Giovanni Boldini, “Schepen in Venetië “, 1887 |
“Maar het lijkt alsof hij zijn ezel op een wiebelend bootje heeft gezet, zie je dat? Het is allemaalmschots en scheef als een foto die vanuit een deinende gondel is genomen. Puur illusie of beter gezegd effect”
<...>
“Alles is wankel. Hij ontneemt je houvast. Alsof de vaste grond onder je voeten wegzakt. En zie je wat hij vervolgens doet? Bam!”
<...>
“Hetbis bijna abstract. Of het lijkt opmeten grote zwarte spin die de stad opeet. Kijk. Natuurlijk is er het spel van die contrasten tussen zwart en wit van de golven, de huizen en de kerk. Dat inslag Boldini als schilder interesseerde. Maar los daarvan is dit visionair. Ik kan het niet anders noemen. Wat Boldini doet in dit schilderij en in die andere die ik je heb laten zien, is dat hij het visioen van kalme, idyllische oude stad totaal aan flarden schiet. Het geeft bijna uitdrukking aan een tragisch voorgevoel van de dood van de stad”.
<...>
“Het is interessant om deze stadsgezichten van Venetië te vergelijken met het werk dat Boldini in Parijs maakt. Parijs schildert hij als een ferme, kalme stad die blaakt van het zelfvertrouwen, heel anders dan deze bewogen, verstoorde en verontrustende angstdromen van Venetië. En wat de kristallijnen harmonie verziekt in zijn visie van Venetië, is de moderniteit. Het zijn die grote, zwarte, moderne schepen die, als cruiseschepen vandaag de dag, als de zwarte ruiters van de Apocalyps, als ronkende, blazende, stomende gezanten uit een tijd die op aanbreken staat, de schoonheid verstoren en zoals een zeepbel wordt doorgeprikt de droom uiteen doet spannen. Hier in Venetië zag Boldini al meer dan honderd jaar geleiden de tragiek van de fragiele stad die drijft op haar historie en die de confrontatie met de moderne tijd niet aankan. De stad zal het verliezen van de tijd die komt. Dat schildert Boldini”.
In geen buitenlandse stad, België niet meegeteld, ben ik vaker geweest dan in Venetië. De historie is niet meer voelbaar. De decadentie is vermaak geworden, een openluchttheater. Thomas Mann is verdwenen. Je hoeft er niet meer naartoe. Terwijl iedereen blijft komen, ook ik!
Bam! Zo wil ik ook over Boldini kunnen schrijven. Mijn schamel stukje op Wikipedia doet hem geen recht. Een beschouwing als hierboven kun je er niet kwijt. Tenzij als citaat, zoals ik hier doe. Met permissie. Omdat ik er niet omheen kan.
Ca. 1887-1895 |