Labels

zaterdag 5 juni 2021

Venus en Sylphide

 
Matisse, 1926
Botticelli, ca. 1483


Alicia Markova (1910-2004) werd op dertienjarige leeftijd als in een Londense balletschool gespot door Sergej Djagilev. Toen ze net een maand veertien was sloot ze zich al aan bij diens Ballets Russes in Monte Carlo en belandde ze in een wereld met grootheden als Igor Stravinsky, Chanel, Cocteau, Matisse. Met name de laatste was helemaal verrukt van het jonge verlegen sterretje. Hij introduceerde haar in de moderne kunst en schonk haar een zelfportretje dat na haar overlijden werd teruggevonden in haar nalatenschap. “Ome Henri” noemde Alicia hem. Amper zestien jaar oud vereeuwigde Matisse haar in een portret dat hij vernoemde naar zijn favoriete balletuitvoering: Sylphide.

Ik kijk naar Matisse’s portret van Markova en herken iets van Botticelli in haar, van Venus. Ik zie de schelp van haar rok. De houding van haar lichaam. Als ik er wat foto’s bij zoek herken het nog meer. Matisse moet dat al vroeg gezien hebben, meteen, is het blijven zien want ook later zou hij haar nog schilderen, uitsneden maken toen hij nauwelijks nog kon zien. Het goddelijke openbaart zich altijd vroeg. Kunstenaars zien dat. Koesteren dat voor de rest van hun leven.