Johannes Frederik Hulk, “Afgemeerde platbodems bij een losplaats”, z.j. |
Gisteren was in kasteel De Berckt in Baarlo. De muren hingen vol met Hollandse meesters, veelal uit de negentiende eeuw. Niemand weet dat ik daar kennis van heb. Er lagen een paar mooie catalogi. Even dacht ik nog: “zou iemand het zien als ik er eentje tussen mijn papieren stop?” Wat ik natuurlijk niet deed. Ik ben een eerlijke jongen, denken de meesten, en dat moet zo ook maar blijven.
Ik zag een schilderij van Johannes Frederik Hulk (1829-1911). “Die is nog oud geworden voor die tijd”, zei een van de mensen uit mijn gezelschap. Ik zei verder niks. Ik meende het schilderij te herkennen in boven getoond werk, maar ik kan dat niet meer verifiëren. De provenance lijkt niet te kloppen. Wat maakt het ook uit. Wat heb ik eraan dat ik weet wie de schilderende familie Hulk was. Al die nutteloze kennis die we straks meenemen in ons graf. Maar het schilderij fascineerde. De nog altijd herkenbare wereld die langzaam verdwijnt. De vergeten entourage van het kasteel, waar ik was. De gedachte aan een kasteelheer die het ooit met voelbaar genoegen moet hebben aangeschaft. Wie kan er zo nog naar kijken.
“We gaan beginnen”, werd er geroepen. En ik ben weer terug onder de levenden. Ook dat is goed.