Rijwielambulance van de Amsterdamse Geneeskundige Dienst, die in 1918 dienst deed als vervoermiddel voor grieppatiënten. |
Het Corona virus houdt de gemoederen bezig. Ook bij mijn moeder komt het ter sprake.
Mijn moeder herinnert zich dat de moeder van mijn vader, mijn oma dus, geboren begin 1900, ooit vertelde dat ze kort na de Eerste Wereldoorlog in het Limburgse dorp waar ze woonde overal in de boerengezinnen ging helpen. Er heerste een zware griep en de mensen stierven met bosjes. “Maar ik heb het zelf nooit gekregen”, vertelde ze dan.
Gelukkig maar. Het had zomaar anders kunnen lopen. Ik had er zomaar niet kunnen zijn. Hoezeer hangt alles van toeval aan elkaar. Je oma krijgt wel de griep, of ze krijgt het niet. Over heldinnen werd toen niet gesproken. De meesten stierven gewoon thuis.
Het moet gegaan zijn over de Spaanse griep, die tussen 1918 en 1920 tientallen miljoenen doden eiste. Meer dan de Eerste Wereldoorlog. Hele gezinnen werden weggevaagd. Onbeschrijfelijk leed stel ik me voor. Vergeten leed. Zoveel raakt vergeten. Vooral als iedereen dood gaat.
Of het noodlot ons treft kunnen we niet weten. Alles hangt af van het toeval. Of we kennissen hebben die toevallig in Milaan waren. Of we toevallig op een carnavalsfeestje waren met besmette mensen. Hoe erg de symptomen zullen zijn is afhankelijk van toeval, lees ik. Het hele leven is niets dan toeval. Soms dan. Laten nou ook weer niet té fatalistisch worden.