Landschap door Johannes Hermanus Barend Koekkoek, ca. 1890 |
De grens van’s mensen heugenis is vastgelegd op honderd jaar. Honderd jaar na zijn dood zullen zijn kinderen of kleinkinderen die zijn gezicht nog gezien hebben zich hem nog herinneren, maar daarna, ook al leeft de herinnering aan hem voort, dan is het toch alleen maar een herinnering in woorden en in gedachten omdat dat allen heengegaan zijn die zijn levende verschijning hebben gekend. Zijn graf is overwoekerd met gras, de grafsteen valt uiteen en iedereen vergeet hem, en tenslotte zal men zelfs zijn naam vergeten, want maar weinige zijn de namen die beklijven in het geheugen van een mens - en laat het zo zijn.
Dostojevski, citaat uit De Jongeling.
Ik reken even na of het wel klopt, van die honderd jaar. Toen ik op de lagere school zat en een jaar of 8 was zei een bouwvakker die er aan het werk was dat ik sprekend leek op mijn opa, de vader van mijn vader, die al in februari 1938 overleed aan een bloedvergiftiging ten gevolge van een bedrijfsongeval. Ook dat rekende ik ooit na en dat kon, daar zat toen maar dertig jaar tussen. Hoe lang lijkt dat nu geleden. Nog heel even en er is geen mens meer die mijn opa nog gekend heeft.
Ik heb zojuist een biografie van Dostojevski uit, door Alex Christina. De naam van Dostojevski beklijft nog steeds. Christoph onthult zijn leven met een levendigheid en echtheid die aanvoelt alsof je hem werkelijkheid gekend hebt. Opdat je hem nog beter wilt leren kennen. Toen ik in de twintig was las in de gebroeders Karamazov. Die ervaring maakte even alle andere boeken overbodig. Als ik meer tijd heb, pensioen heb, dan dit het eerste boek dat ik ga herlezen.