Labels

zaterdag 19 juni 2021

Voor mij ligt dat anders

 
Illustratie bij Ivan Iljitsj door Repin, 1896


Als ik dan toch met Tolstojs werken bezig ben nog maar een citaat, uit Ivan Iljitsj deze keer:

     Dat voorbeeld van een syllogisme, dat hij in de logica van Kiesewetter had geleerd: Kaj is een mens, mensen zijn sterfelijk, dus Kaj is sterfelijk, had hem zijn hele leven juist geleken voor zover het Kaj betrof, maar niet hemzelf. Kaj was een mens, een mens in het algemeen, dat klopte; maar hij was Kaj niet en geen mens in het algemeen, hij was altijd een heel ander wezen dan alle anderen geweest; hij was Vanja, met mama en papa, met Mitja en Volodja, met zijn speelgoed, de koetsier met zijn kindermeid, daarna met Katenka, met alle vreugde, verdrietigheden en verrukkingen van zijn vroegste kindertijd en jeugd. Had Kaj de geur gekend van die leren bal, waar Vanja zo van hield? Had Kaj zo de hand van zijn moeder gekust en hadden de zijden plooien van de jurk van zijn moeder voor Kaj zo geritseld? Was Kaj op de Academie zo in opstand gekomen vanwege de pasteitjes? Was Kaj ooit zo verliefd geweest? Kon Kaj een zitting leiden zoals hij?
     Natuurlijk is Kaj sterfelijk en als hij doodgaat, dan is dat in orde, maar voor mij Vanja, Ivan Iljitsj, ligt dat heel anders. Het kan gewoon niet dat ik moet doodgaan. Dat zou te erg zijn.
     Dat was hoe hij het voelde.

“Dat ik doodga moet altijd eerst nog bewezen worden”, scheef Harry Mulisch. Een eeuwige waarheid, zo lang als je leeft. “Dood zijn kun je nog zo lang”, zei zijn vriend Hans van Mierlo, toen hem aan het einde van zijn leven gevraagd werd of hij ooit euthanasie had overwogen. Nóg meer eeuwigheid in een simpele waarheid.