|
“Der Chemiker”, 1932, zelfportret |
Franz Sedlacek werd in 1891 geboren in Breslau, toen de hoofdstad van de Pruisische provincie Silezië. Hij studeerde scheikunde, promoveerde zelfs en werd hoofd van de afdeling chemie bij het Technisches Museum Wien. Na de Anschluss van Oostenrijk in 1938 werd hij lid van de NSDAP en later trad hij toe tot de Wehrmacht. Hij vocht bij Stalingrad en werd in 1945 als vermist opgegeven in Polen, op de terugtocht uit Rusland.
Sedlacek was vanaf zijn studententijd ook actief zijn als kunstschilder. Met zijn Magisch Realistische en aan de Nieuwe Zakelijkheid verwante werken maakte hij vanaf eind jaren twintig naam in de Oostenrijkse kunstwereld. Na de oorlog geraakte zijn werk volledig in de vergetelheid, doodgezwegen ook vanwege zijn nazi-verleden. Pas vanaf de jaren negentig is er weer belangstelling voor zijn oeuvre. Er werden enkele tentoonstellingen georganiseerd en diverse schilderijen werden opgenomen in de collecties van vooraanstaande Oostenrijkse musea, zoals het Wien Museum en het Lentos Kunstmuseum Linz.
Sedlaceks schilderwerken hebben vaak surreële, bedrieglijke thema’s. De grondstemming van zijn werk is zwaarmoedig en onheilspellend. “Je weet nooit wat hierna gebeurt”, schreef hij in een opdracht bij een van zijn werken. In het licht van zijn overleven van Stalingrad en zijn daarop volgende vermissing annex verdwijning in Polen krijgt dat een merkwaardig droevige bijsmaak, welke de bijsmaak van zijn nazi-sympathieën naar de achtergrond drukt.
Ik kijk nog eens naar zijn zelfportret uit 1932: “Der Chemiker”. Het lijkt alsof hij weg wil. Vanuit de lange gang naar buiten wordt hij geroepen. We weten hoe het afliep.
|
Lied in de schemer, 1931 |
|
|
Berglandschap met automobiel, 1931
|
|
|
Avondlandachap, 1933 |