Albrecht Altdorfer, “Stad aan een meer”, ets, ca. 1520, 15,5 x 155 cm, Albertina Wenen |
In een boek met grafisch werk van de Albertinasammlung Wien en het Rijksprentenkabinet kom ik deze ets van Altdorfer tegen. Het voelt als een déja vue. Alsof mijn grondgevoel als een stoffig oud boek wordt hervonden.
Ineens denk ik aan Eichendorffs “Aus dem Leben eines Tauchenichts”. Meer als veertig jaar geleden las ik het voor mijn Duitse boekenlijst. Het past bij mijn levensgevoel, als jongeling, net als de zwerverromans van Van Schendel. Ik was bijna vergeten hoe mooi ik het toen vond. Zo mooi dat ik het later nog eens herlezen heb, in een mooie uitgave, met plaatjes, dat ik zojuist niet meer terug kon vinden. Romantiek. “Es schläft ein Lied in allen Dingen”. Al vroeg was ik romanticus. De weemoed van de ets van Altdorfer voert me terug tot de Taugenichts, en de Italië-reis die we samen maakten. En dan weet ik dat ik nog altijd diezelfde romanticus ben.
Als ik het boek weer terug vind ga ik het weer herlezen, besluit ik. Niemand leest nog Eichendorff. Niemand leeest nog Van Schendel. Voor 25 euro kocht ik zijn verzamelde werken. Niet meer van deze tijd, zal gezegd worden. Voor mij voor alle tijden. Hoeveel ouder kun je worden in dit leven?.
Iedereen is zo gelukkig, en niemand die ooit aan je gedacht heeft. Dat verbaast me elke keer weer, waar ik ook kom. Iedereen bezet zijn eigen plekje op aarde, met een warme stoof, een kop koffie, een vrouw, een glas wijn in de avond, en iedereen is daar heel tevreden mee. <...> Ik voel me nergens op mijn gemak. Het is altijd alsof ik overal net te laat arriveer, alsof het de wereld maar niet wil lukken zich ook van mij rekenschap te geven.