Labels

vrijdag 10 januari 2020

Gemiste troost



Caspar David Friedrich, “Kreidefelsen auf Rügen”, 1818

Vertel me wat dit leven de moeite waard maakt. Waarin vinden we schoonheid, en is er over die schoonheid ook nog iets te beweren? Waardoor worden we getroost? Wat zijn de herinneringen of verwachtingen die groter zijn dan ons verdriet?

Zo werd het aangekondigd. Televisiemaker Wim Kayzer begon rond het jaar 2000 zijn - dacht ik -veelbelovende project “Van de schoonheid en van de troost”. Een hele reeks diepteinterviews met grote denkers en schrijvers uit onze tijd. George Steiner, Giörgi Konrád, Simon Schama, Rutger Kopland, John Maxwell Coetzee. Hij legde ze de grote vragen des levens voor.

De afleveringen duurden lang, dat staat me vooral nog bij, mogelijk omdat ze zo teleurstellend waren. Ik herinner me eigenlijk alleen het interview met Coetzee. Kayzer was meer met zijn  programma bezig, met plaatjes en one-liners, niet met Coetzee als schrijver, denker. 

Coetzee is een trage denker, iemand die voortdurend reflecteert. Dat lees je in zijn boeken, die soms bijna meditatief aanvoelen. Kayzer voelde dat niet aan. “That’s a difficult question”, hoor ik Coetzee nog peinzend zeggen, “I have to thing about that”. Kayzer haakte niet aan, die die ging maar door, vissen naar antwoorden zonder de diepte te zien. Ik kneep mijn tenen samen. Vooral toen Kayzer op Diaz Beach “Al die willen te Kaapren varen” begon te zingen.

Ik herinner me dat Coetzee via zijn personnage Elisabeth Costello op indringende en eenvoudig-zuivere wijze ingaat op de vraag of mensen zonder kinderen hebben iets essentieels hebben gemist in het leven. Misschien ligt daar wel een antwoord. Een van de vele. Er liggen zoveel antwoorden in zijn werk. Kayzer heeft ze niet gevonden. Mogelijk nooit gelezen.

“Bent u een perfectionist?” vroeg Kayzer aan Coetzee. “Ik zou graag een perfectionist willen zijn”, was het geniale antwoord. Het enige juiste antwoord van de echte perfectionist. Kayzer was in elk geval niet de relativerende perfectionist waarop ik gehoopt had. Hoe jammer eigenlijk. Gemiste kans. Hoeveel beter had ik dat kunnen doen, heb ik vaak gedacht. Hoe jammer van mijn verloren talent!