Ik ben geen schilder. Ik ben geen beeldhouwer. Ik ben geen schrijver. Ik ben Tarzan met pensioen.
Ik ben een wildeman over wie John van Nepomuk of zelfs God geen enkele invloed heeft.
Ik eet geen dieren, want dieren zijn als mij.
Ik ben een Samurai met als enige doel: mijn tegenstander vernietigen.”
Ze zeggen dat Miroslav Tichy nooit een vrouw heeft aangeraakt. In elk geval heeft hij zich nooit druk gemaakt om een waardering voor zijn foto’s, om een publiek, een tentoonstelling, een publicatie. Dat was de moeite niet waard, vond hij. Tichy zag de wereld als een voorstelling, een illusie. Iedereen herkent enkel wat hij wil herkennen, heeft hij wel eens gezegd. Tichy leefde in zijn eigen wereld, met eigen doelen, niet bepaald door welke conventie dan ook.
Tichy kun je niet tot een held maken. Toch herken ik veel in zijn werk, in zijn visie. Ik wordt geraakt door zijn foto’s, die me nooit vervelen. Ze zitten in een apart mapje, zoals het hoort. Opnieuw bekijk ik zijn foto’s. Ook ik heb weinig van een held, zo vrees ik. Ik zie de diepere betekenis, de pijnlijke helderheid van het zinloze, het boosaardige, maar ook de humor en de ironie. Er is veel herkenning. Ik herken het obsessieve, het gezichtspunt van de outsider, er ergens niet helemaal bij horen. Ik herken het voyeurisme, dat afleid van de dood. Ik kijk naar de foto’s en voelde eenheid in mijn leven. In de kern is weinig veranderd.