Labels

woensdag 18 december 2019

Altijd weer Nadja



 
Foto Jean-André Boiffard, illustratie bij Nadja, 1928

Een spel: sluit je ogen en zeg iets, hardop, wat je maar wil, een nummer, een naam. Zoals (nu sluit ze haar ogen): twee, twee wat? Twee vrouwen. Hoe zien ze eruit? In zwarte kleren. Waar zijn ze? In een park.... en dan, wat zijn ze aan het don? Probeer het, het is zo makkelijk, waarom wil je niet spelen? Weet je, dat is hoe ik in mezelf praat als ik alleen ben. Ik vertel mezelf allerlei verhalen. En niet alleen domme verhaaltjes: eigenlijk is dit hoe ik zo’n beetje leef. Elke dag.

Citaat van AndrĂ© Breton, uit Nadja. Doet me denken aan mijn eigen schrijverijtjes. Nadja is de literaire liefde van mijn jonge jaren, toen ik nog alles bij elkaar las. Nadja was op alles van toepassing toentertijd. Overal was wel een citaat voor. Overal las ik Nadja. In de volgestouwde bus, het ritselende gras bij de kikkersloot, de bank achter het schuurtje. Alle meisjes die Nadja heetten waren mooi, toen tenminste. En nog steeds, eigenlijk. Nog altijd kan ik het voelen. Op Wikipedia schreef ik een lemma waar ik trots op ben, vanuit mijn hart, zoals het eigenlijk niet kan, leunend op citaten. Net als op deze pagina.

Het menselijk hart, mooi als een seismograaf.

De schoonheid zal verkrampt zijn, of ze zal niet zijn.

Mooi toch?