“En ’t tij kwam in en ’t tij ging uit; ’t water rees en viel. En iederen avond kwam de manke havenmeester en maakte eerst ’t groene lichtje aan op ’t Noorderhoofd, de palenwering; en dan kwam i daar af, dan moest i om ’t heele haventje heen en dan zag je ‘m weer bij den toren en dan maakte-n-i het houten hek open en klom de houten trap op en stak ook ’t licht aan den toren aan. En dan zei Japi: ‘alweer een dag meester,’ en dan zei de manke havenmeester: ‘Ja mijnheer, al weer een.’ (Nescio)
De zinloosheid van het leven is schrijnend. Daarom denken we er niet aan en vullen onze dagen. Verder is er niets wat er toe doet. Alleen je kinderen natuurlijk, want het leven moet door. Zelfmoord getuigt van een die levensinzicht, heb ik Freek de Jonge ooit horen oreren. Dood zijn kun je nog zo lang, zei Hans van Mierlo. Ik hoor het niet meer. Ik vul mijn dagen en vind het goed zo. Er is nog veel te doen. Zoveel te vullen. Hopelijk wordt ik honderd in uitstekende gezondheid. Zin of geen zin!