![]() |
| Zegel op het nog ongeopende graf van Toetanchamon, 1922, kort voordat Howard Carter het verbrak |
Gezuiverd door de regen,
Door de donker, de sterren, de maan,
Door de ruimte tussen bladzij en regel,
Door de kier van het krakende raam,
Door de wankele stand van de kegel,
Door gestorvenen zonder een naam,
Door de barst in de muur en de tegel,
Door de deur die heeft opengestaan,
Door de breuk in het eeuwige zegel,
Door het zijn van ons nieuwe bestaan,
Komt de kou je van verre al tegen,
Heeft de regen wat anders gedaan,
Gezuiverd door de regen,
Voor het langer en ver vergeten leed,
Voor zo vele tot stof vergane kruizen,
Voor degene die in stilte wat vergeet,
Voor wie wind in de wilgen doet ruisen,
Voor wie rust in het dal van de sleet,
Voor de man die er niet in kan huizen,
Voor de vrouw die reeds alles al weet,
Voor vergeten verzegelde kluizen,
Tot het vast in verleden vergleed,
Hoort het in het voorbij te vergruizen,
Gezuiverd als geen regen ooit deed,
Gezuiverd door de regen,
In de tombe van het eeuwige zijn,
In de diepten van duistere wegen,
In de scheuren van afscheid en pijn,
In de rust van geloof, hoop en zegen,
In de scheidslijn van mijn en het dijn,
In een wereld van boosheid tot tegen,
In de verandering tot het verdwijnt,
In de broden die dubbel-veel wegen,
In de vijfde - zes - zevende lijn,
Is het wonder de waarheid ontstegen,
Gezuiverd van regen tot wijn.
