
Op een morgen zat-i wezenloos te staren voor z’n laatste zonsondergang. Ik kwam op z’n hok met Hoyer. Hij herkende ons niet. Hij keek maar naar die zon, een grote, koude, rode zon, die in wolken onderging.
„Hij kijkt me maar aan, wij begrijpen geen van beiden wat we van elkaar moeten.” Verder kwam-i niet.Hij is nu in een gesticht voor zenuwpatiënten. Hij is heel rustig. Hij kijkt maar naar boven, naar de lucht of tuurt naar den horizon of zit in de zon te staren tot z’n ogen pijn doen. Dat mag-i niet, maar ze kunnen niets met ’m beginnen. Aan ’t praten kunnen ze ’m niet krijgen. Z’n schilderijen doen tegenwoordig aardige prijzen.
En Koekebakkertje is een wijs en bedaard man geworden. Hij schrijft maar, ontvangt z’n schamel loon en geeft geen ergernis.
Net wakker op een druilige zondagochtend, met mijn koffie in bed, verscheen Jim van Os op televisie, die ik ken, psychiater, ideeënmaker. Hij pleitte voor positieve verbinding. Vanuit de empathie. Positieve verbinding met de ander. En deze ochtend was ik het met hem eens. Dat is ook wat ik doe in de therapiekamer. Wat mijn moeder vroeger deed als ik haar belde. En nu andersom, helaas. Zonder diagnose.
Zo smaakt mijn koffie meestal prima.
Ik heb Jim van Os ook ooit horen beweren dat veel klanten van de GGZ ook prima geholpen kunnen worden door een goed gesprek met zijn moeder. Of woorden van die strekking. Daar gaat het een beetje scheef. Ik werk als therapeut, elke dag weer. De meeste mensen die ik zie moet ik echt niet naar de moeder van Jim van Os sturen. Dan maak je een karikatuur van mijn vak. Dan ben je ergens de verbinding verloren, raak je vast in een overtuiging en daarmee los van de praktijk.
Jim van Os sprak op televisie over een psychose als een normale doch uitvergrote beleving, een ervaring die je moet proberen te begrijpen, waar je met elkaar over moet praten, vanuit verbinding. Of woorden van die strekking. Ooit hoorde ik Tom Cruise over psychotische mensen beweren dat ze ‘just in another state of mind’ waren. Dat gaat het weer een beetje scheef. Er is veel angst en lijdensdruk onder mensen met schizofrenie, zeker als je er middenin zit. Dan moet je helpen, is verbinding niet genoeg.
Jim van Os zoekt voortdurend naar nieuwe inzichten, ik denk omwille van de verwondering. Bewondering, zo je wil. Een groot psychiater willen zijn. Op het risico af dat je de verbinding verliest. Dat je teveel met je zelf bezig raakt. Hoe goed ook bedoeld.
Jim van Os las een stukje voor uit Nescio’s Titaantjes (hij zei De Uitvreter), wat hem ook wel weer een aardige jongen maakt. Gelukkig maar. Stukje over Bavink. Hij herkent er een psychose in. Ik had er dat nog niet in gezien. Ik zie iemand ‘just in another state of mind’, iemand die ik goed had kunnen helpen, met praten, zoals Nescio zichzelf hielp met schrijven, als een eenvoudig Koekebakkertje.
Iedereen ziet wat hij wil zien. Dat zeker. En niemand heeft gelijk. Dat misschien ook.
Gelukkig ben ik geen psychiater.
Een goede gedachte om een zondag te beginnen. Ik zet nog maar een kop koffie.