"Appi z'n vader had een goed beklante slagerij en kon 't doen. Dat Appi nooit schilderen zou leren heeft Japi goed gezien; z'n vader heeft hem later in huis,- reclame en decoratieschilderplaats gezet."
Ik vierde mijn verjaardag bij Pieters. Die woonde op kamers, als enige. Latjes en De Busser waren er ook. We maakten ons druk over alles maar zonder dat we er iets mee moesten, zoals ook anderen op die leeftijd. Buiten was het winter en de buren kwamen vragen of de muziek zachter mocht. Dat deden we, even, en later kamen ze het niet weer vragen. Misschien dachten ze: laat ze ook maar, zoals ik ook nu soms denk. Tegen vijven bonjourde Pieters ons eruit. Latjes moest kotsen op de stoep. Dat zouden die buren minder hebben gevonden, dacht ik nog. Ik voel dat meestal nogal snel, zelfs met drank op. Ik ben ook de enige met wie het te lange leste nog redelijk goed is gekomen. Tenminste, dat zullen de andere mensen wel zeggen. Pieters stopte met zijn studie en ging in het bedrijf bij zijn vader. Inmiddels is hij gescheiden en woont hij in het kleinste huisje van het dorp. Over Latjes en De Busser ga ik het even niet meer hebben. Te groot voor het tafellaken. Allemaal hebben we de eed verbroken. Want als je dat niet doet wordt je gek, of anders ongelukkig. Dat is wat ik nu denk. De enige die dat tijdig heeft beseft ben ik. Godzijdank.