|
Robert Capa, Picasso, Gilot en neefje Javier in Golfe de Juan, 1946 |
Ik las een boek over Picasso. Ik luisterde naar Krabbé.
Picasso was een tiran in huis, op het ziekelijke af.
En toch bond hij alle vrouwen aan zich. De mooiste vrouwen. Ze werden er gek van. Hingen zich op. Hingen aan zijn lippen. Konden niet zonder hem.
Er was er maar eentje die hem zelf verliet. Françoise Gilot. Françoise waas ook kunstenares en wilde niet stoppen met schilderen. Picasso liep achter haar aan met een parasolletje.
Françoise was 21 toen ze de 40 jaar oudere Picasso in 1943 ontmoette. Ze dineerden in hetzelfde restaurant in Parijs. Picasso was er met Dora Maar en vrienden. Toen ze gingen liep hij naar haar tafeltje, bood haar een schaal kersen aan en nodigde haar uit in zijn studio aan de Rue des Grandes-Augustins. Iedereen wist wie hij was.
|
La Femme Fleur, 1946 |
Françoise werd Picasso’s leerling, assistent, partner en moeder van zijn twee kinderen, Claude en Paloma. Ze schreef zijn biografie. Picasso verweet haar dat ze hem niet vertrouwde, maar hoe kon ik dat anders voelen, gaf ze aan. Hij schilderde haar als La femme fleur, met groene haren.
Het beeld van de tyrannieke Picasso kwam voor een groot deel van Françoise, die er zelf het minste last van leek te hebben. Ze verliet hem samen met de kinderen. Picasso sloot zich op in zijn woning.
Françoise leeft nog steeds, past in deze tijd, waarin vrouwen voor zichzelf opkomen. Elke tijd heeft een eigen kleuring. De huidige kleurt groen.
En toch kijk ik liever naar Dora Maar, Marie-Thérèse Walter. En voel de zware kleuren, het diepe blauw, bezonken geel, verborgen rood. En dan voel ik iets van Picasso. En duw het dan toch maar weer weg...
Ik kijk naar de getourmenteerde Dora Maar en voel haar pijn. Voel haar Picasso.
|
Huilende vrouw, 1937, Dora Maar door Man Ray |
Ik kijk naar Picasso’s interpretatie van Walter. Naakt, gebonden, de buste kijkt op haar neer. Alsof hij de afloop voorvoelde.
Maar de bladeren blijven groen. Ook nu nog!
|
Naakt, groene bladeren en buste, 1932 Marie-Thérèse Walter |