Labels

vrijdag 5 september 2025

Authentieke zelfzorg

 
Norman Parkinson, 1941

“Authentieke zelfzorg”, schrijft Joep Dohmen, “bestaat erin dat je probeert de eindredactie te voeren over je eigen levensverhaal”. Voortdurend zoeken naar wat je eigen waarden zijn en proberen om je die toe te eigenen. Begrijpen wie je bent. En dat doe je door voortdurend keuzes te maken, samen met betekenisvolle anderen, die je trouwens ook weer zelf kiest. Mensen blijven kwetsbare en afhankelijke wezens, maar hebben ook een eigen verantwoordelijkheid, vindt Dohmen. Een eigen verantwoordelijkheid voor de richting en kwaliteit van je leven, op basis van je waarden.

Dohmen heeft het over zelfverwerkelijking, in een voortdurend proces: “het doel van het leven is nooit een eindproduct, het doel is de weg zelf”.

Ik probeer een verband te leggen met het gedachtengoed van Paul van Tongeren, die benadrukt dat het een illusie is te denken dat het lot in eigen hand ligt. Belangrijke dingen dienen zich aan, gebeuren, ten goede of ten kwade. 

Ik probeer een verband te leggen met Jean-Paul Sartre, en zijn theorie over kwade trouw, dat we als mensen onontkoombaar een beeld vormen van onszelf en daar automatisch naar gaan handelen.

Je hoeft niet alles volledig te vatten. Filosofie is een spelletje. Het brent me weinig. Het brent me veel. Veel mensen denken nooit over dit soort dingen na en het leven wordt er niet anders door. Maar het houdt mijn denken fit, dat is sowieso al de moeite waard. Denken is een noodzaak voor mij. Ook als hetze niets brengt.

woensdag 3 september 2025

Kleine filosoof


Tomislav Peternek,Split, 1957

Ik ben een kleine filosoof

Een kleine filosoof ben ik

Ik ben niet dom

Ik ben niet slim

De wind waait door mijn hoofd

Ik ben nog steeds

                     een kleine filosoof

Ik ben niet klein

Ik ben niet groot

Niemand die mij ooit geloofd

Ik blijf

                 altijd

                                                       een kleine filosoof

Ik ben niet ver

Ik ben dichtbij

Het vuurtje is nog niet gedoofd

Een kleine filosoof blijf ík

Ik blijf een kleine filosoof

Ik draai in de rondte

Ik cirkel wat rond

Weer terug naar het einde

Waar ik eerder nog stond - 

                        niet stond.


maandag 1 september 2025

Marc groet de dingen

 


Marc groet ‘s-morgens de dingen,
De bloemen, de kast, het kozijn,
De schuifpui, de merels die zingen,
De tafel, het kleed, het gordijn,
Het brood met de boter, de ham en de kaas,
De zon en de wolk in de lucht,
Het plantje, het potje, de delfsblauwe vaas,
Zijn vader die bromt en die zucht,
De lepel, het kopje, zijn bordje, 
De krant op het kussen, de bank,
Zijn moeder, haar handen, het schortje,
Het broodmes dat ligt op de plank,
De poes en de voerbak, zijn oudere broer,
De gangdeur, de trap met de treden,
De drempel, het plintje, de mat op de vloer,
Een veter en ook nog een tweede,
De schoenen, de jas met de knopen,
Zijn zakdoek, de knikkers, de riem,
De sleutel, de deur die gaat open,
Het schuurtje, de nijptang, een priem,
De fiets met het zadel, de bel aan het stuur
De kleuterschool, stoelen, de tafels,
De juffrouw, de bril, de spreuk aan de muur,
De kapstok, de jas met de rafels,
Zijn vriendjes, het veldje, het dor-gele gras,
Een olm en een eik en een den,
De laarzen, de spetters, een waterplas,
Het schriftje, de inktpot, de pen,
Marc groet ‘s-middags de dingen,
Het schoolbord, het krijtje, de aanwijsstok,
Het klaslokaal, vinken die zingen,
Schoolplaten, boeken, de klok,
De sloot langs de weg, weer naar huis,
Een oudere man met een baard,
De meeuwen, de duiven, een kat met een muis,
De koeien, het kalf en het paard,
De vaart en het water, de wilg met de knot,
De auto, de bromfiets, een renner,
Het hekje, de poort, de sleutel, het slot,
De kapstok, de drempel, ik benner,
Weer moeder en vader, de brandende haard,
Het bakje met lege batterijen,
De kam met de haren, de hond en zijn staart,
De muren met twee schilderijen,
Het eten, de bloemkool, het kruimige bintje,
De afwas, de borstel, de handdoek,
De bank, de teevee, een blauw hyacintje,
Pyjamabroek, washandje, leesboek,
Marc groet ‘s-avonds de dingen,
Het laken, de dekens, het bed,
Zijn moeder, een slaapliedje zingend,
Het lampje wordt stilletjes uitgezet,

Marc gaapt,

Marc slaapt.

zaterdag 30 augustus 2025

Adagio


Georges Van Zevenberghen, “Adagio”, 150 x 120 cm, 1930, olieverf op doek, privé collectie

De Belgische kunstschilder Georges Antonie Van Zevenberghen (1877-1968) heeft al een lemma op Wikipedia. Daar hoef ik niet veel over te schrijven. Over zijn persoon valt ook weinig te vermelden. Verwante tijdgenoten als Rik Wouters zijn hem in de historie voorbijgestreefd. Ik til hem er toch even uit vanwege zijn schilderij “Adagio” uit 1930. Daar kan ik lang naar kijken en van binnen een verandering voelen, verstilling, een zoetig verdriet. Heimwee welhaast. Dat is wat kunst vermag, wat kunst hoort te doen. Troost voor de kwetsbare kanten. Een zalvende confrontatie met de verborgen pijn, waarvan je zelfs niet meer weet waar de oorzaak ligt. Kunst als therapie. Nodig om te overleven.

Ook andere werken van Van Zevenberghen tonen die verstilling. Bijgevoegd bij wijze van bonus. Alsof “Adagio” hem niet genoeg bevestigd.














donderdag 28 augustus 2025

Menselijke waardigheid


André Derain, “Meisje schilt appels”, 1938

De universele verklaring van de rechten de mens uit 1948 stelt het Kantiaanse begrip van de menselijke waardigheid centraal. Vrijwel alle landen ter wereld zetten er hun handtekening onder, in de wetenschap wat het Joodse volk tijdens de Tweede Wereldoorlog was aangedaan.

Een moraal die werd ontkoppeld van God.

Maar wat is een moraal waard die gekoppeld is aan mensen.

Hoe wrang is het om een mensenleven later te constateren dat precies het Joodse volk, althans Israël, die menselijke waardigheid willens en wetens met voeten treedt. Slachtoffers worden daders, maar daders zullen ook altijd weer slachtoffer worden.

Mij zij de wrake, sprak God.

En zo gaat het nooit eindigen.

dinsdag 26 augustus 2025

Weinig woorden

 
Mary Taylor zingt van blad met mw. Robert H. McAdoo aan de piano, beiden in een lange taffeta-jurk van Vionnet.
Edward Steichen, Vogue, februari 1935.

Edward Steichen maakte foto’s als schilderijen. Ooit zei hij: “Een goede foto is minstens duizend woorden waard, gegevens dat ze begeleid wordt door hooguit tien woorden. Laat ik dus hier maar stoppen voor vandaag. Het zijn er alweer meer dan tien…

Dank je wel Edward!

zondag 24 augustus 2025

Familiedrama

 
Ilja Repin, “Ivan Pochitonov”,  1882
Ilja Repin, “Ivan Pochitonov”,  1889


Ivan Pochitonov (1850-1923) was een Russisch kunstschilder, lid van van kunstenaarsbeweging de Perednizjviki (de Zwervers). De grote Ilja Repin schilderde meermaals zijn portret.

In 1882 leerde Ivan in Bulgarije de Zweeds-Finse studente medicijnen en feministe Mathilde Wulffert kennen, met wie hij al snel trouwde en naar Parijs trok, later Italië. In 1892 zouden ze alweer scheiden, nadat Ivan een relatie had gekregen met haar jongere zus Eugenia (Ninie). Zijn twee dochters mocht hij van Mathilde niet meer zien. 

Familiedrama ten top.


              
          Ninie Wulffert, 1913, door Ivan
Mathilda Wulffert door Ivan Kramskoj

Kort na de scheiding vestigde Ivan zich met Ninie in België, eerst in de buurt van Luik, later in de Panne en uiteindelijk te Brussel. Onderwijl bleef hij op en neer pendelen naar Rusland. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij in St. Petersburg. De schilderijen die hij in België maakte mogen worden uitgelicht, behoren tot het beste wat rond 1900 in die contreien is gemaakt, hoe vergeten zijn werk momenteel ook lijkt.

Hoe prachtig Repin hem ook portretteerde.

Maar gelukkig heb ik mijn blog nog.


Zonnige dag aan het strand van De Panne, 1895


“De kunstenaar aan het strand”, De Panne, 1895


“De kunstenaar aan het strand”, ca. 1895


“Straatje in De Panne”, 1895


Klein huisje aan een ven, nabij Luik

vrijdag 22 augustus 2025

Want zo gaat dat

 
Foto Boyd W. Elliott

Iedereen weet dat de dobbels verzwaard zijn,
Iedereen dobbelt met zijn vingers gekruist,
Iedereen weet dat de oorlog voorbij is,
Iedereen wordt door zijn vrienden verguisd,
Iedereen weet dat al alles bepaald was,
Rijken worden rijker, de rest erin geluisd,
                                    Blijft arm,
Want zo gaat dat,
       En iedereen weet dat,

Iedereen weet dat de boot vanonder lek is,
Iedereen voelt dat de kapitein het weet,
Iedereen kent dat verloren gevoel soms,
Net als toen je hond of je vader overleed,
Iedereen praat in zijn eigen vage voordeel,
Iedereen wil altijd de allergrootste reep,
                                                  Of de mooiste roos,
Want zo gaat dat,
       En iedereen weet dat,

Iedereen weet dat jij veel van me houdt,
Iedereen weet dat je het werkelijk meent,
Iedereen weet dat je trouw bent geweest,
Om een-twee nachten wordt zelden geweend,
Iedereen weet hoe discreet je steeds bent,
Maar het waren er zoveel die je wilde ontmoeten,
                                                       Vaak zonder je kleren,
Want zo gaat dat,
       En iedereen weet dat,

En iedereen weet ook hoe snel het kan gaan,
Iedereen weet dat het nu is of nooit,
Iedereen weet hoe verkeerd het kan gegaan,
Iedereen heeft nu zijn dobbels gegooid,
Vaak heeft het leven voldoende gegeven,
                                                   Soms ook eventjes niet,
Want zo gaat dat,
      En iedereen weet dat.



Leaoard Cohen, vrijelijk vertaald, vrijelijk afgerond

woensdag 20 augustus 2025

George Hoyningen-Huene’s adel


Lisa Fonssagrives in een Directoire-kleed van Vionnet, Harper’s Bazaar, 15 maart 1938

George Hoyningen-Huene (1900-1968) was modefotograaf, geboren in Sint-Petersburg in een aristocratische familie. Zijn vader was een Baltische baron, zijn moeder dochter van de Amerikaanse ambassadeur in Rusland. Na de Russische Revolutie van 1917 vluchtte George naar Londen, later vestigde hij zich in Parijs, waar hij zich definitief toelegde op de fotografie. Hij werkte veel samen met Horst P. Horst en werd beïnvloed door het werk van Cecil Beaton. Tussen 1925 en 1935 zou hij veel werken voor de Franse Vogue, na zijn emigratie naar New York in 1935 vooral voor Harper’s Bazaar. Ook zou hij veel Hollywoodsterren fotograferen. Hij overleed in Los Angeles.

George Hoyningen-Huene’s foto’s typeren zich door een klassiek-afstandelijke stijl. Zijn aristocratische herkomst en daarmee de verloren wereld van de Russische adel voortdurend voelbaar in een zekere dedain, gekoppeld aan een onderkoelde erotiek, die doet denken aan het werk van Man Ray en na hem Helmut Newton. Voor mij het summum van de fotografie uit de vorige eeuw. George mag tot de groten worden gerekend. Oordeel zelf.







maandag 18 augustus 2025

Dat het nog altijd kan


Archibald George Barnes, “Reflection”, ca. 1920

Deze dagen viel een nieuw boekje van Paul van Tongeren bij mij in de bus, over dankbaarheid, “dankbaarheid na de dood van God”. “Straks wordt je nog gelovig”, zei mijn vrouw, toen ze het op tafel zag liggen. Ze weet wel beter, maar soms liggen de dingen dichter bij elkaar dan je denkt.

Paul van Tongeren was onze denker des vaderlands. Ik lees hem graag. Zijn inzichten over zelfonderzoek helpen mij in mijn werk als therapeut. En daarmee mijn cliënten. Vaak gaat het om de vraag wat het leven de moeite waard maakt. En dat het een illusie is te denken dat het lot in eigen hand ligt. Belangrijke dingen dienen zich aan, gebeuren, ten goede of ten kwade. Het leven laat zich niet dwingen. Je weet nooit wat de dag van morgen brengt. Maar er is altijd hoop. En daar gaat het in therapie ook over: de hoop weer terugvinden. Vanuit een situatie die uitzichtloos voelt: voelen dat het nog kan. Weer kan. Soms weet je het even niet, maar het kan, nog steeds. Al is het maar af en toe. Je hoeft er niet eens zo hard aan te werken, je kunt het niet creëren, maar je moet het kunnen voelen, kunnen zien. In het hier en in het nu. En vervolgens een beetje geduldig zijn.

Uiteindelijk gaat het om betekenisgeving, vanuit een volstrekt individueel proces, maar wel samen met de ander, met je naasten. En in dat proces kun je mensen begeleiden, in een voor hen begrijpelijk vocabulaire. Dat is therapie. Misschien dat ik daarover nog eens een artikel ga schrijven.

Maar eerst ga ik wat lezen over dankbaarheid. Want therapeut ben je ook voor jezelf.

Soms kan filosofie zalvend zijn. Kan hoop helpen. Troost helen. God was er niet voor niks.

vrijdag 15 augustus 2025

Zwart-wit

 
Félix Valotton, “De witte en de zwarte”, 1913

Soms ga ik slecht denken.

Vandaag gebeurd.

Ik kom met de trein van het werk terug en zoek mijn fiets in de stalling. Een stukje verderop zie ik twee buitenlandse mannen, asielzoekers schat ik snel in, speuren tussen de fietsen, asielzoekers, soms trekken ze er eentje ietsje uit, ze kijken naar de sloten.  Als ik langskom hebben ze er een, duidelijk op slot, helemaal uitgetrokken. Als ik langs ze af fiets kijk ik er een indringend aan en die begint meteen met agressieve blik in een onbegrijpelijke blik tegen me te schreeuwen. Als ik er al iets van had willen zeggen verging me dat snel, ik trapte zelf nog wat harder door vanuit een gevoel van: dadelijk komen ze me nog achterna. Ik ben geen held.

Ik ben ook geen rechtse stemmer.

Maar soms, als het vanuit mijn reptielenbrein in mijn denkbrein begint door te sijpelen, ga ik wel slecht denken. Daar kan ik even niks aan doen. Hopelijk herpak ik me wel weer.

donderdag 14 augustus 2025

Anders gelopen

 

Carl Friedman komt na afloop van een lezing in Trier in gesprek met een oudere Duitse vrouw die vertelt dat ze als jong meisje met Hitler heeft gedweept en fanatiek lid was van de Mädelbund’. Ze was voorgelogen, concludeert ze. De rest van haar leven ging ze eronder gebukt, niet in staat nog ooit ergens geloof aan te hechten.

Friedmans reactie heeft eeuwigheidswaarde:

“Mijn moeder”, zei ik, “is inmiddels dood. Ze was ongeveer van uw leeftijd. Ook zij heeft de oorlog als meisje meegemaakt. Ze spuugde op alles waar u in geloofde, ze haatte de liederen die u zong en de vlag waarmee u zwaaide. Ik ben haar dochter en deel die afschuw. Maar het had anders kunnen lopen. Ik had evengoed het kind kunnen zijn van een Duitse moeder, een moeder die net als u met Hitler heeft gedweept en die naast u in dezelfde optocht heeft gemarcheerd. Dat ik dat kind niet ben heb ik alleen maar te danken aan het toeval. En aan het toeval kan ik geen recht van spreken ontlenen.”

woensdag 13 augustus 2025

Precies hier

 
Albert Ranney Chewitt (1877-1965), “Meisje aan de toilettafel”, 
z.j.,  Bushey Museum, Hertfordshire


                                                  Precies hier,

Tussen het maanlicht 
                       en sombere stegen,
Tussen bedriegen 
          en de pijn,
Tussen de sneeuwpop 
            en de regen,
Tussen het aanzien 
            en de schijn,
Tussen het vullen 
           en het legen,
Tussen de tunnel 
         en de trein

   Kunnen gevoelens
                            de waarheid ontstegen,
     zwakjes van binnen
                         er zomaar weer zijn.


Vrij naar Leonard Cohen

zondag 10 augustus 2025

Churchill en de vergetelheid


William Worcester Churchill, “Jonge Brieflezende vrouw”,
olieverf op linnen, 140x63,5 cm, zj, privé collectie 

William Worcester Churchill (1858-1926) was een Amerikaans kunstschilder. Hij studeerde aan de Boston Museum School en vervolmaakte zijn studies, als zoveel Amerikaanse schilders, eind jaren 1870 in Parijs onder Léon Bonnat. Terug in de Verenigde Staten, Boston, volgde hij studies onder Edmund Tarbell, die hij in Parijs had leren kennen, en maakte hij vooral naam als portretschilder. Ook maakte genrewerken, naakten en landschappen. Hij had diverse grote exposities over het hele land en werd onderscheiden tijdens de World’s Columbian Exposition in Chicago in 1893, de Pan-American Exposition in Buffalo in 1901 en de Panama-Pacific Exposition in San Francisco in 1915. Tegenwoordig haalt hij Wikipedia niet eens. Bovenstaand bijna levensgroot portret van een lezende vrouw werd in 2012 voor 14.500 dollar verkocht. Terwijl het zich best zou kunnen meten met een portret van bijvoorbeeld William Merrit Chase. Sargent en Klimt durf ik bijna niet te noemen. Ik zie de invloed van Tarbell. In zijn naakten herken ik Bonnat. Soms weet je niet waarom de een boven komt drijven en de ander niet. Aan mij de eer om hem toch nog maar eens uit te lichten. Niks mis mee toch?








woensdag 6 augustus 2025

Wisseldagen

 
George Spencer Watson, “Vrouw in hemd”, ca. 1932, 
91,5 x72 cm, Royal Academy of Arts, Linden

Op donkere dagen,
Wolken die huilen,
Ben je niet zonnig,
Maar bozig en klein,

Tot het weer licht wordt,
Niet om te schuilen,
Kom je tevoorschijn,
Wil je er zijn,

Mag je er zijn,

Zo bozig en klein.


maandag 4 augustus 2025

Zicht op geluk

 
Paul Mathey, “Felicien Rops in zijn studio”, ca. 1888,
146,5 x 156 cm, Musée d’Orsay, Parijs

De doden zijn het gelukkigst.
Zo sprak vandaag een man tegen mij.
Hij kende de bundel van Korteweg.
‘Ouderen zijn het gelukkigst’,
Zo heet een bundel van Korteweg.
Het was een oudere man die dat zei.
Zo oud als ik ben geworden,
En kunstenaar
                                                 die zei dat tegen mij,
De kunstenaar die ik nooit ben geworden.

Een leven lang hopen, 
                                voorbij,
En nog steeds was hij niet gelukkig.
Een leven lang wachten, 
                                voorbij.

Het is een lange weg geweest,
Zo sprak hij tegen mij,
En dat alles gaf mij te denken.
Ouderen verliezen
                                                     het zicht op het geluk,
Denken dat je pas gelukkig wordt 
                           later.

Zo’n ongelukkig leven wordt nooit meer gelukkig.
            Zo’n leven is maar beter 
                                                           op een goede dag voorbij.

Al is dat wel erg somber.

Ik zoek hier vooral naar het heden,
Dat zij hij tegen mij.


zaterdag 2 augustus 2025

Carl is een meisje

 


De naam was ik weleens tegengekomen, steeds heb ik gedacht dat het een man was. Ik kende niks van Carl Friedman. Nog nooit had ik iets van haar gelezen. Een paar weken geleden kocht ik haar verzameld werk in de ramsj, een prachtig bandje van Van Oorschot voor vijftien gulden. Na twee alinea’s lezen in de winkel voelde ik dat het een toon was die paste. Dat kon ik niet laten liggen voor dat geld.

In 2005 ontstond er een controverse over Friedman, die de schijn wekte Joods te zijn maar het niet was. Dat las ik op internet. Sommigen vonden het schande. Het was aan mij voorbijgegaan. Maar het blijft interessant. Max Pam noemde haar een eng mens. Hij vroeg zich in een column af of de weggevallen authenticiteit afbreuk aan haar werk. Hij schreef: “Een kunstwerk is autonoom, zoals dat zo fraai heet, maar dat neemt niet weg dat je er toch anders tegen aan gaat kijken als je weet dat de schepper de boel heeft belazerd. Je kunt wel denken dat de Emmaüsgangers een even mooi schilderij bleef, toen uitkwam dat het niet door Vermeer maar door Han van Meegeren was geschilderd, maar dat is op den duur niet vol te houden.” Dat vind ik mooi gezegd maar ik ben het er niet mee  eens. Niet alleen omdat het werk van Van Meegeren nooit de kwaliteit van Vermeer heeft gehaald, maar het werk van Friedman is van hoog literair niveau. Het leest voor mij ook niet anders nu het een vrouw blijkt te zijn. Een vergelijkbare redenatie geldt voor Hamsun, Celine…

Misschien is het wel goed dat ik altijd afstand heb gehad. De controverse ligt twintig jaar achter ons en Friedman is al vijf jaar dood. Het is aan mij voorbijgegaan, maar nu ben ik wat bijgelezen. Ik lees stukken uit haar verzameld werk en ik vind het mooi. Friedman heeft al die nare criticasters niet verdiend. Dat voel ik als ik haar werk lees. Dat zie ik als ik naar haar foto kijk. Joodse of niet, Carl Friedman is een goed mens. Ze is misschien psychologisch complex, dat zou ik weleens willen ontrafelen, maar niet eng. Mensen die Carl eng noemen zijn in wezen pestkoppen. Carl is een kwetsbaar meisje, los van het feit dat ze ook zelf weleens kon pesten. Het ligt allemaal dicht bij elkaar. Postuum heb ik met haar te doen.


                              

vrijdag 1 augustus 2025

Goede jeugd

 
Peder Mønsted, “De bloemen water geven”, 1925

Aan de mensen die spreek vraag ik bij aanvang van een therapie altijd of ze een goede jeugd en kindertijd hebben gehad. Misschien moet ik het ook eens aan mezelf vragen. Geen trauma’s, dat niet, een liefdevolle moeder, zorgzaam aan mijn bed als ik ziek was, maar ook een moeder die mij niet altijd even goed aanvoelde, en voor wie maar weinig mensen goed genoeg waren. Intelligent, maar ook rationeel, ongewoon nuchter over de dood, soms een beetje star, vast zittend in een aantal overtuigingen die hun wortels in haar verre verleden vinden. 

En zo kom ik weer in het hier en nu, zeg ik dan.

Mijn moeder lijkt in haar laatste levensfase te zitten. Dat is ze zichzelf nog meer bewust dan de mensen om haar heen. Haar horizon is nog maar uiterst beperkt. Wat ook mij beïnvloed. Ik zoek haar beeld steeds vaker in het verleden, maak mijn eigen waarheid, als iedereen, als ook mijn moeder. Ik herken mijn moeder in schilderijen, vandaag van Mønsted en Nordenberg. En dan weet ik dat die idyllische gevoelens er ook ooit hebben gezeten. Zo had het moeten zijn, maar dat weetje altijd pas achteraf. Ik weet nog steeds niet of ik kan zeggen dat ik een gelukkig kind ben geweest. 


Henrik Nordenberg, “Familie idylle”, 1887

woensdag 30 juli 2025

Medeplichtigheid

 
Alexander Artway Archive, “Parisien café “, jaren dertig

“Lezen”, zegt Marina Tsvetajeva, “is medeplichtigheid aan het creatieve proces”. Goede literatuur vereist goede lezers. Je verwerkt het gelezene tot een volstrekt individuele representatie die alleen kan bestaan in de eigen verbeelding. Voor poëzie geldt dat wellicht nog meer dan voor proza, omdat rijm, ritme, metrum, als een stuwende rivier met de opgeroepen beelden aan de haal gaan. Je hoeft een gedicht vaak niet eens geheel te begrijpen, in de zin van het bedoelde, om er in je hoofd iets groots van te maken. Wat voor de een zo een meesterwerk wordt zal dat vaak niet zijn voor de ander. De schrijver, in dit geval de dichter, heeft daar na voltooiing geen invloed op. De enige referentie is hijzelf. Als hij zelf denkt dat het goed is, is dan heeft het zijn doel bereikt. Schrijven doe je daarmee in uiterste consequentie alleen voor jezelf. Wat anderen ervan maken heb je niet in de hand.

maandag 28 juli 2025

Niet van Frans

 
Frans van Holder? “Zittend meisje peinzend voor het raam”, z.j., 70x51 cm, particulier bezit

Soms eindig je ergens anders. 

Laat ik beginnen met Frans.

Frans van Holder (1881-1919) was een Belgisch kunstschilder, geboren te Brussel. Hij werd opgeleid aan de Académie de Saint-Gilles, en in het atelier van Alfred Cluysenaar, waar hij onder invloed kwam van het impressionisme. Zeker in het begin van zijn carrière schilderde hij vooral portretten, later ook genrewerken, soms landschappen. Van Holder was lid van het kunstenaarsgemeenschap Pour l’Art, reisde naar Spanje (1905) en Italië (1906). Het einde van zijn leven bracht hij door in Zwitserland waar hier stierf aan tuberculose, slechts 38 jaar oud.

Frans van Holder lijkt een beetje vergeten. Wikipedia heeft niet eens een lemma over hem. Uit musea is hij verdwenen. Zijn werken doen lage prijzen. Toch stuitte ik op een schilderij dat alleen al een betere vermelding waard leek. “Zittend meisje voor het raam”. Dat wil zeggen: ik meende dat het van Van Holder was. Op tientallen plekken op het internet staat het gepresenteerd met zijn naam. Op de veilingsites Arcadia en Artnet staat echter vermeld dat het een werk is van Gonzalo Bilbao Martinez. Met 10 april 2010 als laatste verkoopdatum. Dat lijkt me te concreet om te wantrouwen. Maar misschien moet je wel het hele internet wantrouwen. Iedereen kopieert er maar op los. Ook ik dus, bijna! Wie weet straks nog wat waarheid is?

Als troost voor Frans, omdat hij toch echt wel een kunstenaar van niveau was, hieronder toch ook nog maar een werk dat van zijn hand lijkt (ik wordt een beetje voorzichtig).


Frans van Holder, “Melancholie”, 1907