Labels

zaterdag 30 april 2022

Berlijn, 30 april 1945

 
De Russen trekken Berlijn binnen, 30 april 1945

De Russen bevechten nog steeds de fascisten. Denken ze. 

Wat is veranderd? Ik tel op de dag af zevenenzeventig jaren. Kan een foto van vandaag zijn. Wie zijn eigen wereld maakt ziet niet wat er is veranderd. De ene overwinning is de andere niet. Het idee van vooruitgang heeft voor de zoveelste keer een knauw gekregen. Al duizend jaar zijn de Russen een geknecht volk. Ze laten het weer gebeuren. 

Sommige dingen veranderen nooit. Dat is een wetenschap met een wrange nasmaak. Bij elke overwinning. Bij elke nederlaag. Bij de goeien zowel als de kwaaien. Ik wordt er een beetje droevig van.

vrijdag 29 april 2022

Tussen troebel tranenleed

 
Victor Bauffe

Tussen troebel tranenleed,
Loopt een weg van water,
Tot de kern van wat ik deed,
In de kern geen prater,
Wachtend op wat wonder heet,
Werkt de pijn probater,
Wachtend op een zachter leed,
Liever nu dan later.


woensdag 27 april 2022

Derksen

 
Gijsbertus Derksen, “Een ontspannen zomermiddag”, ca. 1890

Ik ben niet zo van de actualiteit, maar toch. Soms wordt je getriggerd. Wie ben ik? Wie was ik? En ben ik eigenlijk wel veranderd?

Johan Derksen is volop in het nieuws. Over dronken vrouwen en een kaars. De hele avond gaat het erover. Iedereen verontwaardigd. Ik zie het aan en weet niet wat ik ervan moet vinden. Ik ben lang in de voetbalkantine gekomen, ik ken de sterke verhalen, ook ik heb gelachen om types als Derksen. Iedereen zet een eigen bril op, maar onder de huidige moraal kun je maar beter niet alles vertellen. Iedereen heeft wel iets wat hij of zij beter kan verzwijgen. Sommige dingen moet je maar beter meenemen in je graf. Sorry zeggen omdat we in een andere tijd leven lost niks op. Maar dat heeft Johan ook niet gedaan, als viel te verwachten. Geen hypocrisie voor Johan. Iets roepen omdat het hoort is niet zijn ding. Net zo min als zwijgen. Wellicht past hij gewoon niet meer. Wat een trieste constatering is. Misschien ook wel voor mij. Laat ik maar zwijgen over wat ik nu vind.

dinsdag 26 april 2022

Na nodeloze weerstand

 


Mijn ogen zijn open,
Mijn ogen zijn gesloten,
Ik zie de strijders komen,
Ik zie de strijders gaan,
Ik houd mijn ogen open,
Ik houd ze weer gesloten,
Waar naast de overwinning,
De aftocht zal bestaan,
Mijn ogen blijven open,
Daarna voorgoed gesloten,
Na nodeloze weerstand,
Is nooit genoeg gedaan…


maandag 25 april 2022

Theaterweemoed

 


In december 1969 kreeg ik voor Sinterklaas en voor mijn verjaardag mijn eerste plaatjes. Singeltjes. Ik was er vroeg bij, amper tien. Eentje van de Beegees herinner ik me, maar ook Come together van de Beatles, met Something op de B-kant. Een bepalend moment. Meer als een halve eeuw geleden. Het begin van een eigen smaak. Een goede smaak, al zeg ik het zelf. Toen al vond ik Something zeker zo mooi.

Ik hield een schriftje bij met fotootjes van bandjes, die uitknipte ik waar ik maar kon. Toen de Beatles uit elkaar gingen plakte ik het krantenbericht in dat schriftje. Dat schriftje is al lang kwijt. Toen mijn moeder verhuisde heb ik er nog vergeefs naar gezocht. Het was al lang opgeruimd. Zoals alles uiteindelijk wordt opgeruimd. Straks ook mijn boeken, mijn herinneringen. Aan alles komt een eind.

Vorige week was ik met een collega in het theater en zag de Analogues, die Abbey Road speelden. Muziek kent geen ontwikkeling, zo blijkt maar weer. Beter is het nooit geworden. Wat in feite voor alles geldt. Ik zie weer het jongetje met de pickup. Mijn moeder die het niet snapte. De benauwde moraal. Het troosteloze uitzicht. Een verloren tijd waar ik niet meer naar verlang. 

En toch dan die weemoed. Meer als bij McCartney zelf. Die komt niet in het theater.

Ik nog wel. Gelukkig maar. Het was mooie avond.

zondag 24 april 2022

Pravda van 6 juli 1936

 


Een foto is een wereld, een roman in gedachten. Zinovjev en Kamenev naar de Loebjanka overgebracht. Vooravond van de Moskouse Processen. Nog altijd zoek ik naar de beleving van gewone Russen in die tijd. In boeken, in lezen. Of zoek ik het in schrijven. Bij mezelf.

Ik kijk naar de foto en probeer er iets van te maken. Een stilleven. Een half geklede vrouw. Er wordt iets verwacht. Je voelt onheil. De Pravda, onheil. Ik zie een roman voor me die sprint tussen oude tijden, nieuwe tijden. Ik zie een dubbelroman, die uiteindelijk in elkaar valt.

Is het goed afgelopen met het meisje. Zal het goed aflopen in mijn eigen versie? Je weet het nooit, zelfs niet in je eigen gedachten. En dat is ook maar het beste. Als Russen in de jaren dertig alles hadden geweten had de oorlog misschien verloren gegaan. Maar dat is dan weer een verkeerde invalshoek.

Prachtige foto, dat in elk geval.

vrijdag 22 april 2022

Intermezzo

 
Helena Bernard: Tatjana leest een boek (Jevgeni Onegin)


Hou je staande in de wind,
Hou je staande in de regen,
Blijf geloven dat je wint,
Houdt je niks en niemand tegen,
Vind je altijd wat je zint,
Vind je altijd nieuwe wegen,

Hou me staande in de wind,
Hou me staande in de regen.


woensdag 20 april 2022

Paradox van de angst

 
Twee mannen op het marineschip “Admiraal Kornilov”, 1902

Ik lees een boek van Michel Krielaars uit 2017. “Alles voor het moederland”. Er is veel gebeurd dit jaar maar het boekje is nog steeds actueel.

Moet je luisteren”, laat hij een oudere vrouw zeggen, “tot 1985, toen Gorbatsjovs perestrojka begon, was iedereen in de Sovjet-Unie bang voor elkaar. Als je op een bankje in het park met iemand zat te kletsen, kwam er altijd wel iemand bij je in de buurt zitten om te kijken of je kritiek op het regime leverde. Het zijn juist deze verraders die deze dagen zo terugverlangen naar de Sovjet-Unie”.

Poetin is oud-KGB-er. Hij maakte mensen bang. En iedereen zijn omgeving is bang van hem. Mensen die bang van iemand zijn zeggen alleen dingen die deze persoon welgevallig zijn. En zo wordt Poetin voortdurend verkeerd geïnformeerd. Hij bouwt zijn eigen wereld. Maar toch is hij niet onschuldig. Hij had beter kunnen weten. En tegelijk ook weer niet. Dat is de paradox. Dat is de fascinatie. 

Niemand is schuldig in dit leven, zei Tolstoj. Iedereen is schuldig, sprak Stalin. Ik laat dat even tot me doordringen. Dat laatste blijkt toch krachtiger, uiteindelijk.

dinsdag 19 april 2022

Leven en dood

 
David Oyens, “De pose”, 1889

“De ene dag is er leven. Een man bijvoorbeeld, in goede gezondheid, niet eens zo oud, zonder ziektegeschiedenis. Alles is zoals het was, zoals het altijd zal zijn. Hij leeft van dag tot dag, zorgt voor zijn eigen zaakjes, droomt alleen van het leven dat vóór hem ligt. En dan, plotseling, is er dood. Een man slaakt een lichte zucht, zakt in zijn stoel, en het is de dood. De onverhoedsheid ervan laat geen ruimte voor gedachten, geeft de geest geen kans een troostend woord te zoeken. We blijven achter met niets dan de dood, het onherroepelijke feit van onze eigen sterfelijkheid.” (Paul Auster, 1982).

Als iemand plotseling sterft zonder dat iemand het heeft zien aankomen, gewoon sterft omdat hij mens is en mensen nu eenmaal sterven, voelen we voor een korte periode ook ons eigen einde nabij, weten we niet zo goed waar de onzichtbare grens tussen leven en dood precies getrokken wordt. Het kan zomaar voorbij zijn, schiet er door je heen, voor altijd en eeuwig. Als dat werkelijk indaalt voel je de huivering. “Dood zijn kun je nog zo lang”, zei Mulisch. Niemand zegt het beter dan Mulisch en Auster.

zondag 17 april 2022

Maar meestal ben ik sterk

 
Jules Joseph Levebre, “Maria Magdalena in de grot”, 1876

Er zit
                                 een mannetje in mijn hart,
Een mannetje in mijn hoofd,
Ik durf niet zeggen duiveltje,

Een mannetje duister van zinnen,

Maar gelukkig
      ben ik verstandig,
En heel erg voorzichtig,

En hij heeft mij beloofd
Dat hij rustig zal blijven,

En keurig blijft hij steeds binnen,

Soms 
                      moeten we vechten
Maar meestal ben ik sterker,

Al durf ik niet geloven
Dat het altijd zo zo zal blijven,
Dat ik levenslang kan winnen,

Maar voorlopig is het rustig
En voorlopig blijft hij binnen.

vrijdag 15 april 2022

Mijn geschiedenis


Isings, “Hagepreek buiten Utrecht, bij de Hoornbrug”

Ik heb zo half en half “Het verhaal van Nederland” gevolgd. Het tekent een beetje hoe we tegenwoordig met geschiedenis omgaan. Alles wordt bekeken door de morele bril van deze tijd. Ik ben nog een beetje opgegroeid met Le Roy Ladurie, vanuit de opvatting dat je de geschiedenis moet proberen te begrijpen vanuit de context van die tijd. In de jaren tachtig studeerde ik psychologie en volgde ik een vak historische psychologie bij professor Harry Peeters. Ik heb zijn boekje “Hoe veranderlijk is de mens”. Hoe veranderlijk is de geschiedenis. Ik ben benieuwd hoe ze het over honderd jaar presenteren. Ik prefereer nog steeds hoe het honderd jaar geleden gebeurde.

Een paar platen van Isings. Want dat is mijn geschiedenis, nog steeds…


In een bos bij Amersfoort


Middeleeuwse stad


Stadsleven in de negentiende eeuw


Luther predikt in Groningen


Trekschuit  en diligence 

donderdag 14 april 2022

Mooiste Maria

 


Pasen. The Passion. Niet alle tradities worden beter. Soms dwaal ik af naar voetbal. Noortje doet een beetje aan haar denken, maar voor mij is er maar één Maria en dat is Elske. Waarom één keer dezelfde. Twee foto’s en het kan weer zomer worden. Drie lentes en alles kleurt langer.

Vorige zomer ontdekten we voor het eerst een beetje Friesland. Voor Elske zou ik zo weer terug gaan. Veel meer redenen heb ik niet gevonden. Daar ben ik toch teveel Zuiderling voor, vrees ik. Met één been in België rijk je niet voorbij Drenthe. Alleen Elske dan, die had Belgische kunnen zijn. Dat zie je aan de foto’s. En dan noem ik haar Maria. Mooiste Maria. Mijn Maria, uit het Zuiden.




woensdag 13 april 2022

Hongerritme

 


Toch leuk.

Precies een jaar geleden schreef ik in blog met de titel “Openingsritme”, waarin ik de openingszinnen van Knut Hamsun’s debuutroman “Honger” vanuit diverse vertalingen vergeleek met het origineel. Ik concludeerde dat het originele ritme in de laatste Nederlandse vertaling van Cora Polet jammerlijk verloren was gegaan, zowel in de openingszin als in het hele vervolg van de roman. Ook schreef ik het jammer te vinden dat bij de keuze voor een aantal herverdelingen een jaar of toen geleden de keuze niet op “Honger” was gevallen. Daar was in mijn ogen de meeste winst te behalen.

Recent kreeg ik in zekere zin gelijk. Vandaag is een nieuwe vertaling van “Honger” verschenen, door Adriaan van der Hoeven en Edith Koenders, inmiddels besteld en dezelfde dag ontvangen. 

In het nawoord van de vertalers las ik: 

“In haar nawoord schrijft Cora Polet dat ze het grillige en inconsequente hanteren van werkwoordstijden door Hamsun als storend heeft ervaren in haar Nederlandse weergave en dat ze daarom de vrijheid heeft genomen op dat punt af te wijken van het origineel. Zij en de uitgever meenden indertijd ‘dat de ongewone directheid van Hamsuns stijl die ingreep gelukkig kon rechtvaardigen’. Maar, zoals gezegd, het zijn juist deze wisselingen van tijd die de nervositeit van de ik-verteller weerspiegelen en die de tekst levendig en spannend maken.”

Hulde! Ook een beetje voor mezelf. Waarom niet?

Leuk is ook dat mijn eigen vertaling van de openingszin woordelijk geheel gelijk is aan die in de nieuwe vertaling. Ik zal hem nog maar een keer herhalen:

Het was in die tijd, toen ik hongerig rondzwierf door Kristiania, die wonderlijke stad, die niemand verlaat, zonder erdoor getekend te zijn.

dinsdag 12 april 2022

Sublieme werkelijkheid


Caspar David Friedrich, “Opkomst van de maan boven de zee”,  1822,
olieverf op doek, 55 × 71 cm, Alte Nationalgalerie, Berlijn

Michel Onfray formuleert in “Vulkanisch verlangen” wat in zijn ogen een roman groots maakt: het vermogen een wereld te laten verrijzen die verder reikt dan onze wereld, een sublieme werkelijkheid om ons te troosten voor de middelmatige werkelijkheid waarmee we het moeten doen. 

Het hoeven geen sprookjes te zijn. Onfray zelf is het ook niet gelukt. Hij trekt mij er niet bovenuit. Soms, even, bij momenten.

Steeds vaker denk ik dat het zien van die sublieme werkelijkheid ook iets met levensfase heeft te maken. Tussen laat ik zeggen mijn vijftiende en mijn vijfendertigste kwam ik het bij voortduring tegen. Leefde ik met boeken. Droomde ik nog van een andere wereld. Met het klimmen der jaren droom je anders. Lees je anders. Ontdek je steeds minder grootse romans. Maar het vreemde is het oude gevoel nog het beste terugkomt bij het herlezen van je oude liefde. Ik bestel weer de nieuwe vertaling van Hamsuns “Honger”. En nieuwe vertalingen uit de Russische Bibliotheek. Binnenkort als het zomer is herlees is andermaal “De Toverberg”. Ik wordt al blij als ik eraan denk.

zondag 10 april 2022

Mankes naast Hammershoi

 
Jan Mankes, “Lezende jongen in een interieur”,  41 x 44 cm, 1911, particulier bezit


Jan Mankes (1889-1920) had een groot schilder kunnen worden. Jan Mankes had een groot schilder wíllen worden. Maar het leven liep anders. Hij kreeg tuberculose en overleed op zijn dertigste. Zo’n honderdvijftig kleine schilderijen liet hij na een wat tekeningen. Dat was het.

Vilhelm Hammershøi (1864-1916) was een groot schilder. Mankes kan hem niet gekend hebben. Toch durf ik enkele werken van zijn hand vergelijken met Hammerhøi. Al is het alleen al omdat ik het zie. Omdat hem dat toekomt. Om de stilte die hij naliet en die ik vanochtend weer voel.


Vilhelm Hammershøi, “Jong bordurend meisje”, 37 x 35 cm, 1887, Odrupgaard

zaterdag 9 april 2022

Boekenbal en schrijvers

 
Felicity Jones als Catherine Morland in Jane Austen’s Northanger Abbey, 2007

Diep in mijn hart heb ik altijd schrijver willen worden. Schrijver! Dat was wat! Al bijna een halve eeuw lees ik boeken, bijna net zo lang schrijf ik mijn dingetjes, maar nog altijd ben ik geen schrijver. De hoop is nog niet vervlogen, straks komt pensioen, maar of het ooit zover gaat komen wordt steeds twijfelachtiger. Ik ben eerlijk genoeg om dat te bekennen.

De boekenweek is begonnen. Gisteren was het boekenbal. Ooit keek ik naar het boekenbal als een droom, een bevestiging dat je erbij hoorde. Bij de schrijvers! Gisteren zag ik een korte reportage, ik zag vader en zoon Chabot, Heleen van Royen, en ik wist dat de droom van het boekenbal voorgoed voorbij was. Mijn beeld van wat een mens tot schrijver maakt toch heel anders, achterhaald. Een schrijver leeft in zichzelf, dit is media. Maar de hoop laat ik nog steeds niet varen.

vrijdag 8 april 2022

Het duurde een tijdje

 
Bernard Eilers, “Gesina”, 1904

Het duurde een tijdje
          om er te komen,
Het duurde een tijdje
     tot ik er was,
Het duurde een tijdje
             om het te snappen,
Het duurde een tijdje
  tot ik genas,
Het duurde een tijdje
     om te ervaren,
Het duurde een tijdje

          in onze eigen stille pas.


donderdag 7 april 2022

Zonder te weten waarom


Edmund Tarbell, “Lezend meisje”, 1909

Soms klikt het zonder te weten waarom. Ik vroeg een cliënte wat haar zou kunnen helpen om zich een klein beetje beter te voelen. Een zes in plaats van een vijf. Dit gesprekje, dat helpt al, zei ze. En meteen voelde ik me zelf ook een beetje beter.

We doen wat we doen, zonder te weten waarom. Soms doen we maar wat en maakt het helemaal niks uit. Soms voelen we van alles, zonder te weten waarom. Soms treft ons iets in schoonheid of vreugde. Soms ben ik het snel weer vergeten, en ga ik door met wat ik doe. Soms schrijf ik het op, en dan weet ik het nog, later als ik het nog eens teruglees. Dat helpt.

dinsdag 5 april 2022

Aardige mensen

  



Als Maarten aan het begin van “Het bureau” zijn nog jonge kersverse echtgenote Nicolien vertelt dat hij een baan heeft bungelen er tranen over haar wangen:

Waarom huil je?’ vroeg hij ontstemd.
‘Ik huil niet,’ zei ze gesmoord. De tranen liepen over haar wangen.
‘Je huilt wel.’

‘Ik had zo gehoopt dat je het niet zou doen. Ik vond het zo fijn samen.’
Dat ontroerde hem. hij hurkte bij haar stoel en pakte haar hand. ‘Maar iedereen heeft toch een baan? Hij schudde haar hand, die slap in de zijne hing. ‘Knol! Iedereen heeft toch een baan?’
‘Behalve wij,’ zei ze snotterend. ‘Geef je zakdoek eens.’


Zodra je gaat werken hoor je bij de volwassenen, bij grote mensen zei ik ooit. Sommige mensen willen nooit groot worden, zoals Peter Pan. Ik denk aan Samoeil Marsjak, die ik net nog even las. Of aan De Busser, die eruit is gestapt. Aardige mensen, al zeg ik het zelf. Ik denk aan Maarten en Nicolien. Alleen met aardige mensen hou je het zes dikke delen vol. Of je hele lange leven, zoals ik.

maandag 4 april 2022

Twijfel

 


En als in die korte, zoele nachten het zwart recht boven onze hoofden wat verschoot, dan zat Bavink met z’n hoofd in z’n handen, over de zon te praten, bij ‘t sentimenteele af. En we vonden dat ‘t zonde was om naar bed te gaan, dat een mensch eigenlijk altijd op moest kunnen blijven. Ook dat zouden we veranderen.

Nescio opnieuw. Soms lig ik een poosje wakker en dan weet ik het weer. Eigenlijk had alles anders gemoeten. Eigenlijk zouden we nooit oude mannetjes moeten worden. Eigenlijk zouden we altijd aardige jongens hebben moeten blijven. Dat wisten wij precies, wie de aardige jongens waren en wie niet. En eigenlijk weten we het nog steeds.

Hoewel ik ook weleens twijfel…

zondag 3 april 2022

Hulk, een kasteel en mijn nutteloze kennis

 
Johannes Frederik Hulk, “Afgemeerde platbodems bij een losplaats”, z.j.

Gisteren was in kasteel De Berckt in Baarlo. De muren hingen vol met Hollandse meesters, veelal uit de negentiende eeuw. Niemand weet dat ik daar kennis van heb. Er lagen een paar mooie catalogi. Even dacht ik nog: “zou iemand het zien als ik er eentje tussen mijn papieren stop?” Wat ik natuurlijk niet deed. Ik ben een eerlijke jongen, denken de meesten, en dat moet zo ook maar blijven.

Ik zag een schilderij van Johannes Frederik Hulk (1829-1911). “Die is nog oud geworden voor die tijd”, zei een van de mensen uit mijn gezelschap. Ik zei verder niks. Ik meende het schilderij te herkennen in boven getoond werk, maar ik kan dat niet meer verifiëren. De provenance lijkt niet te kloppen. Wat maakt het ook uit. Wat heb ik eraan dat ik weet wie de schilderende familie Hulk was. Al die nutteloze kennis die we straks meenemen in ons graf. Maar het schilderij fascineerde. De nog altijd herkenbare wereld die langzaam verdwijnt. De vergeten entourage van het kasteel, waar ik was. De gedachte aan een kasteelheer die het ooit met voelbaar genoegen moet hebben aangeschaft. Wie kan er zo nog naar kijken.

“We gaan beginnen”, werd er geroepen. En ik ben weer terug onder de levenden. Ook dat is goed.

vrijdag 1 april 2022

Alleen door te doen

 
Joseph DeCamp, “The bleu cup”, 1909

Alles bloeit wit,
Alles groeit blauw,
Alles wordt beter,
Door warmte en kou,

Alles ruikt geel,
Alles smaakt groen,
Alles wordt anders, 
Alleen door te doen,

Alles wat moet,
Alles wat mag
Alleen door te doen
Met je roze-rode lach.