Labels

zondag 27 december 2020

Inkt verheldert


Michelangelo, “Sybila Delfica”, 1509

Na de dood van Mulisch heb ik nauwelijks nog contemporaine Nederlandse literatuur gelezen. Wat is er nog over? Toch ben ik inmiddels met Pfeijffer beginnen en ik mag zeggen dat hij me amuseert zowel als inspireert, af en toe. Eindelijk weer eens een Nederlandse roman met herkenning, in rake passages:

Ik moest orde scheppen in mijn herinneringen die mij als een zwerm woedende bijen hadden opgejaagd en verhinderden dat ik helder kon denken. Als ik Venetië en alles wat er gebeurd was daadwerkelijk wilde vergeten, moest ik mij eerst alle zo precies mogelijk herinneren. Wie zich alles herinnert wat hij wil vergeten, loopt het risico dat hij bepaalde dingen vergeet te vergeten. Ik moest dus alles opschrijven, hoewel ik besefte dat de noodzaak van het vertellen, in de woorden van Aeneas tot Dido, het verdriet zou verversen. Maar ik moest alles boekstaven om de rekening te kunnen opmaken. Er is geen bestemming zonder duidelijkheid over de herkomst en geen toekomst zonder een leesbare versie van het verleden. Ik denk beter na met een pen in mijn hand. Inkt verheldert. Alleen door op te schrijven wat er gebeurd was, kon ik de controle herwinnen over mijn gedachten.

Pfeijffer raakt de kern van het therapeutisch proces. Via Thomas Mann en Nabokov verklaart hij mijn noodzaak tot schrijven, hoe bescheiden ik de aspiraties van dit blog ook wil houden. Met zulke voorbeelden voelt hij bij momenten feilloos aan waar mijn gevoelens weer afdwalen tot Hans Castorp, die de tijd vergeet, waar ik die voortdurend nog af moet meten. Het zij zo! Ik kan nog altijd niet zonder de klok!