Labels

zondag 2 augustus 2020

Der ramp van Roméo Dumoulin


Dumoulin, “Louise op 22-jarige leeftijd”
Isaac Israëls, “Naakt voor zonnebloemen

























Roméo Dumoulin (Doornik 1883 - Brussel 1944) behoort niet tot de canon van de Belgische schilderkunst. Hij werd vooral aangetrokken tot het pittoreske en het humoristische. In zijn serieuzere werk noemde hij zich luminist. Het was aardig, maar niet bijzonder. Geen Kröyer, geen Pissarro, geen Israëls, ook al zie ik de parallellen. Net niet. Bovenstaand naakt, een vroeg werk, kreeg van het veilinghuis ooit een richtprijs mee van 500-700 euro. Daar haal je Wikipedia nog niet eens mee.

Dumoulin is wel om een andere reden bijzonder. Er overkwam hem een persoonlijke ramp. In mei 1940 exposeerde hij in Rotterdam, in de kunstzaal van de gebroeders Koch aan de Noord-Blaak. De tentoonstelling wordt aangekondigd in het Rotterdams Nieuwsblad van 9 mei, daags voor de oorlog (kunstnieuws, zesde blad, pagina 1). Op 14 mei het bombardement. Alles ging in vlammen op. Vijftig van zijn beste werken in de vlammenzee, jarenlange arbeid, zijn levenstrots, in een klap alles weg. Met terugwerkende kracht zou je medelijden krijgen. Vier jaar later was hij dood. Een ellendige oorlog moet dat zijn geweest.


Dumoulin, “Vrouw in bloementuin”


Kröyer, “Rozen


Dumoulin, “Het huis van mijn moeder”























































Pissarro, “Côtes deS Boeufs â l’Hermitage