Labels

vrijdag 6 september 2019

De synthese van Van der Waay


Van der Waay, “In de pauze in het, Concertgebouw”
80,9 x 61 cm, ca. 1900, privé collectie

Nicolaas van de Waay (1855-1936) was als docent verbonden aan de Amsterdamse Kunstacademie, die rond 1900 als uitermate conservatief bekendstond. Zo werd de "vormeloosheid" van Vincent van Gogh radicaal afgewezen. Hoewel de sporen van dat conservatisme ook in het werk van Van der Waay duidelijk herkenbaar zijn, wist hij zich door zijn themakeuze en kleurgebruik toch duidelijk te onderscheiden van veel andere academische schilders van zijn generatie. In de jaren 1890 raakt hij onder de indruk van de impressionistische toets van zijn vrienden Max Liebermann en Isaac Israëls. Hun impressionistische toets zou geleidelijk steeds nadrukkelijker door zijn traditionele klassiek-realistische werkwijze heen schemeren, maar gehecht aan zijn positie aan de academie durfde hij zich er lange tijd nooit geheel aan over te geven. Zijn werken blijven een zekere strengheid uitstralen, de composities zijn altijd evenwichtig, beheerst en afgewogen. Toch geeft de synthese van het impressionisme met het realisme aan zijn latere werken een charme die uniek is in de Nederlandse schilderkunst. Ik zie er ook iets Hollands in, meer misschien nog dan in het werk van Israëls.

Vandaag twee mooie voorbeelden uit zijn oeuvre, en voor de verandering maar eens niet iets met Amsterdamse burgerweesmeisjes. Hierboven een schilderij met een paar bedeesde meisjes in prachtige lichte galajurken, die hun ogen uitkijken, ogenschijnlijk voor het eerst aanwezig in een dergelijke entourage. Het schilderij doet me denken aan “La premiere soirée” van Renoir. Hieronder een schilderij van een werkstaking van de ballerina’s van het Amsterdams ballet in Carré in 1908 vanwege een repertoirediscussie. De balletscène herinnert uiteraard Degas, die volgens de website van Christie’s mogelijk rechtstreeks als voorbeeld voor Van de Waay heeft gediend. Het zijn uitzonderlijke werken in de Nederlandse schilderkunst uit een oeuve dat in onze nationale kunsthistorie best een zekere opwaardering verdient. Meer dan dat, vind ik zelf. Van der Waay heeft internationale allure.


“Een werkstaking van de ballerina’s”, 60 x 100 cm, ca. 1900, privé collectie