|
Tafereel uit de Tour de France 1921 |
Tegenwoordig staat alles wat je als wielrenner tijdens de Tour de France tot je neemt onder controle. Niet alleen doping natuurlijk, maar alles wat je eet en drinkt is door de ploegleiding nauwkeurig uitgedokterd. Een kleine honderd jaar geleden, in 1921, was dat nog anders. Op bovenstaande foto zitten de Zwitserse coureurs Henri Collé en Charles Parel op de drempel van een lokaal café in het noord-Franse Dalstein, nabij het drielandenpunt met Luxemburg en Duitsland. Met de reservebanden om de schouders werken ze een stevige pul bier naar binnen. Een groep kinderen kijkt toe, terwijl achter de renners, in de deuropening, enkele klanten (of wellicht de eigenaars) in de camera kijken.
De onbekende fotograaf, wellicht werkend voor een krant of tijdschrift, vangt een volledig ontspannen en natuurlijk tafereel. Het is gewoon gezellig, vol “joi de vivre”, bijna als bij de vierdaagse. Dat wil echter niet zeggen dat de Tour in die dagen alleen voor het plezier werd verreden. De Tour, in 1903 uit promotieoverwegingen gestart door Henri Legrange, uitgever van L’Auto-Velo, was een groots gebeuren in Frankrijk en in 1921 inmiddels ook daarbuiten. Het was telkenjare een drie weken durend feest waaraan alle mensen die woonden in de nabijheid van de route deel hadden.
De twee renners op de foto streden met hun grote pint bier in de handen niet om de winst, maar behoorden wel tot de 38 renners die Parijs haalden. Collé werd 17e, Parels 29e. Winnaar dat jaar werd de Belg Léon Scieur. Zijn landgenoot Hector Hector Heusghem werd tweede op 18.36 minuten. Zeven Belgen eindigden bij de eerste tien. Tussen 1912 en 1922 kwamen alle winnaars van de Tour uit België.
|
Léon Scieur tijdens de door hem gewonnen Tour van 1921 op L’Aubisque |
|
Hector Heusghem met volgauto op de Peyresourde,
tijdens de door hem gewonnen zesde etappe |
|
|