Monet, “De Thames onder de Westminster”, ca. 1871 |
Doorheen de tanden van de tijd,
Komt het en verschijnt,
Alles komt en verschijnt
In het licht.
Langs de randen van de tijd,
Duik je op en je verdwijnt,
Zoals alles verdwijnt
Uit het zicht.
Langs de wanden van de tijd,
In schotten en wanden,
Weg van water,
Verloren van het water,
Verloren in de stroom,
Langs de wanden van het water,
Langs de draden van de tijd.
Langs de randen van het water,
En het snijdende riet,
Zo ver als je ziet
Het snijdende riet,
Verder dan je ziet,
Het scherpe en snijdende riet.
Langs de draden van het water,
Laat ik alles rustig varen,
Laat ik alles stilaan los,
Slingert alles op de tast
In een slinger,
In de zwier.
Langs de lijnen van mijn handen,
Pak ik vast wat is gebleven,,
Houd ik alles stevig vast,
Langs de rand van de rivier