Labels

zondag 26 april 2020

Candy’s masker


 
Peter Hujar, “Candy on her deathbed”, De stervende dragqueen Candy Darling, 1974


I was not meant for this world. 
I don’t know. 
All I know is, I love, and I am not loved. 
I do not know happiness. I know despair, loneliness...


De laatste CD die ik kocht was van Anthony and the Johnsons, met de coverfoto van Candy Darling.

Candy werd in 1944 geboren als James Chaterley in Queens, als zoon van een gewelddadige alcoholische vader. James voelde zich meisje, gaf zich in de tienerjaren over aan cross dressing, ging begin jaren zestig naar gay bars in New York en gebruikte hormooninjecties om er vrouwelijker uit te zien. In 1967 ontmoette Candy Andy Warholl, wiens protégé ze werd. Voor een tijdje, als vaker bij Warhol. Ze speelde in twee van zijn films, bleek een getalenteerd actrice, maar toen ze vervolgens niet meer in zijn artistieke visie paste had geen enkele filmmaker haar als tranny nog nodig. De songs die Lou Reed over haar schreef gingen enkel over teloorgang.

Candy overleed in maart 1974 aan non hodgkin, veroorzaakt door een verboden hormoonbehandeling. Peter Hujar maakte in haar laatste dagen een even prachtige als bizarre fotoserie op haar sterfbed. Ziek zijn was ook een rol om te spelen. Ze zei dat ze ze het niet heel om dood te gaan. In een briefje dat ze achterliet schreef ze dat ze zich leeg en verveeld voelde, en de wil om te leven al een tijdje verloren had. Ze had verdriet over de volhardende afwijzing door haar ouders. Verdriet om haar nooit vervulde liefde. Dat verdriet is zichtbaar op de foto’s, door alle schoonheid heen. Zichtbaar in de keuzes die ze maakte in het leven.

Voelbaar in de muziek van Anthony, die ik op heb staan terwijl ik dit schrijf. Voelbaar in een diep verborgen gevoel, in het diepst van zijn wezen. Van haar wezen. “I was Born a girl”. De vervreemding, de eenzaamheid, het masker dat we dragen. Een gevoel dat er niet uit mag, maar dat ik wel herken, hoe weinig ik ook heb met transgenders.