U heeft wel kinderen?
´Jawel, maar ik was argeloos en heel jong toen ik ze kreeg, een jaar of twintig. Ik heb mijn tol betaald aan de demografische noodzakelijkheid; na de oorlog moest de wereld weer bevolkt worden. Als biologisch verschijnsel heb ik mijn taak netjes verricht. Toen de artiest in mij wakker werd, besefte ik plotseling waarin ik mij had begeven, en toen ben ik er ook mee uitgescheejen, toen ben ik met mijn zusje naar Parijs gegaan.’Hij liet zijn kinderen voor wat ze waren.
Ergens eind jaren negentig ontdekte ik Canto Ostinato en Simeon ten Holt. En ik was zwaar onder de indruk. Later zag ik een documentaire over Ten Holt en kon niet anders dan constateren dat het een nare man was. Hij verloochende zijn kinderen en zat vol minachting voor wat anderen presteerden. Geboren bij de gratie Gods, meende hij. Zulke mensen heb je er ook tussen, ik weet het, maar ze zouden er niet moeten zijn. Mensen horen aardig te zijn. Ten Holt was niet aardig. Nog steeds verbaas ik mij erover dat zo’n man zulke muziek kon produceren. Ook dat gaat samen. Maar tegelijk ook niet. Ik kan er sinds lang niet meer naar luisteren zonder de geest te zien aan wie het ontsproot. Geef mij maar Philip Glass.