Rossetti, “De dagdroom”, 1880, 158,7 x 92,7 cm, Victoria en Albert Museum, Londen |
Dante Gabriel Rossetti (1828-1982) schilderde vrouwen die zoals ik die die beantwoordden aan het ideaalbeeld uit mijn adolescentie. Dromerige vrouwen in weelderige draperieën, weemoedig voor zicht uit starend alsof de ware liefde hen dreigde te ontglippen. Alsof ik ze dreigde te ontglippen, wat niet mocht gebeuren. Ik werd al gefascineerd door Rossetti’s vrouwenportretten toen ik ik verder nog nauwelijks met schilderkunst bezig was en de Prerafaelieten nauwelijks enige waardering wegdroegen in de kunstwereld. Mijn nog ongevormde romantische hart herkende echter de schoonheid, die ik later nooit meer echt zou verzaken. Daar kom ik nog steeds voor uit.
Rossetti werkt aan De dagdroom, 1883, Frederick Shields |
Gedicht
Rossetti was behalve schilder ook dichter. De ene kunstvorm versterkt zoveel de andere. Hij liet het portret van Morris vergezeld gaan van een prachtig sonnet:
The thronged boughs of the shadowy sycamore
Still bear young leaflets half the summer through;
From when the robin 'gainst the unhidden blue
Perched dark, till now, deep in the leafy core,
The embowered throstle's urgent wood-notes soar
Through summer silence. Still the leaves come new;
Yet never rosy-sheathed as those which drew
Their spiral tongues from spring-buds heretofore.
Within the branching shade of Reverie. Binnen de vertakkende schaduw van de Reverie .
Dreams even may spring till autumn; yet none be. Komen dromen tot de herfst toe tot stand;
Like woman's budding day-dream spirit-fann'd. Maar geen als de droom van een vrouw vol esprit.
Lo! tow'rd deep skies, not deeper than her look, Geeneen die de lucht met haar blik zo omspant.
She dreams; till now on her forgotten book. Ze droomt: op het vergeten boek, op haar knie.
Drops the forgotten blossom from her hand. Valt vergeten de bloesem verdwaald uit haar hand.
Zo mooi!
Andermaal ben ik weer zestien. Al lang ben ik geen zestien meer.
Rossetti kon eindelijk sterven.
The thronged boughs of the shadowy sycamore
Still bear young leaflets half the summer through;
From when the robin 'gainst the unhidden blue
Perched dark, till now, deep in the leafy core,
The embowered throstle's urgent wood-notes soar
Through summer silence. Still the leaves come new;
Yet never rosy-sheathed as those which drew
Their spiral tongues from spring-buds heretofore.
Within the branching shade of Reverie. Binnen de vertakkende schaduw van de Reverie .
Dreams even may spring till autumn; yet none be. Komen dromen tot de herfst toe tot stand;
Like woman's budding day-dream spirit-fann'd. Maar geen als de droom van een vrouw vol esprit.
Lo! tow'rd deep skies, not deeper than her look, Geeneen die de lucht met haar blik zo omspant.
She dreams; till now on her forgotten book. Ze droomt: op het vergeten boek, op haar knie.
Drops the forgotten blossom from her hand. Valt vergeten de bloesem verdwaald uit haar hand.
Zo mooi!
Andermaal ben ik weer zestien. Al lang ben ik geen zestien meer.
Rossetti kon eindelijk sterven.