I know it hurts
all the pain
rips your heart apart
But I'm here
I'll hold you
shelter you from the wind
I can make it stop
raining on your soul.
Look into my heart
there the sun glows
I'll open up for you
I'll let you in
just try
test it
touch on the surface
and submerge yourself
in my love
I promise you
all the pain
rips your heart apart
But I'm here
I'll hold you
shelter you from the wind
I can make it stop
raining on your soul.
Look into my heart
there the sun glows
I'll open up for you
I'll let you in
just try
test it
touch on the surface
and submerge yourself
in my love
I promise you
the deeper you fall
the tighter I'll hold.
I'll fill the holes you've
drilled
if only you'll throw
your drill away.
the tighter I'll hold.
I'll fill the holes you've
drilled
if only you'll throw
your drill away.
De voormalige leraar Joseph Szabo (1944) maakte in de jaren zeventig naam als chroniqueur-fotograaf van de opgroeiende Amerikaanse jeugd. Hij probeerde kenmerkende nuances vast te leggen van het volwassen worden in een veranderde, vrijere samenleving. Zijn eerste fotoboek, “Almost Grown” uit 1969, was spraakmakend. Het bevatte 24 foto’s, in een aantal gevallen vergezeld door een gedicht, die een uniek tijdsbeeld schetsen vanuit een bijzonder perspectief.
De hierboven getoonde foto toont een jong meisje, Priscilla, op Jones Beach te New York. Het verbeten gezicht en de sigaret in haar mond doen haar ouder lijken dan ze is. Stoer en nonchalant trekt ze haar broek omhoog, alsof ze pistolen uit hun holster haalt. Ze kijkt naar iets in de verte, zonder acht te slaan op de camera. De mensen op de achtergrond zijn wazig weergegeven tegen een betrokken hemel, waardoor een broeierige atmosfeer ontstaat. Een zuchtje wind blaast een haarlok omhoog.
Szabo maakte twee foto’s van Priscilla en toen hij opkeek was ze weg, verdwenen. Hij heeft haar nooit meer gezien. In zijn fotoboek is Priscilla’s portret voorzien van een gedicht van Jill Newman. Het is een gedicht zoals ik dat mooi zou hebben gevonden in mijn tienerjaren. Zoals Szabo’s foto’s me weemoedig weer terugbrengen naar het gevoel van ruim veertig jaar geleden. We worden oud, de tieners op de foto’s, en ook ik, als die man op het onderste plaatje. We blikken meer terug dan naar voren.