ontevreden. Hij was vooral niet te spreken over Hovendens techniek en stond hem de eerste tien maanden niet toe om een penseel aan te raken. Eerst moest hij zijn tekenvaardigheid verbeteren. Na die eerste tien maanden maakte Hovenden een nieuwe zelfportret in zijn studio, hierboven getoond. Het laat zien waarom Amerikaanse kunstenaars in die tijd naar Parijs trokken. De kwaliteit schiet met reuzensprongen vooruit. De verkorting van de benen geeft een prachtige dieptewerking die zorgt voor een opvallende levendigheid, in een uitstraling die het midden houdt tussen intensiteit en nonchalance. Ineens is het meer dan een platte, emotieloze weergave van een jaar eerder, maar zien we een levende bohemische figuur, waarin we de kunstenaar herkennen zoals hij toen daadwerkelijk moet hebben geleefd. Zoals ik zelf zou willen dat ik op die leeftijd had geleefd. Werkelijkheid en verbeelding. Zo herken je kunst!
Een van de mooiste zelfportretten die ik ken!
Hovenden keerde in 1880 terug naar de Verenigde Staten. Hij maakte naam als schilder van Afro-Amerikaanse mensen. In 1895 overleed hij, 54 jaar oud, toen hij een tienjarig meisje probeerde te redden die bij een spoorwegovergang onder een locomotief dreigde te komen. Beiden werden overreden.
Zelfportret uit 1870-1871 |