Tegenwoordig herlees ik liever een boek waarvan ik weet dat het goed is, dan dat ik begin aan een nieuw. Ik ben net weer begonnen aan de memoires van Stefan Zweig, “De wereld van gisteren”, die tot de mooiste herinneringen horen die ik ooit heb gelezen. En ook dat is een herinnering.
Zweig begint met zijn jeugd in het Habsburgse Keizerrijk. De tijd van de eeuwige zekerheid. “Alles stond in dit uitgestrekte rijk onwrikbaar op zijn plaats <...>. Niemand geloofde aan oorlogen, aan revoluties en omwentelingen. Elke vorm van radicaliteit en geweld leek al onmogelijk geworden in dit tijdperk van redelijkheid”.
“Alleen wie zonder zorgen naar de toekomst kon kijken, kon tevreden van het heden genieten”. Is dat hoe het werkt? Zweig wijst op een hovaardigheid die ik herken in onze eigen solide samenleving en wellicht ook wel in mezelf, hoe bescheiden ik ook wil zijn.
De spanning tussen zekerheid en avontuur heeft mij mijn hele leven bezig gehouden. Ik herken het in Zweig. Altijd wilde ik meer dan ik durfde. Soms durfde ik meer dan ik wilde. De balans is lastig te maken. Ook durven heeft zijn prijs. Je bepaalt het nooit in je eentje.
Ik herlees tegenwoordig liever dan dat ik aan een nieuw boek begin, niettegenstaande de grote keuze. De wereld van gisteren. Ik zie me weer flaneren door het Prater in Wenen, zondagmiddag, de lentezon, een beetje kijken naar de dames. Uiteindelijk lijk ik vooral een man van zekerheid. Langzaam wordt ik ouder.