Labels

zaterdag 20 januari 2018

Picasso, Dora Maar en Marie-Therese Walter


Picasso, “Dora Maar. De gele trui”, 1939,
 81x65 cm,Staatliche Museen zu Berlin

"Zittende vrouw. Marie-Therese Walter"
1937, Musee Picasso

Geïnspireerd door kindertekeningen en primitieve maskers combineerde Picasso vanaf de jaren twintig in zijn portretten veelvuldig een aangezicht “en profil” met een aangezicht “en front”. In een dissociatief proces van voortdurend ontleden en samenstellen verenigde hij verschillende gezichtspunten tot een complex driedimensionaal polyperspectief op een tweedimensionaal beeldvlak. Tegelijkertijd bleef hij geïnteresseerd in het figuratieve, in de herkenbare vorm, van waaruit hij via associatief logische overgangen een synthese zocht met het abstracte. Meest herkenbaar is deze stijltechniek in de portretten die hij van zijn minnaressen maakte, in het bijzonder Marie-Therese Walter en Dora Maar.

Walter werd in 1927, op zeventienjarige leeftijd, Picasso's minnares, op een moment dat hij getrouwd was met Olga Koklowa. In 1935 scheidde hij van zijn vrouw en schonk Walter hem een dochter, Maya. Kort daarna leerde hij de artistiek begaafde fotografe Dora Maar kennen en begon ook met haar een verhouding. Beide relaties liepen jarenlang langs elkaar op en beide vrouwen werden rivalen, hetgeen Picasso niet belette hen beide als model te gebruiken, soms in vergelijkbare portretten. Toch wist hij op subtiele wijze ook de verschillen tussen beide vrouwen te benadrukken.


Een portret van Walter uit 1937 kenmerkt zich door dwars aangebrachte lijnen en compact geordende kleurvlakken, die haar als een stabiele persoonlijkheid doen verschijnen. Met betrekking tot het portret "De gele trui" dat hij twee jaar later van Maar maakte, zei hij dat hij de inspiratie haalde uit haar tweeslachtigheid, die zwalkte tussen bereidwillige toewijding en verscheurde woede om haar lijden onder de labiele liefdesrelatie. Maar oogt duidelijk meer onzeker dan Walter. Ze kijkt naar de toeschouwer, maar lijkt tegelijkertijd in gedachten verzonken. Haar hoofd is bleekgrijs, als een gipsen buste, van waaruit haar lippen felrood oplichten. De gebreide gele trui is met lijnen in een breipatroon van polyperspectieve facetten vertaald en fixeert haar in de leunstoel. Er is onmiskenbaar spanning  voelbaar, waar het portret van Walter meer evenwicht uitstraalt.

"De gele trui" ontstond tijdens een verblijf in Royan, aan de Atlantische oceaan, waar Picasso met zowel Maar als Walter verbleef.