Ik heb ooit met veel interesse een biografie van Gitta Sereny gelezen over Albert Speer. Die interesse was gewekt door Harry Mulisch, “De toekomst van gisteren”. Het is lang geleden, ik weet niet meer precies wat geschreven werd, maar ik hield er een positief gevoel bij de mens Speer aan over. Dat beeld is altijd blijven hangen: ook goede en intelligente mensen kunnen zomaar in de verkeerde stroom terecht komen. De omstandigheden zijn bijna altijd sterker. Die gedachte hanteer ik ook vaak in de therapieën die ik verzorg.
Vandaag ontving ik een nieuwe biografie over Albert Speer, van Magnus Brechtken, uit 2017 wel te verstaan. Brechtken zou een nieuw licht op de persoon Speer werpen, aantonen hoe hij na de oorlog jarenlang gewerkt heeft aan een beeld van zichzelf dat niet conform de waarheid was. Dat hij vooraanstaande intellectuelen daarin meekreeg en om de tuin leidde. Waaronder Mulisch, en Sereny, en ook Joachim Fest die ik niet gelezen heb. En via de band werd ook ik in de beeldvorming meegezogen.
Wat mij vooral in de nieuwe biografie van Brechtken interesseert is dat proces van beeldvorming. Iedereen maakt zijn eigen geschiedenis. Iedereen herschrijft zijn eigen geschiedenis. Vaak zijn er ook meerdere geschiedenissen van iemands leven. Ik ben benieuwd of ik dat na het lezen van de biografie van Brechtken kan blijven zien, wat er van het beeld van de “goede” Speer blijft hangen. Bij Lenin heb ik daar nog steeds moeite mee. Mijn fascinatie voor Stalin is met dit fenomeen begonnen. Iedereen heeft uiteindelijk gelijk, Brechtken ongetwijfeld ook.
Misschien is de kunst niet zozeer om van het ene beeld naar het andere te kunnen switchen, maar om de verschillende waarheden te zien. God heeft het er maar moeilijk mee.