Labels

zondag 8 september 2019

Delleani en de eerste trein


Delleani, Veduta dell’Aja (Gezicht op Den Haag),1885.Museo Revoltella, Trieste

Ik heb een bijzondere fascinatie voor buitenlandse kunstschilders die naar Nederland kwamen. Op Wikipedia heb ik ooit tientallen lemma’s van van zulke schilders toegevoegd. Ik had het plan er een overzichtsartikel over te schrijven, wat er niet van is gekomen.

Soms kom ik er weer eentje tegen. In de boekhandel lag een catalogus van een tentoonstelling in het Drents Museum over Italiaanse schilderkunst aan het einde van de negentiende eeuw: “Spezzatura”. Ik bladerde wat en werd getroffen door een “Hollands” landschap van Lorenzo Delleani: “Gezicht op Den Haag”, uit 1885.

Lorenzo Delleani (1840-1908) werd geboren in een klein dorpje in Noord-Italië en studeerde aan de Albertina Academie in Turijn. Aanvankelijk schilderde hij vooral historiestukken, maar allengs legde hij zich toe op de landschapsschilderkunst, in een veristisch-naturalistische stijl

Geïnspireerd door een reisverslag over “Olanda” van Edmondo de Amicis, trok Delleani in 1883-1884 naar ons volgens Amicis nog onbedorven waterland. Hij raakte in de ban van de schilders van de Gouden Eeuw, die hij in openbare collecties in Den Haag en Amsterdam aanschouwde. Zijn fascinatie voor ons land en haar schilderkunst vond onder andere zijn weerslag in Gezicht op Den Haag.  In een synthetische impressie, weergegeven onder een typisch Hollandse hoge wolkenlucht, brengt Delleani het oude en nieuwe Holland bij elkaar. De nog door paarden gejaagde trekschuit op de voorgrond lijkt weemoedig te berusten in de veranderende tijd die zich aankondigt met de rookpluim van de nieuwerwetse stoomtrein aan de horizon. In een “Gezicht op Amsterdam” doet hij hetzelfde.

Vaak wordt “Il vient de loin” van Paul Gabriel genoemd als het eerste schilderij in de Nederlandse kunsthistorie waarop een trein te zien is, als exponent van de nieuwe tijd. Delleani was dus al eerder. Misschien heeft Gabriel Delleani wel bezig gezien, met schetsen dan, want de schilderijen werkte hij pas uit na zijn terugkeer, in Italië. Zijn stukken zijn hoe dan ook uniek. Voor de tentoonstelling in Assen moesten ze worden opgediept uit het depot van het Museo Revoltella in Triest. Misschien dat de Nederlandse kunstwereld maar eens moeten denken aan overkoop. Beide hier getoonde werken zouden in geen enkel museum misstaan.


Veduta dell’Amsterdam (Gezicht op Amsterdam),1885.Museo Revoltella, Trieste