Labels

zaterdag 19 juli 2025

Toscaanse ontsnapping



Odoardo Borrani, “Le primizie” (Het eerste fruit), 1868, olieverf op linnen, 110x130 cm, 1866-1868, privé collectie  

Omdat er nog zoveel ontzettend mooie schilderijen zijn, nog maar eentje uit de school van de ‘Macchiaioli’: “Le primizie” (Het eerste fruit), door de Italiaanse kunstschilder Odoardo Borrani (1833-1905), geschilderd in 1866-1868, olieverf op linnen, 74x41,5 cm, zich thans bevindend in privé collectie. 

Odoardo Borrani werkte net als Silvester Lega in de jaren 1860 vaak in Piagentina, een buitengebied van Florence, om te ontsnappen aan de snelle veranderingen die daar tot hun beider ongenoegen plaatsvonden. Ook “La primizie” past in serie daar ontstane werken die ik zou kunnen typeren als ‘ontsnappingsschilderijen’: een vlucht uit de werkelijkheid, de zucht naar een ideale wereld. Als het lezen van een boek.

Op het terras van een kleine villa, verscholen in het Toscaanse platteland, legt een jonge vrouw van gegoede komaf, denkelijk de dochter van een landeigenaar, haar boek even terzijde, als een jonge boerin haar een mand perziken komt aanbieden: het eerste fruit. Ze lijkt nog niet helemaal los van het gelezene en staart nog wat afwezig naar het geschenk, alsof ze iets van ontgoocheling heeft meegenomen uit haar boek. Een feodaal tafereel, uit een tijd toen dat nog niet als verkeerd werd gezien: het verschil in sociale status is zo duidelijk als het vanzelfsprekend is, tot in de kleurstelling toe.

Op een een borstwering, van waarover uitzicht is over een kalm glooiend landschap, staan drie terracotta potten met anjers en geraniums. De pure picturale verfijning waarmee de draperieën zijn uitgevoerd, de weerspiegeling van het licht op het fluweel van de perziken, de strook van de hoofdsteun en de vacht van de hond zijn typerend voor de schilders van de ‘Macchiaioli’. Ze experimenteerden nadrukkelijk met lastige picturale oplossingen, zoals de relatie tussen structuur en kleur, bijvoorbeeld in het wit van de vrouwenjurk en de vacht van de hond: "je moest het doek tegelijkertijd vorm en kleur geven", zei Borrani daarover.

“La primizie” is opgebouwd volgens een strak ontwerp en een doordachte analyse, waarbij het thema van het hedendaagse leven wordt vermengd met voor de ‘Macchiaioli’ belangrijke waarden uit het verleden. Diverse details verwijzen naar het Toscane van de vijftiende eeuw, zoals de vazen op de muur die herinneren aan het werk van schilders als Filippo Lippi of Benozzo Gozzoli. Het werken met tegenlicht doet weer denken aan Piero della Francesca. Net als Lega leunde Borrani ondanks alle vernieuwingsdrift van de ‘Macchiaioli’ onmiskenbaar ook op de late renaissance.

Maar eigenlijk hoeven we dit allemaal niet te weten. Net als bij Lega zie ik direct de pure schoonheid. Voel ik troost, zelfgezocht, andermaal.

donderdag 17 juli 2025

Serene perfectie

 


“Il canto della Stornello” (“Een Stornello lied”) is een schilderij van de Italiaanse kunstschilder Silvestro Lega uit 1867, 158x98 cm, olieverf op linnen. Het bevindt zich in de Galerie voor Moderne Kunst van het Palazzo Pitti.

Lega beeldt met veel genegenheid drie jonge vrouwen af die op een zomermiddag met elkaar musiceren. De jongedame achter de piano is, naar wordt aangenomen, Virginia Batelli, de verloofde van Lega die in 1870 overleed aan TBC. De beide zingende meisjes zijn haar vriendinnen Maria (voor) en Isolina Cecchini. Virginia was de dochter van de Florentijnse uitgever en mecenas Spirito Batelli, bij wie Lega als geliefde van zijn dochter regelmatig verbleef. Plaats van handeling is de muziekkamer van Batelli’s landhuis te Piagentina, een plattelandsgebied net buiten de Florentijnse stadsmuren. Een groot raam biedt uitzicht op een wijds Toscaans landschap met akkers en de glooiende heuvels in de verte, als een schilderij in het schilderij. Het totaalperspectief is niettemin strikt monofocaal en convergeert op één punt, namelijk de riemgesp van de centrale figuur, hetgeen evenwicht en harmonie betoont aan de voorstelling.

Het schilderij doet denken aan de werken van Toscaanse meesters van de vroege Renaissance. In de verhalende eenvoud van het tafereel zit iets plechtigs en monumentaals, als een modern altaarstuk. Deze indruk wordt versterkt door het grote formaat, maar vooral ook door de formele perfectie en de aandacht voor detail, geaccentueerd door de ongelijkmatige verdeling van het binnenvallende licht, dat als het ware blijft hangen op verschillende details: de kostuums, de ambachtelijke meubels, het weelderige gordijn met bloemenmotief en het geometrisch getekende tapijt, alles komt optimaal tot zijn recht, in volle helderheid. Zelfs de noten op de partituur zijn te ontcijferen: eerder werd er een ‘ciaccona’ in herkend, een Toscaanse volksmelodie. Recentelijk echter is vastgesteld dat het een lied betreft van Luigi Gordigiani, een componist die bekend stond als 'de Italiaanse Schubert', vooral beroemd om zijn zogenaamde ‘Stornelli’ (liederen). Het schilderij ontleent er tegenwoordig haar naam aan.

Dat “Il canto dello Stornello” werd geschilderd nabij Florence was geen toeval. In de tweede helft van de negentiende eeuw gold Florence als een toevluchtsoord voor de ‘Macchiaioli’, een groep aan het impressionisme verwante realistische kunstschilders die het Toscaanse landschap en de beschaafde intieme huiselijke wereld van de hogere middenklasse tot voornaamste thema’s namen. Ze waren teleurgesteld in de eenwording van Italië onder de Savoyse monarchie en zetten zich af tegen de opkomende industrialisatie. Lega was één van hen. De details op de ambachtelijke details in kleding en ornamenten kunnen worden gezien als een verwijzing naar het handwerk van renaissancewerkplaatsen, een traditie die door de Lega hardnekkig werd verdedigd. 

Het schilderij straalt de kalme melancholie uit van een perfecte wereld, doordrenkt van de teleurstelling die Lega en zijn companen voelden in de de veranderingen om hen heen. Het schilderij straalt een bijna metafysische sereniteit uit die elke hoek van het tafereel doordringt, en die ook in deze dagen van verandering en nog steeds voelbaar is. In elk geval in mijn eigen teleurstellingen.

Poëtische lyriek.
Schoonheid biedt troost. Elke keer weer.

dinsdag 15 juli 2025

In het witte van de wolken

 
Roman Ribera i Cirera, “het verlaten van het bal”, ca. 1913

In het ritme van de regen, 
In het huilen van de wind,
Op de meeste stille dagen,

Door het tikken van de klok,
En het knarsen van het grint,
Als de klepel heeft geslagen,

In het witte van de wolken,
In een zon die veel verblindt,
In de treintjes die ons plagen,

In het graven door de nacht,
Door het duister zwart getint.
Waar gedachten tergend knagen,

In de onrust van ontwaken,
Als de ochtend niet verbindt,
En de plicht om te verdragen,

Tussen hoofd en overtuiging,
In de snelheid van de sprint,
In een poging te vertragen,

In de tranen en wat woorden,
In wat afstoot en ons bindt,
In de jammer van het klagen,

In het fluiten van de merel,
In de ogen van het kind,
Blijf ik horen alle vragen,

In het deurtje van de koelkast,
In de kieren van de plint,
Alsmaar vragen vragen vragen.

Blijf ik zoeken naar een weg
Die de tijd voor mij verzint
Die het antwoord blijft verdagen

zaterdag 12 juli 2025

August von Brandis


“Zomerdag”, geschilderd in het rococo tuinhuis van Hermann Poensgen te Kaldenkirchen

De Duitse impressionistische kunstschilder August von Brandis (1862-1947) stond op mijn lijstje van aan te maken artikelen op Wikipedia NL, ook omdat hij in 1912-1913 een tijdje in Nederland werkte (Edam). Bij toeval zie ik dat het lemma intussen al geschreven is. Door een Duitser, die de Nederlandse taal niet bijster machtig is. Zonder afbeeldingen ook, wat een gemis is. Dat had ik beter gekunnen.

Op Wikipedia wordt Von Brandis geplaatst in een rijtje met Liebermann, Corinth en Slevogt, van wie ik schilderijen heb beschreven. Dat niveau haalt hij denk ik niet, maar een aantal van zijn interieurs, waarin hij vaak vrouwen afbeeldde “im Rückenansicht”, raken mij wel degelijk in de kern van mijn bestaan. Alsof ik een reïncarnatie ben van iemand uit de periode van rond 1900. Of meer waarschijnlijk zal het komen door mijn voorkeur van boeken uit die tijd. En schilderijen natuurlijk. Uiteindelijk creëren we allemaal onze eigen cirkeltjes.

Op het internet zie ik dat schilderijen van Von Brandis vaak niet meer opbrengen dan een paar honderd euro. Dat is te weinig, vele malen minder dan iets van Liebermann, Corinth of Slevogt, maar het is wat het is. Wellicht dat die Duitse schrijver van het Wiki-lemma er eentje goedkoop op de kop heeft getikt en gedacht heeft dat een extra Wiki-artikel de waarde zou kunnen verhogen. Ook zo kun je een eigen cirkeltje creëren.

Maar ik ga geen Von Brandis kopen. Voor mij volstaan vandaag een paar afbeeldingen die het verdienen gezien te worden.








donderdag 10 juli 2025

Woodstock

 


Het was 1970, de tijd van Woodstock, wordt wel eens gezegd. Maar daar kwamen wij niet. Wij kwamen zelfs niet in Amsterdam. Wij bleven thuis en keken naar Willem Duis, Voor de vuist weg, met een vis in een kom. Ik was een jaar of tien. In het weekend mocht ik al wat later opblijven.

Ik herinner Melanie, die met de Edwin Hawkin Singers optrad bij Willem Duis. Lay Down, een nummer dat ze schreef na haar optreden op Woodstock. En dat ik onder de indruk was. Mooi lief meisje, mooi liedje. Maar ik vond geen weerklank bij mijn ouders. Popmuziek was voor de nozems.

Bij toeval loop ik op Youtube tegen de opname aan en ik ben weer 75 jaar terug in de tijd, als at ik een madeleine. Met verbazing kijk ik naar het publiek. Of eigenlijk vol herkenning. Mijn ouders hadden er ook kunnen zitten. Maar ik was niet zo. Ik voelde de geest van Woodstock en die voel ik eigenlijk nog steeds als ik naar de opname kijk. Een gevoel dat ik nooit meer kwijt ben geraakt.

dinsdag 8 juli 2025

Mooi verpakt

 
Alex Russel Flint, “De verjaardag “, 2019


Klein gedichtje 
               voor de zomer,
Mooi verpakt in klein geheim,

Golvend in de gloed der warmte,
Golvend weer in tijd verdwijnt,

Zoekend naar verborgen uitweg,
Zoekend naar de stille lijn,

Van rood naar oranje,
In het groen van de pijn,

Langs de weg naar de herfst,
In het groot en het klein.

Zou ik soms 
                            opnieuw een blaadje
Van jouw boompje willen zijn


zondag 6 juli 2025

Opveren

 


Het zijn onze emoties die herinneringen maken.

De Tour is weer begonnen. Dat doet iets met me. Voor de zoveelste keer in mijn leven veer ik op. Van de Poel wint de etappe en pakt meteen het geel. Ik veer op als ooit mijn vader. De dag kan niet meer stuk.

Zo’n beetje zestig jaar kijk ik al naar de Tour. Vanaf 1965, beginnende met Gimondi, heb ik lang alle Tourwinnaars kunnen opnoemen, alleen de laatste vijfentwintig jaar is dat wat moeilijker. Tot aan het schrappen van Armstrong, wat mijn vader niet meer mee heeft gekregen.

Ik keek als jochie samen met mijn vader, op de BRT. We waren voor Jan Janssen. Poulidor kende ik ook. Helden in zwart-wit, op onze eerste televisie. Daar was de televisie voor. De helden fietsten de huiskamer in. Ook bij mijn vriendjes. De wereld ging vooruit.

De fietsen zijn nog steeds niet echt veranderd. De Tour is niet veranderd. Fietsen is fietsen, in kleur of zwart-wit. Alleen mijn vader is er niet meer, al vijfentwintig jaar niet meer. Maar ik kijk nog steeds televisie, nog steeds kijk ik de Tour. 

En je kunt nu zo’n beetje de hele dag kijken, al je de tijd hebt. Ook dat is anders. Straks heb ik pensioen en zou ik de hele dag kunnen kijken. Ik zou ook de hele dag tennissen kunnen kijken, of biljarten. Ik weet niet of ik daar blij van wordt.

Ik had een cliënte waarvan de man met pensioen ging. Eerder hing ze de vlag uit als hij ging werken; dan zei haar niemand meer dat ze moest eten. En toen ging hij met pensioen. Hij hoefde niks meer. ‘Even kijken wat erop is’, zei hij dan. ‘Oh, er is veldrijden op’, hele middag veldrijden kijken.

Toch maar een boek schrijven vrees is. Of een beetje blijven werken. Bij leven en welzijn, klop ik af. Alsjeblief niet de hele dag Tour de France. Hoe groot een wielerfans ik ook ben. En ik ben niet mijn vader. Gelukkig ook maar.





zaterdag 5 juli 2025

Stoere Dany

 


En nu Dany Lademacher. Ik had ook andere helden.

Ik zag Dany met Herman Brood, wat eind jaren zeventig geweest moet zijn. In elk geval de begintijd van de Wild Romance, want ze kwamen nog in ons dorpshuis. Van net over de Belgische grens kwamen de jongens van het punkbandje De Brassers met een busje aangereden, liepen naar achter het podium en vroegen: “mogen wij in jullie voorprogramma”. Herman en Dany hadden ermee moeten lachen. Maar het mocht niet.

Dany hoorde bij de stoere jongens. In die tijd zag je nog op tegen de stoere jongens. Tegenwoordig zie ik ze in de spreekkamer. Veel hebben last van een soort statusverlies, proberen dat de compenseren met hun motor en tattoos, maar voelen dat in het leven van alledag niet meer zo werkt. Dany heeft het later ook niet makkelijk gehad, al heeft hij in de muziekwereld altijd wel een zeker status behouden. Maar niet persé de status van de stoere jongen. Eind jaren tachtig dook hij op als lid van The Radios, een bandje rond de Belgische presentator Bart Peters, met enigszins zoete muziek. Ik begreep niet goed wat hij daartussen deed. Maar misschien heeft het hem wel behoed voor een einde alla Herman.

Ik luister naar The Radios en kijk naar Dany. En naar die lieve zanger Robert Mosuse, die al vijfentwintig jaar eerder met een tumor het leven moest verlaten. Teardrops is een heel mooi liedje. Misschien wel beter als alles van de Wild Romance samen. Misschien heeft Dany wel een vergelijkbaar veranderingsproces ondergaan als ikzelf. Zonder dat we echt alles hebben verloochend.

woensdag 2 juli 2025

IJzeren Rinus

 


Begin jaren zeventig voetbalden we op het pleintje, op de lagere school hadden we voetbalveldjes. In 1972 wonnen we het regionale schoolvoetbaltournooi, op penalty’s in de finale

Iedereen was altijd iemand als we voetbalden. Ik was meestal Ruud Krol. De meesten wilden Cruijff zijn, of Van Hanegem, Neeskens. Maar ik kan me niet herinneren dat er ooit iemand Rinus Israël wilde zijn. Misschien kwam het door zijn geblokte voorkomen, misschien door de bril, misschien wel omdat hij gewoon verdediger was. Maar ik was wel Ruud Krol.

Toch kun je ook niet zeggen dat Rinus geen uitstraling had. Samen met Laseroms in het blok van de verdediging, later Rijsbergen, daar stond wel wat. IJzeren Rinus zeiden ze. En hij was geeneens Rotterdammer. 

En hij was bang voor de dood, lees ik in de krant.

Ik vind een foto samen met Van Hanegem, Rinus met nummer 3, vanop de rug, de armen in onschuld uit elkaar: Cruijffie neergeschoffeld. Hij was de gemeenste van allemaal, volgens Van Hanegem, ‘alleen liet hij het nooit merken’.

Rinus Israël heeft ons deze week verlaten. Niet mijn grootste held, maar toch voel ik sympathie. Een lijntje naar mijn jeugd. Alweer een naam die we kunnen doorstrepen.


dinsdag 1 juli 2025

Slaperig jong meisje

 
Friedrich von Amerling, “Slaperig jong meisje”, 1934

Soms, zeker als het om kunst gaat, twijfel ik een beetje aan mijn goede smaak. Mijn romantisch-sentimentele aard drijft mijn soms in een richting waar ik in de vorige eeuw niet mee gedraaid zou komen. Maar alles keert ten goede. Het internet helpt daarbij. We hoeven ons niet meer door anderen te laten vertellen wat ‘echte’ kunst is, gelukkig bepalen we dat nu zelf. Niet dat ik Von Amerling in mijn woonkamer zou hangen, maar in mijn blog mag de begrensde close-up van het slaperige meisje vandaag groot worden afgebeeld. Ik voel harmonie, kwetsbaarheid ook. Het appelleert aan aan wie ik ben. Aan wie ik was. Aan wie ik gewoon mag zijn, gelukkig. 

Twijfel aan goede smaak is eigenlijk niet meer nodig vandaag de dag.

zondag 29 juni 2025

Voorbij

 
Twee vrouwen op de pier van Clayton-on-Sea, ca. 1900

Als ik op vakantie ben maak ik foto’s. Wie foto’s maakt kijkt scherper, beweer ik weleens. Bewuster. Maar misschien is dat enkel een excuus.

Wie foto’s terugkijkt kijkt anders, ook dat. Alle kleine pijntjes, ongemakken en frustraties, boosheidjes, zijn snel vergeten. 

“Ik kan de werkelijkheid van de feiten niet laten zien, ik kan er slechts de schaduw van weergeven’’, schreef Patrick Modiano. 

De herinnering maakt weemoedig. Niet noodzakelijk beter. Niet noodzakelijk mooier. Al is het maar omdat het allemaal weer voorbij is.

vrijdag 27 juni 2025

Mitleid

 
Frédéric Valloton, “Het zieke meisje”, 1892

Stefan Zweig wekt in zijn roman “Ongeduld” het concept van medelijden uit. ‘Mitleid’ in het Duits. Zo schrijft hij het volgende:

Ik weet dat het geen zin heeft zich een genot te ontzeggen omdat het anderen ontzegd is, zichz LF een geluk te verbieden omdat iemand anders ongelukkig is. Ik weet dat elke seconde dat wij lachen en onnozele grappen maken, ergens iemand in zijn bed ligt te reutelen en sterft, en dat achter duizenden vensterbanken ellende schuilgaat en mensen hongerlijden, dat er ziekenhuizen, steengroeven en koolmijnen zijn, dat op fabrieken, in kantoren, in tuchthuizen tallozen moeten zwoegen, dag in dag uit, en dat de nood van niemand er minder op wordt als weer een aner zich zinloos kwelt. Ik weet maar al te goed: als je zou proberen je alle ellende voor te stellen die er op een en hetzelfde moment op deze aarde is, dan zou het je de slaap benemen en iedere lach in je mond smoren. Maar steeds is het toch niet het gedachte, het verbeelde lijden dat je verplettert en vermorzelt; alleen wat de ziel met meevoelende ogen daadwerkelijk heeft gezien, kan haar waarachtig tot ontzetting brengen.

Ik plak deze observatie op mijn werk als psycholoog. Al het leed in de wereld gaat mij minder aan het hart dan het leed van mijn cliënten. Zweig noemt dat “meegaan in het lijden”. Daar hoort een oprechtheid die alleen gevonden kan worden in het individuele contact. Al de rest is humbug en sentimentaliteit.

maandag 23 juni 2025

Vrijheid in zicht

 
William Brymner, “In de boomgaard”, 1892

Een leven lang volg je het nieuws vanuit het idee - kleine rimpelingen daargelaten - dat je eigen leven er niet noemenswaardig door beïnvloed wordt: dat gaat uiteindelijk gewoon door, dat sturen we zelf, lijkt zelfs in de toekomst verankerd.

Misschien is dat wel wat we met vrijheid bedoelen. Dat het ons niet of nauwelijks raakt wat er om ons heen gebeurt. Dat we de buitenwereld op afstand kunnen houden.

Een gevoel dat begint te veranderen. En dat met mijn pensioen in zicht. Net nu ik me bijna terug kan gaan trekken. Nu ik hoop dat ze me met rust zullen laten. Met de ultieme vrijheid in zicht.

Die natuurlijk nooit gaat komen.

Ik heb veel geschrapt in dit stukje.

zondag 22 juni 2025

Telefoon

 
Pleuni Touw in “De stille kracht”, 1974

“Men zag elkaar alleen op de receptie's , en verder besprak men elkaar door de telefoon. Het misbruik van de telefoon voor huiselijk gebruik doodde alle gezelligheid tussen kennissen. Men zag elkaar niet meer, men hoefde zich niet meer te kleden en het rijtuig - de wagen - te laten inspannen, want men causeerde door de telefoon, in sarong en kabaai, in nachtbraak en kabaai, en zonder zich bijna te bewegen. De telefoon was vlak bij de hand en door de achtergalerij tjingelde telkens het belletje. Men belde elkaar op om niet, alleen om het plezier te bellen. De jonge mevrouw Harteman had een intieme vriendin, die zij nooit zag en iedere dag, gedurende een half uur lang, besprak door de telefoon. Zij ging erbij zitten, zo vermoeide het haar niet. En zij lachte en schertste met een vriendin, zonder zich te hoeven kleden, en zonder zich te bewegen. Zo deed zij met andere kennissen ook: zij maakte hare visite door de telefoon. Zij bestelde zelfs haar boodschappen door de telefoon”.  

Soms wordt ik weleens gevraagd waarom ik van die oude boeken lees, terwijl en ook zoveel mooie nieuwe boeken verschijnen. Ik doe geen moeite om me te verdedigen.

Het fragment is uit “De stille kracht” van Louis Couperus, een roman uit 1900. Ik heb in recent jaren diverse boeken van Couperus gelezen, maar deze nog niet, niettegenstaande dat ik lang geleden met veel genoegen de televisieserie had bekeken. Of misschien juist daarom. Of om de sensuele verschijning van Pleuni, die niet los wilde laten. De mooie naam van Leonie van Oudijk. Wie zal het zeggen.


zaterdag 21 juni 2025

Bijzondere ervaring

 


Soms heb je een bijzondere ervaring. In het oude Verona, waar alleen de mensen leken te zijn vervangen,  zag ik Aida, in de Romeinse Arena. De de grootsheid van de enscenering en het massale luidruchtige publiek maakten een overrompelende indruk, zoals ik meende  het alleen nog te kunnen ervaren in een boek. Maar het leven bestaat echt. Niet alleen in boeken.

Ik heb niet gelezen in Verona.


          


woensdag 18 juni 2025

Tegenstrijdig

 
Harold Taylor, “Up in the Hills”, Engeland, 1931


Drie foto’s die ik om een of andere reden opgeslagen heb, in een mapje op mijn ipad. Foto’s gemaakt rond 1930. Aan de vooravond. Er hangt dreiging in de lucht en tegelijkertijd voel ik een serene rust. De meeste mensen proberen hun gevoelens met elkaar in overeenstemming te brengen, maar dat hoeft niet. Gevoelens zijn vaak net zo tegenstrijdig als ons denken. Ook al geven we dat zelden toe. 

Maar dat maakt het er nog niet beter op.


Joseph Sudek, “The Veil of the Temple”, Tsjechoslowakije, 1934

Jan Lauschmann, “Meisje  bij de fontein”, Tsjechoslowakije, 1932


maandag 16 juni 2025

Aantikken

 


Soms denk ik na over de functie van schoonheid. Het sublieme.

Altijd zoek ik het water. Ik ben in Bellagio aan het Como-meer en de schoonheid van het uitzicht is overweldigend. Ik probeer het op me in te laten werken, denken dat ik er nú ben en nu dus gelukkig hoor zijn. Soms weet je het even heel dicht aan te tikken.

Ik vraag mijn vrouw: “Zouden mensen die in plaatsen als Bellagio wonen gelukkiger zijn dan andere mensen”? Zij meent van niet. Wat zo mooi is mag niet blijven duren. Even aantikken is genoeg. Daar is vakantie voor. Een mooie om eens over na te denken vanavond.




zaterdag 14 juni 2025

Trager


N.N.

Denken
Maakt gedachten trager,
Zonder eten
Wordt iedereen mager,
Zonder vlees
Geen werk voor de slager,
Kom je niet hoger,
Val dan niet lager,
Wordt je gevangen
Maar niet door de jager,

Denken maakt
Mijn gedachten wat trager.


donderdag 12 juni 2025

Verbazing

 


In 1988 kocht en las ik Anatoli Rybakov’s “Kinderen van de Arbat”. Het greep me bij mijn strot en leidde tot meer dan een decennium meer dan regelmatig lezen over de Stalintijd. De terreur, werd het genoemd. Ik dacht dat niemand daar nog aan twijfelde. Ik viel van de ene verbazing in de andere.

Misschien werd ik wel door het onderwerp gegrepen omdat ik tien jaar eerder nog durfde geloven dat er ook goede dingen in het communisme zaten. En over Lenin kan ik altijd nog wel genuanceerd denken. Wat Stalin aangaat valt dat moeilijk. Het kwaad weegt hier te sterk.

Deze week werd een monument onthuld van Joseph Stalin, in de metro van Moskou. Een generatie is blijkbaar voldoende om alles te vergeten. Boeken zijn maar boeken. En na de boeken komen weer andere boeken. We blijven herschrijven. En nog steeds val ik van de ene verbazing in de andere!


woensdag 11 juni 2025

Eigen tijdsbeeld

 
1962, Brian tweede van rechts

Begin jaren tachtig ging ik in de zomer met een vriend, in een oude BMW, met enige regelmaat windsurfen, wat toen vrij nieuw was. We huurden een plank, op de auto, en daat gingen we, naar de grindbanen. Onderweg zette ik steevast een cassettebandje van de Beach Boys op, met jaren zestig surfmuziek. Dat gaf een goed gevoel. Het was zomer. We leefden.

Zelf had ik twee LP’s van de Beach Boys: Sunflower en Surf’s up. Tears in de Morning weerspiegelde een ander gevoel uit die tijd. Van eerder nog zelfs. Het was een soort van guilty pleasure avant la lettre, want eigenlijk gold de muziek van de Beach Boys als wat twijfelachtig. Maar de gevoelens van mijn tijdsbeelden laten zich niet verloochenen.

Brian Wilson is dood. Vandaag overleden, zijn broertjes Carl en Dennis achterna. Brian kampte met zware depressies. Doorheen alle harmonie is het bijna voelbaar. Alles gaat samen, denk ik dan maar. En alles gaat voorbij. Dat vooral.


dinsdag 10 juni 2025

Verlangen

 
Harald Slot-Møller, “Længsel”, 1913


"The sweetest thing in all my life has been the longing ... to find the place where all the beauty came from." 

~ C.S. Lewis, 'Till We Have Faces'

Ooit, tijdens mijn psychologiestudie, schreef ik, in een soort van bijrichting, een afstudeerscriptie over ‘sociobiology’, zoals dat toen nog genoemd werd. Omdat ik altijd al wilde weten wat de bron was van ons handelen en denken. Ik zoek daar nog steeds naar. Bij anderen en bij mezelf.

Soms denk ik na over de functie van schoonheid. Het sublieme, bijvoorbeeld. De schoonheid van de vrouw laat zich nog verklaren, maar het gaat breder. Het moet haast wel een soort van sublimatie zijn. Iets te maken hebben met het weten dat er meer is. Ons verlangen om verder te komen in de wereld. Verlangen naar een beter leven. Dat wat ons vooruit stuwt.

Verder kom ik voorlopig niet.


zondag 8 juni 2025

Rose

 
Philip Wilson Steer, “Narcissen”, 91,5 x 91,5 cm, 1889

Philip Wilson Steer (1860-1942) was in de jaren 1880 binnen de Britse schilderkunst een soort overgangsfiguur tussen de Prerafaelitische schilderkunst, die er op haar laatste benen liep, en de toen vernieuwende stroming van het impressionisme, welke vanuit Frankrijk kwam overwaaien. Beide zo verschillende bewegingen heb ik altijd warm in mijn hart gedragen. Wellicht daarom ook mijn warme gevoelens voor het werk van Steer.

Steer werkte in de jaren 1885-1895 veelvuldig met het model Rose Pettigrew (1872-1958?), die in die tijd samen met haar zussen Hetty en Lily ook voor tal van andere Londense kunstschilders poseerden. De Pettigrew Sisters werden ze genoemd. Rose was de jongste, wellicht de mooiste. Ze werd later ook zijn muse. De intieme portretten die Steer van Rose maakte, het gezicht verlegen verborgen, beroeren op een vermoeide avond mijn diep-romantisch hart, weemoedig als een gedicht van Rossetti:

And I should be ashamed to say:—
Poor beauty, so well worth a kiss!
But while my thought runs on like this
With wasteful whims more than enough,
I wonder what you’re thinking of.




 



zaterdag 7 juni 2025

Lijstjes

 

Ik ben van de lijstjes. In 1968 won Jan Jansen de Tour en elke dag knipte ik het algemeen klassement uit. Ik zag Jan Jansen langzaam stijgen van plaats zestien (‘Jansen kan de Tour nooit meer winnen’, bromde mijn vader) tot aan plek 1 op de laatste dag, ‘die Belzen kunnen niet fietsen’, riep hij lachend vanaf de fiets tegen een collega. Iedereen was blij.

Bij ons thuis stond altijd de radio aan. Ik hoorde de muziek, die ik - als ik de lijstjes bekijk - nog steeds hoor in mijn hoofd. Het is verbazingwekkend hoeveel liedjes tot in het kleinste detail in onze hersenen liggen opgeslagen. Ik ken nog bijna alle liedjes.

Ik ben weer in een andere tijd. Muziek overbrugt de jaren. En mijn gevoel reist mee. Een gevoel dat met mij ooit zak verdwijnen. Wat is geschiedschrijving welbeschouwd waard.

dinsdag 3 juni 2025

AI

 


Dit zou AI zijn. Over goede smaak valt te twisten. Mijn gevoel voor kunst is niet altijd intellectueel, hoe zal ik het zeggen. Kitsch kan ook mooi zijn. AI blijkbaar ook.

Op televisie schetste iemand de toekomst van AI. Er bekroop me een gevoel dat ik oud begon te worden, te oud voor een nieuwe wereld. Te traag voor na mijn pensioen.

Er bekroop me een gevoel van terugtrekken. Met mijn boeken, mijn huis, de tuin aan het water, en de zon die wel zal blijven. En met mijn soms twijfelachtige smaak voor kunst.

Misschien dat ik er toch iets mee ga kunnen…


zondag 1 juni 2025

Mooiste


Loretta Swit

Oude herinnering.

Loretta Smit is overleden. ‘Hot Lips’ dus, uit MASH, de televisieserie. Deel van mijn jeugd, hoewel niet mijn humor was. Maar vooruit. Leuke muziek. En toch ook ‘Hot Lips’, natuurlijk.

Terwijl de televisieserie nog liep werd ook de speelfilm MASH uitgezonden, uit 1970, met een andere ‘Hot Lips’: Sally Kellerman. Net als Swit uit 1937, inmiddels ook al ruim drie jaar dood.

Ik zal een jaar of vijftien zijn geweest. Met mijn vrienden discussieerde ik over wie de mooiste was. Ik koos voor Kellerman, al mijn vrienden vonden Swit.

Misschien was ik wel wat recalcitrant. Omdat mijn vrienden wel konden lachen om MASH. En misschien had ik wel wat ongelijk. Wist ik het toen al. Wie zal het zeggen. Oordeel zelf. 


Sally Kellerman

vrijdag 30 mei 2025

Verhalen zonder einde

 


Nieuw boek
               van Raymond Carver,

Dik boek 
               van weinig woorden,

Mooiste bundel aller tijden zegt de Volkskrant,

Mooie omslag ook,

Dat helpt,

Krachtige verhalen,

Verhalen zonder einde
                die het soms al kunnen doen 
                met alleen de eerste zin:

  • Bill en Arlene Miller waren een gelukkig paar.
  • We hadden ons eten op en ik zat sinds een uur aan de keukentafel, met het licht uit, en keek.
  • Mijn huwelijk was onlangs stukgelopen.
  • We zouden de avond voor we verhuisden bij Pete Petersen en Mary gaan eten.
  • Gerald Weber was door zijn woorden heen.
  • Ik had een baan en Patty niet.
  • Ik wist wel dat ik er verkeerd aan deed om mijn broer dat geld te sturen.
  • Haar naam was juffrouw Dent, en eerder die avond had ze een man onder schot gehouden.


Niet teveel achter elkaar, merk ik. Niets voor in zwaarmoedige toestand.

Je zou haast denken

 
Anders Zorn, “In de tuin van het Alhambra”, 1887

Je zou haast denken
Dat de tijd heeft stilgestaan,

Je zou haast denken
Het is hier niet zo ver vandaan,

Je zou haast denken
Er is toch niks verkeerd gegaan,

Je zou haast denken
Ik heb zo goed als niks gedaan,

Je zou haast denken
Ik heb het vast verkeerd verstaan.

maandag 26 mei 2025

Isabelle

 
Isabelle Adjani, 1979

 Foto
                                   van een oud gevoel,

Dwars 
                              door mijn leven,

Zoekend 
                            naar mijn doel,

 Ben ik nu nog 
                  de enige

Die dan weet 
                          wat ik bedoel.



zondag 25 mei 2025

Ongemak

 


Luis Martí Grass was een Spaans kunstschilderdie leefde van 1887 tot 1961. Niemand die hem nog kent geen lemma op welke Wikipedia dan ook. Ooit zag ik “Naakt op de sofa” bij kunsthandel Simonis & Buunk en was onder de indruk. Kopen was niet aan de orde, ik stelde het mijn vrouw niet eens voor. Ik zette hem op mijn mijn lijstje voor aan te maken artikelen, maar kon niks over de goede man vinden.

Toch licht ik hem er alsnog even uit. Ook al voel ik me altijd een beetje ongemakkelijk met het tonen van een naaktportret. Erotische driften kunnen veel ellende veroorzaken in een menselijk leven. Ik weet dat vanuit mijn werk. Maar het brengt ook schoonheid. Wat moet ik verder zeggen. Mooi, adembenemend bijna, maar niet meer voor in de woonkamer. Zoiets denk ik. Ongemak. En dat zegt meer over mijn schaamte dan over onze tijd.


Luis Martí Gras, “Naakt op de sofa”, 80,8, 155,8 cm, 1933, particulier bezit.

vrijdag 23 mei 2025

In diepte verdwenen


Ferdinando Scianna, “Allegorie der ijdelheid”, Sicilië, 1987

Door
een rozig-blauwe bloem,
In groen en lichte gelen,
Op het dak van houten huis,
Langs de regenpijp beneden,
Langs de nagel aan de muur,
Langs de lijn nu van het heden,
Uit een krant van vorig jaar,
In de diepte weer verdwenen.

Blijf ik meestal even stil,
Heb ik stilletjes gebeden.


dinsdag 20 mei 2025

Natassja

 
Natassja Kinski, 1979


Natassja is voor mij een beetje van de eeuwigheid. Een van mijn vroegste erotische herinneringen. Van ver voor het internet. Ik zal er niet over uitweiden. Erotiek bezoedelt, bijna per definitie. Maar Natassja is me lief gebleven. Ze past voor mij in een rijtje met Françoise Hardy, Jane Birkin, prinses Caroline. Namen die horen bij mijn adolescentie. Ze maken deel uit van mijn dromen, die onvervulbaar bleken, wat achteraf misschien ook wel goed was.

En de rest wat hier stond heb ik verwijderd. Voor vandaag is een foto voldoende.


zaterdag 17 mei 2025

Meisje voor de spiegel

 
Pablo Picasso, “Meisje voor een spiegel”, maart 1932

Er staat een meisje voor de spiegel. De wereld is mooi maar ze is niet blij. Haar spiegelbeeld is somber, grauw, accentueert al haar onvolkomenheden. Het meisje is onzeker over zichzelf, ziet alleen het negatieve. Ze ziet haar eigen schoonheid niet, de kleuren van de wereld. De kleuren van de harlekijn, die Picasso is, die haar omringt. En dat maakt somber.

Of is het een vanitas: de angst voor het ouder worden. De ijdelheid van het heden. Maar ook dat stemt somber.

Dag en nacht, las ik ook ergens. Ze reikt naar haar spiegelbeeld om haar verschillende ikken te verenigen. Tevergeefs.

Picasso portretteert in “Vrouw bij de spiegel” Marie-Thérèse Walter, zijn toenmalige, enigszins labiele maîtresse. Zijn zelf-ontwikkelde stijl van het kubisme staat hem toe haar van alle kanten te bekijken. Hij speelt ook met texturen, die grover zijn in het spiegelbeeld, met donkere lijnen die de somberheid onderstrepen. De lichte kleuren van het meisje, Walter dus, trekken de meeste aandacht, het spiegelbeeld lijkt zich te verbergen. En binnen dit alles vormt het werk toch een afgewogen geheel, een totaalcompositie, zoals al onze gezichten er in laatste instantie toch weer één zijn.