Josephine ca. 1930 |
Josephine Baker wordt bijgezet in het Pantheon, in Parijs wel te verstaan. Als eerste gekleurde vrouw. In elk geval symbolisch, naar ik begrijp.
Als kind hoorde ik al van Josephine Baker. Dat ze zoveel weeskinderen had en op oudere leeftijd nog steeds optrad, halfnaakt, als dansers. Ik wist ook van dat beentje kruisen. In mijn beleving werd er in de kringen van mijn ouders allemaal wat lacherig over gesproken. Veel schoonheid was er ook niet meer over in die tijd. Maar respect proefde ik weinig. In die tijd hadden ze het nog wel eens over zwarten. Ik had oude Sjors en Sjimmie’s en las De lustige kapoentjes, die ik kreeg van mijn grote Belgische neven uit Achel, die later de vitrinekast zoek maakten.
Inmiddels weet ik dat meer respect op zijn plek zou zijn geweest. Omdat ze dapper was. Ik voel een zekere afkeer van de wereld waarin mijn ouders in die tijd, eind jaren zestig, hun meningen op die ellendige rokersfeestjes te berde brachten. Zonder ooit ook maar een beetje dapper te zijn geweest. Het is niet alles nostalgie in mijn leven. Soms moet ik nog net wat verder terug. Naar de tijd van de trotse Josephine, nog voordat mijn ouders en dat ellendige bekrompen kleine kutdorpje werden geboren. Blij dat ik er weg ben! Dan heb ik dat ook eens gezegd!