Labels

zondag 17 juni 2018

Erwin Olaf, “Berlin”


 


Erwin Olaf (1959) maakte naam met perfect gestileerde foto’s, in uitgebalanceerde composities, welke wel doen denken aan de oude Hollandse Meesters. Niet voor niks kreeg hij in 2011 de Vermeerprijs toegekend. Zijn thema’s zijn vaak controversieel, uitdagend en refereren aan eenzaamheid en vergankelijkheid. Vaak werkte hij ze uit in series.

Een serie die sterk tot mijn verbeelding spreekt is “Berlin”, uit 2012-2013, door hem gerealiseerd met het geldbedrag van de Vermeerprijs. Anders dan in eerder werk schoot hij de foto’s ervoor niet in zijn studio in Amsterdam, maar op zes historische locaties in Berlijn, de stad die hem mateloos fascineert vanwege haar vele gezichten, in historie, bouwstijl, cultuur en emotie. In een filmische settings roept hij het Berlijn van het interbellum op, waar schoonheid verwordt tot decadentie, in het licht van gedoemde vergankelijkheid. “Ik zie overeenkomsten tussen onze huidige tijd en het interbellum”, legt hij uit: “Wij, de westerse wereld, dansen op de rand van de vulkaan. Je voelt dat er iets onheilspellends op ons afkomt, je leest het in de kranten, maar we feesten gewoon door. We staan op een kantelpunt, dat gevoel heb ik willen uitdrukken in deze serie”.

Olaf heeft doorgaans niet de intentie veel uitleg te geven bij zijn foto’s. Het is aan de kijker uit te maken wat hij ziet, of niet ziet, zo luidt zijn adagium, los van de aperte symboliek die hij in zijn werk stopt. Wat zie ik erin? Ik zie een opera, van Bijbelse dimensies. Ik zie Christian Schad, Otto Dix. Ik zie jonge Arische kinderen in dominante poses tegenover Brechtiaans vrouwen in verval. Ik zie een jongen richt zijn geweer op een donkere man die aan Jesse Owens refereert. Ik zie het Olympisch Stadion, het Oude Raadhuis, een verdwenen wereld van valse trots. Ik zie de illusie van kinderlijke onschuld, de schoonheid van verval en decadentie. Ik zie dat er niets veranderd is. Ik voel het dicht onder de huid. Afstandelijke verhoudingen, het existentiële alleen zijn, de beklemming van voortdurend gevaar, zonder mededogen. De serie heeft een magisch uitwerking op mijn gemoed, alsof ik in een surreële wereld wordt gezogen. Een wereld van verwarring, waarin alleen de ultieme schoonheid troost kan bieden.





 





 




Zelfportret Olaf op de trappen van het Olympisch stadion