“Jozef verdeeld het graan”, door Rembrandt, 1631 |
Als ik er beter in zat zou ik wel eens een studie willen schrijven over oneerlijkheid in de Bijbel. Jakob, die Esau zijn eerstgeborenenrecht ontfutselt en Jozef voortrok ten opzichte van zijn andere broers, God die Abels offer wel aanvaarde maar dat van Kaïn niet. Eerlijkheid is geen woord dat aan God kleeft. Misschien aan de hemelpoort, maar dan is het te laat. Mijn sympathie gaat vaak uit naar de benadeelden, ik probeer ze te begrijpen in hun reactie. Dat is mijn vak.
Ook ik heb oneerlijkheid ervaren. Kinderen worden zelden gelijk behandeld door hun ouders. Ik moest vroeger altijd braaf zijn, netjes. Kregen we bezoek of gingen we ergens op bezoek, dan moest ik braaf en netjes zijn. Ik herinner me weer de nors-boze gezichten van mijn ouders achteraf, als ik weer wat gezegd of gedaan had wat niet netjes was, niet braaf was geweest. Mijn zusje zei nooit niks bij bezoek, was altijd braaf, maar ik was altijd degene op wie gemopperd werd. En dat is eigenlijk altijd zo gebleven.