![]() |
| Carl Holsøe, “Interieur met de vrouw van de kunstenaar “, 1890-1900 |
Ik loop het geliefde leven af,
Ik loop een geliefd lang leven af,
Ik ben niet langer van leven,
Ik ben weer kind,
Ik speel met al mijn vriendjes
koene ridders in mijn hoofd,
Ik voel met mijn vriendjes
koene ridders trekken door mijn hoofd,
In mijn ziel vormt zich de jonkvrouw,
In mijn ziel een mooie jonkvrouw,
Mijn moeder gaat zacht door mijn gedachten,
Maar het beeld gaat niet gelijken,
het ruist
En verlaten voelt mijn verdriet,
Ik loop een geliefd lang leven af,
Klein, ritselend, mooi,
En ik weet niet en ik denk niet
en ik voel
teveel voor mijn wankele woorden.
