![]() |
| Sal Veder (1926), thuiskomst van krijgsgevangenen, Luchtvaartbasis Travis, Californië, 1973. |
De Amerikaanse oud-militair Robert Stirm is op 92-jarige leeftijd overleden, lees ik op NOS.nl.
Stirm werd in 1967 neergeschoten bij een bombardement op Vietnam en werd vastgezet in het Hanoi Hilton, de cynische bijnaam voor het meedogenloze detentiecentrum voor Amerikaanse krijgsgevangenen. Hij werd er mishandeld en gemarteld. Zes jaar later, in maart 1973, was hij een van de 591 krijgsgevangenen die werden vrijgelaten na de Parijse vredesakkoorden, waarin de VS afspraken maakte over het einde van de oorlog. Hij kwam met een groep van twintig lotgenoten aan op de luchtmachtbasis in Travis in Californië, waar hun gezinnen wachtten op hereniging.
Stirm had gemengde gevoelens bij de foto. Hij had bij zijn vrijlating in Vietnam een gevreesde Dear John-brief gekregen, waarin zijn vrouw Loretta, die het met andere mannen hield tijdens zijn gevangenschap, aankondigde te willen scheiden. "Bob, je weet toch ook dat we het samen niet zullen redden. Waarom ongelukkig zijn als je er iets aan kan doen? Het leven is daar te kort voor", schreef ze. De hereniging liep uit op een vechtscheiding, waarin zijn vrouw de jongste twee kinderen kreeg toegewezen, hun huis en een deel van zijn pensioen.
Voor de Amerikanen maakt het allemaal niet uit. De foto staat voor iets groters. Iets groters dat nooit zal bestaan. De Amerikaanse droom bestaat alleen als abstractie, nooit op individueel niveau. Zoals alle collectieve dromen. Reden om nooit een leider te volgen, denk ik dan. Reden om altijd je eigen gelukt te blijven zoeken. Wat ook weer niet waar is, niet fair liever, want dan zou ik Loretta misschien wel gelijk geven. Misschien moeten we gewoon blijven dromen in de wetenschap van het bedrog. Zonder dromen geen geluk.
Mooie foto. Foto van geluk. Het raakt me toch!
