Alfred Eisenstaedt, “Ballerina’s van de Opera van Parijs, tijdens een repetitie van het Zwanenmeer”, 1930 |
Ballet heeft altijd een bijzondere aantrekkingskracht op mij gehad. Als schouwspel, wel te verstaan. De gratie, de tutu’s, de slankheid en souplesse van de ballerina’s. De Ballets Russes, de Stervende Zwaan, Prélude à l'àpres-midi d’une faune, Tamara Toumanova, Tamara Karsavina. Het biedt troost in een wereld van onheil en onverschilligheid, een alternatieve ervaring, een sprookje binnen handbereik. Vroeger en nu. Want het is er nog steeds, voor een verdwijnend publiek.
Met mijn schoonzusje zou ik naar het Zwanenmeer gaan. Nu gaat het niet meer. Sommige mensen begrijpen het. Sommigen gingen ons voor. Edgar Degas ging ons voor. Maar ook Alfred Eisenstaedt, over wie ik al eerder schreef. In 1930 maakte hij een reeks foto’s van repetities voor Swann Lake, bij het ballet van de Opera van Parijs. Op de zolder in een donkere toren. In de krochten van een ander leven. Verdwenen in de sluier van de tijd. Verdwenen in de diepte van mijn ziel. Hervonden op een mooie dag in een sombere tijd. Juist dan. Juist nu.