Labels

maandag 30 december 2024

Onderbuik


Niels Frederik Schotte-Jensen, ca. 1894

Nog eentje over Freud dan maar.

Freud opperde dat wanneer mensen zich anoniem verzamelen in menigten de stem van het geweten (super-ego) verzwakt raakt door de diffusie van persoonlijke verantwoordelijkheid, en dat primitieve behoeften (Id) dan gemakkelijker geuit worden. Menigten hebben de inherente neiging te degenereren tot brullende massa’s.

Ik zie een parallel met wat er op het internet gebeurt. Het internet heeft een anonieme menigte op globale schaal gecreëerd en driften zoeken er om onmiddellijke bevrediging. Porno en geweld zijn overal. Bedreigingen en haat evenzeer. “Groepen”, aldus Freud, “hebben nooit gesmacht naar waarheid”. Het Id maalt niet om feiten en bewijs. De onderbuik viert hoogtij.

zondag 29 december 2024

Vrije energie

 
Niels Frederik Schotte-Jensen, 1890

Soms lees je iets en openbaart zich het volledige leven, in twee korte alinea’s.

Karl Friston (1959) wordt algemeen beschouwd als een van de belangrijkste neurowetenschappers van onze tijd. Via Freuds principe van de constantheid kom ik bij Fristons principe van de vrije energie. Het gaat daarbij volgens Friston om een fundamentele natuurwet die stoelt in de biologische evolutieleer. Volgens Friston moeten alle levende organismen een lichaamsgrens handhaven en weerstand bieden aan entropie, die anders zou leiden tot desintegratie van de innerlijke staat. Ofwel tot de dood. Het gaat om overleven. Het is een wezenlijk principe, niet alleen om de evolutie te begrijpen, maar wellicht onze hele menselijke samenleving. En meer, groot en klein. De reikwijdte beslaat het hele leven.

Op een minder hoogdravend niveau komt het er op neer dat mensen, als alle levende wezens, voortdurend bezig zijn met energie besparen. Oftewel: we streven naar rust en stabiliteit, willen dat verwerven en behouden. We proberen onzekerheid en onverwachte gebeurtenissen in de kiem te smoren door voortdurend mentale modellen te maken die anticiperen op wat komt. En als we daar niet mee kunnen dealen eindigen we bij de psycholoog. Ik zie dat elke dag opnieuw.

vrijdag 27 december 2024

Menselijk

 
Sigmund Freud met dochter Anna, omdat het een mooie foto is.
Omdat alle vaders menselijk zijn. En ook niet vaders natuurlijk.

Ik lees een passage uit een boek van Frank Tallis over Freud, die me raakt. Een passage over de Rattenman, oftewel Ernst Lanzer (1878-1914), waarover ik al op Wikipedia schreef:

In loop van onze levens zijn er altijd momenten waarop we hopen moed te tonen, of ons kunnen onderscheiden. Maar er zullen ook momenten zijn waarop we bij wijze van spreken met Ernst in een hal zullen staan en een spiegel tussen onze benen houden. Dit is een zeer Freudiaanse visie op de mensheid, een visie die gedurende millennia in universeel in de kunst en literatuur is afgeweerd. Pas na Freud werden beelden van de menselijke absurditeit algemeen gangbaar.

Als karakter biedt Ernst een voorproefje van het absurde theater. Zijn belachelijkheid is amusant, maar toont ook een ondergrond van metafysische dwingelandij. Waar past masturberen bij het geluid van een posthorentje in Gods almachtige plan? Welk doel in de grote orde der dingen wordt gediend door een kind dat onder de rokken van gouvernantes kruipt? We kunnen Ernst gemakkelijk plaatsen op een ‘landweg met boom’ van Samuel Beckett in ‘Wachten op Godot’, een toneelstuk dat nachtmerries combineert met de gevatheid van vaudeville, van een luchtig toneelstuk. Becket, die leed aan verlammende angsten en depressiviteit, werd in de Tavistock Kliniek behandeld door psychoanalyticus Wilfred Bion. Hij was bekend met psychoanalytische literatuur. In de laatste scène van ‘Wachten op Godot’ zakt de broek van Estragon naar beneden. Pierre Latour, die Estragon speelde in de eerste productie van het toneelstuk in 1953, verzette zich daartegen. Maar Beckett was onverbiddelijk. Het was niet alleen noodzakelijk dat Estragons broek afzakte, maar hij moest echt op zijn enkels vallen. Toen ook lord Chamberlain, de oogste functionaris n de konklijke huishouding, eiste dat er geen broeken mochten vallen in de eerste Londense productie van het stuk, was Becket opnieuw op geen enkele wijze bereid daaraan gehoor te geven, hoewel hij had ingestemd met diverse andere veranderingen. Het beeld van Ernst met zijn broek op de enkels, een spiegel in de hand, heeft een kracht die verder reikt dat komedie. Het is in zekere zin wezenlijk. Een eerlijke en nederig makende herijking. Een noodzakelijk uitdaging van ouderwetse, narcistische grootsheidswanen. Zelfs als hij in een luchtspiegeling tussen Vladimir en Estragon staat, is Ernsts aanwezigheid in wezen geruststellend. Hij is absurd, maar ook heel aardig. Zo aardig dat Freud hem voor het diner uitnodigde.

Wat we achter gesloten deuren mogen doen, hoe vreemd we ook mogen lijken in de schijnwerper van de rede - met een broek rond onze enkels -, er is altijd og de mogelijkheid van acceptatie en een vriendelijk gesprek . Freud heeft plaats voor ons ingeruimd aan zijn tafel we worden nog steeds uitgenodigd - we zijn nog altijd menselijk.

Ik denk aan Stalin, die in zijn eentje crepeerde tijdens zijn laatste uren. Wie zegt dat er niets menselijks in hem zat, niks aardigs. Ik zou hem wel eens willen analyseren, mocht hij ooit terugkeren.

Ik denk aan sommige van mijn cliënten, en weet weer waarom ik terug psycholoog ben geworden. Sommigen zou ik zo uitnodigen voor het diner. We zijn nog altijd menselijk.

donderdag 26 december 2024

Hoop

 
Kerst 1957

En nog eentje voor kerst.

Koningin Elisabeth na haar kersttoespraak in 1957, de eerste die live op televisie werd uitgezonden.

Ze lijkt gelukkig. Ze is mooi, nog voor ik werd geboren. Eigenlijk herinner ik me haar alleen maar in verval. En nooit zo gelukkig als op deze foto.

The Crown is een mooie serie. Als je deze foto ziet weet je weer dat het allemaal waar is. Dat ook achter de muur van goud alleen maar gewone mensen wonen. Met al hun absurditeiten, maar ook gewoon aardig. Dat het niet altijd zo hoeft te zijn dat macht mensen verandert, corrumpeert, perverteert.

Dat geeft hoop.

woensdag 25 december 2024

Sentiment en geluk


Kim Novak, kerstmis 1958

Kim Novak, kerst 1958. Omdat ze aan mijn moeder doet denken. De laatste kerst die ik nog niet mocht meemaken. Net als al die keren daarvoor. Net als al die keren die straks nog gaan komen.

Maar zover is het nog niet.

Kim Novak leeft nog steeds. Net als mijn moeder. Ze maken de boom niet meer zelf op, maar met kerst is het goed dat ze er nog zijn. Daar is kerst voor. En om straks te gedenken als ze er niet meer zijn.

Allez. Met kerst mag het een beetje sentimenteel. Misschien is sentimentaliteit wel een wezenlijk onderdeel van geluk. Wie niet denkt aan wat geweest is, kan niet genieten van wat komt. Kan niet genieten van wat is.

Laat dat mijn kerstboodschap zijn. Voor wie dit mag lezen.

zaterdag 21 december 2024

Te lang gewacht

 

Lenin was dit jaar honderd jaar dood, wat niet meer groots werd herdacht.

Als liefhebber van Russische literatuur heb ik altijd al een keer naar Rusland willen gaan. Vanaf dat het kon, zo’n beetje al vanaf de perestrojka, heb ik het plan gehad in 2024 naar Moskou te reizen om de gebalsemde Lenin te gaan zien. Rusland en Lenin. Twee doelen in één. Het jaar is inmiddels bijna om maar ik ben niet geweest. We weten waarom. Te lang gewacht, als wel vaker.

Toch treur ik niet. Er zijn wel meer plannen de ijskast in gegaan, niet alleen in 2024. Doorgaans gebeuren er weinig grootste dingen in een doorsnee mensenleven, zoals het mijne, alle plannen ten spijt. En misschien is het ook wel beter zo. Grote plannen zijn voor jonge mensen. Op mijn leeftijd droom je kleiner, vanuit een luie stoel, met een borreltje en een boek, onder de kerstboom, dicht bij huis.

Ik laat het Moskou-plan maar varen. Lenin is al even mijn held niet meer zo. 

Als je maar lang genoeg wacht. 

donderdag 19 december 2024

Op de rand van verdwijnen

 
Andermaal Nina Leen, 1957, soms is dubbel niet erg


Op de rand van verdwijnen

Wordt verleden een leugen

Een vergeten gedachte
                       is zo goed als een leugen


 (restant van een langer gedicht)


dinsdag 17 december 2024

Drie dingen


Vilhelm Hammershøi, “Interieur, Frederiksberg Allé”, 1900

Mijn moeder leeft nog steeds, zou in beginsel nog jaren kunnen leven, maar de laatste tijd lijkt dat geen goed scenario meer. Ik weet niet goed hoe ik daarmee om moet gaan, ook al zou je denken een psycholoog je dat moest weten. Ik weet het ook niet altijd. In eigen kring moet je vooral geen psycholoog willen zijn. Ik vertaal maar een gedicht. Dat is denk ik een beetje mijn manier om met dit soort dingen om te gaan. 

Een fragment uit Mary Oliver’s “In Blackwater Woods”, in American Primitive,1983:

    <…>
    To live in this world                                  Om in deze wereld te leven
    you must be able.                                    moet je in staat zijn
    to do three things:                                    tot drie dingen:
    to love what is mortal;                              houden van wat sterfelijk is;
    to hold it                                                   het vasthouden 
    against your bones knowing                    vast tegen je knoken alsof
    your own life depends on it;                     je leven er van afhangt 
    and, when the time comes to let it go,     en, als de tijd komt om het los te laten
    to let it go.                                                los te laten.

zondag 15 december 2024

Uit het niets

 


Je kunt op veel manieren dichten.

Je kunt starten van een gedachte en thema en je arbeid beginnen, strak systematisch, gekaderd door metrum en rijm, en vervolgens net zo lang schaven tot de vorm de inhoud overstijgt. 

Je kunt ook gewoon beginnen en vanuit de diepere lagen van het bewustzijn gedachten op laten borrelen, tot verholen gevoelens en gedachten stilaan manifest worden. Natuurlijk kun je dan nog wat schaven aan metrum en rijm, al dan niet te koste van de oorsprong, maar de basis blijft associatief.

En waarschijnlijk zijn er ook nog andere manieren.

Hoe je het ook aanpakt, je start altijd vanuit een leeg blad, en wat later is er een gedicht, daar waar eerder niks was. Je creëert, wat een diep menselijk verlangen is, zoals alle gedichten, in elk geval de associatieve in wezen in wezen altijd over verlangen gaan, of over gemis. Over hoop en verlies. Altijd eindigend in het niets.

vrijdag 13 december 2024

Zeven zuiver

 
Alfred Munnings, “Meisje op bed”, 1917

Achter deuren duister zonde
Achter woorden zonder naam
Achter zuiver zeven wonde
Zie je zwak de dader staan

Achter woorden nooit gesproken

Voelt de de zonde 
                             ongewroken

Zeven zuiver 
                             woeste wonde
                             zal zo zachter
                                                                     open gaan.

woensdag 11 december 2024

Catharsis

 
Klimt, “Medizin”, 1901-1907 (vernietigd in 1945)

Ik lees een biografie van Freud, die in Wenen woonde. 

Even een overpeinzing.

Hoe merkwaardig kan het voelen om te lezen dat ons psychologenvak zich in honderddertig jaar, sinds het aller begin dus van de psychologische wetenschap, in de basis zo weinig veranderd heeft. Bevestigd te krijgen wat ik ergens altijd heb geweten. Met Freud is de interesse ooit begonnen.

Nog voor 1900 schreef Freud over hysterie, casussen, met Breuer. De basisgedachte was om symptomen te verbinden aan oude trauma’s. Als de koppeling goed werd gemaakt vond een vorm van catharsis plaats en trad verlichting op. In feite precies wat ik nog altijd doe. Ik zie het nog elke dag. Freud zag het toen niemand het nog zag, en dat verdient lof, meer dan Karel hem ooit heeft willen geven.

Natuurlijk. Ik zie ook wel hoe Freud steeds weer naar de conclusie toe redeneert, dingen erbij bedenkt, andere zaken negeert. Hij past zijn bewijsmateriaal voortdurend aan aan de theorie, maar het maakt de theorie niet persé minder waar. En het werkt, nog steeds. Dat is wat ik constateer, hoewel, toegegeven, nog steeds met weinig bewijs.

Misschien moet ik straks eens een boek gaan schrijven over Freudiaanse aspecten in EMDR en schematherapie. Ik bedoel maar. Jammer alleen dat Karel het niet meer zal lezen.

maandag 9 december 2024

Kind van de overgang

 

Ik ben, linksom of rechtsom, toch een kind van de twintigste eeuw. Een eeuw van idealen, ideologieën, grote dromen. Intussen zitten we al weer vijfentwintig jaar in de nieuwe eeuw en de ideologieën zijn vervlogen, stukgelopen tegen de ellende die het heeft gebracht. Van de idealen uit mijn adolescentie is weinig gekomen, ze zijn stukgelopen op mijn welvaart. Ik heb dit weekend de kerstboom weer gezet en leg me toe op de simpele deugden van het leven. Zoek het geluk vooral dicht bij huis, is mijn lijfspreuk geworden.

Linksom of rechtsom ben ik een kind van mijn tijd, van de overgang wellicht. Ik zoek het geluk al zo lang dicht bij huis. Veilig, verborgen in mijn boeken, zoekend naar wat schoonheid. Of het meer geluk heeft gebracht kan ik nooit weten, maar in elk geval minder ellende. De afwezigheid van ellende, misschien is dat wel waar het om draait. Niet voor niks ben ik psycholoog geworden. Kind van de overgang.

En dat voelt niet goed…

zaterdag 7 december 2024

Ruytinx, zijn oom en een vroege dood

 
Henri Privat-Livemont, “In het atelier”, portret van de schilder Ruytinx”, 1899

Een mooi schilderij van Henri Privat-Livemont (1861-1936), die ik eigenlijk alleen kende van zijn posters. Afgebeeld wordt zijn neef, de schilder Alfred Ruytinx (1871 - 1908), gezien op de rug, aan het werk in het atelier van zijn oom in de Florisstraat te Schaarbeek. De jonggestorven Ruytinx, minder dan tien jaar later zou hij overlijden, schilderde vooral stillevens en bloemencomposities. Ook Privat-Livemont had een grote voorliefde voor voorstellingen van bloemen, waarmee hij zijn werken bezaaide. Kort voor Ruytinx’s dood maakte Privat-Livemont een muurschildering op het huis van zijn jongere neef, eveneens te Schaarbeek. Het is alsof dekens dood al jaren voelde aankomen.

Muurschildering door Privat-Livemont op Ruytinx huis en atelier, 1906.
Nog steeds te zien, Voglerstraat 17, in 1991 gerestaureerd.

Ik weet niet waaraan Ruytinx gestorven is. Als schilder is hij schier vergeten. Een paar van zijn boeketjes dan maar om hem te gedenken. Meer dan een paar honderd euro brengen ze niet meer op.






donderdag 5 december 2024

Omschakeling

 


Tja, ben ik toch maar niet begonnen aan de biografie van Karel van het Reve, maar aan die van Sigmund Freud, die ik op de e-reader heb. Karel (ik mag Karel zeggen) zou zich omdraaien in zijn graf. Schreef ik enkele dagen geleden nog dat ik hem bewonderde, schakel ik door naar een van de personen die hij het meest verguisde. En toch voel ik ook een fascinatie voor Freud. Drie hoofdstukjes verder voel ik ook sympathie. Het kan blijkbaar allemaal samen, binnen mijn denkraam, en waarom ook niet. Freud moet je door een andere bril beschouwen dan die van Karel, ook al heeft Karel in de strikte zin des woords altijd gelijk. Je kunt alleen altijd gelijk hebben als je altijd door dezelfde bril kijkt, wat prijzenswaardig is, maar niet voor mij.

Karel was een man uit één stuk. Ik niet, denk ik. Maar I k weet niet of dat erg is.

dinsdag 3 december 2024

Niet voor mezelf

 
Anna Ancher, “Meisje in de keuken”, 1883-1886

Soms 
ben ik angstig, 
dat dingen fout kunnen gaan, 
dat dingen fout zullen gaan.
Soms 
luister ik naar cliënten, 
die bang zijn 
dat dingen fout kunnen gaan, 
dat dingen fout zullen gaan.
Soms 
denk ik dat het helpt 
om te luisteren naar anderen, 
die bang zijn 
dat dingen fout zullen gaan.
Soms 
denk ik dat het helemaal niet helpt, 
om te luisteren naar anderen,
Maar ik zit hier ook niet voor mezelf, 
ik zit hier ook niet voor mezelf.
Niet zo tenminste.
Zo zit ik hier niet voor mezelf.

zondag 1 december 2024

Boze Karel

 


Als iedereen zou schrijven wat hij dacht zou haast iedereen interessante dingen kunnen schrijven. De moeilijkheid is dat iemand die iets denkt, dat niet kan opschrijven, ja het haast niet denken kan. Het menselijk denken en het menselijk schrijven is voor 90 of 99% imitatief: wij denken alleen wat anderen denken, en de enkele keer dat wij iets eigens denken kunnen we dat niet opschrijven.

Uit: Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes.

Ik ben niet zo van het bewonderen, maar als ik dan toch iemand moet noemen zou het Karel van het Reve kunnen zijn. Zijn verzameld werk staat altijd binnen handbereik, met een voortdurende regelmaat lees ik weer een stukje en kom ik tot rust.

Na lang aarzelen heb ik nu toch de biografie van Willem Melching gekocht. De aarzeling zat hem in de recensies, die spraken over een politieke biografie, die vooral gaat over Karel’s denken en de ontwikkeling van zijn opvattingen. Het persoonlijke krijgt minder aandacht. Alsof je deze kunt scheiden, dacht ik steeds. En denk ik nog steeds.

Iets anders is ook weer dat in mijn zienswijze het mooie van Karel is dat je zijn denkwijze niet kunt vatten, en dus ook de ontwikkeling niet. Natuurlijk, hij werd opgevoed in een communistisch nest en later verwierp hij het communisme, maar niet om inhoudelijke redenen, maar vooral omdat hij van mening was dat niemand je ooit zou mogen zeggen wat je moet denken. Wat dat betreft is de titel dan wel weer prima gekozen. 

De aarzeling zat hem ook een beetje in de foto op de omslag. Ik zag er toch weer een oude norse communist in, die Karel zelf zo verwierp. Net als ik, niet om hun communist zijn, maar om hun mens zijn. Het is niet mijn bloedgroep, die oude communisten. Ik proef het ook een beetje aan de staccato stijl van Melching, die me al wat tegenstond toen ik het boek vorig jaar bij Broese ter hand nam. Ook vroeg ik me af of het wel goed is als een bewonderaar een biografie schrijft over de bewonderde held.

Hoe kan het zijn dat ik Karel toch zo bewonder? Want dat doe ik. Misschien moet ik gewoon maar eens beginnen met lezen. Wellicht dat ik zo van mijn vooroordelen afkom. 

vrijdag 29 november 2024

Portretten

 
Xenia, Carla, Yvonne, door Bertha Vicente, Mexico 

Portretten zeggen soms meer zeggen over een persoon dan een uur praten tijdens de intake. Ik meen iets te herkennen, zowel in de dame rechts als die in het midden. Zoeken leerde dat ik ze niet kon kennen. Ze komen uit Mexico, waar ik nooit ben geweest. En toch herken ik iets, van lang geleden denk ik. Ik voel iets wat geweest is. Dat ze ook in mij iets zullen herkennen, zoals ik hier nu zit, alleen ben ik jonger. Net zo lang geleden.

Portretten vertellen vaak veel, maar vooral ook over mij, als toeschouwer. Ver weg van de geportretteerden, over ruimte en tijd. Ik denk dat dat de bedoeling is. In elk geval voor vandaag.

woensdag 27 november 2024

Slachtoffers en identificatie


Viktor Vasnetsov, “Bogatyr”, 1898

Ik heb zojuist Timothy Snyder’s “Bloedlanden” herlezen. Een boek uit 2010 waarbij je mond soms openvalt. De planmatige massamoord op miljoenen individuen. In het laatste hoofdstuk tracht hij tot een soort van duiding te komen. Moraal wil ik het niet noemen.

Het is veel aantrekkelijker, althans tegenwoordig in het Westen, om zich te identificeren met de slachtoffers dan de historische achtergrond te begrijpen die ze gemeen hadden met de daders en passieve toeschouwers in de Bloedlanden. Identificatie met de slachtoffers betekent radicaal afstand nemen van de dader. <…> Toch is het niet duidelijk of deze identificatie met de slachtoffers veel kennis oplevert, of dat dit soort vervreemding van de slachtoffers een ethisch verantwoorde stellingname is. Het is geenszins duidelijk dat het reduceren van geschiedenis tot moraliteit leidt tot moreel betere mensen.
<…>
Niet één grote oorlog of massamoord in de twintigste eeuw is begonnen zonder agressors of daders die aanvankelijk beweerden dat ze slachtoffers waren. In de eenentwintigste eeuw zien we een tweede golf aanvalsoorlogen met slachtofferclaims, waarbij leiders niet alleen hun volkeren als slachtoffers voorstellen, maar expliciet verwijzen naar de massaslachtingen in de twintigste eeuw. De menselijke eigenschap van subjectief slachtofferschap is kennelijk onbegrensd, en mensen die geloven dat ze slachtoffers zijn kunnen worden gemotiveerd om extreem gewelddadige daden te verrichten.

Slachtofferschap mag nooit een excuus zijn om gewelddadig te worden. Toch moraal. Snyder ontleend zijn zienswijze een beetje aan Hannah Arendt, maar als je dit als historicus in 2010 schrijft weet je eind 2024 hoe waar dit moet zijn. En dat het wel nooit zal veranderen, lijkt me.

maandag 25 november 2024

Vijftig jaar

 
Nick Drake, Hampstead Heath, Londen, december 1971, door Keith Morris

Keith Morris maakte in december 1971 een serie foto’s van Nick Drake voor zijn derde album Pink Moon.  Uiteindelijk weren ze nooit gebruikt omdat ze in al hun zwaarmoedigheid een goede verkoop van het album in de weg zouden kunnen staan, zo meende Ann Sullivan, de ‘creative director’.

Morris herinnerde zich later de fotosessie: “Het was een grauwe, grijze dag. Nick werkte prima mee, maar zei weinig, maakte nauwelijks contact en vond het lastig om in de camera te kijken. Het was alsof ik binnendrong in mijn persoonlijke verdriet”, hetgeen zich weerspiegelde in de foto’s.

Rond 1980 kocht ik een box met drie Drake-albums. Toen al drong hij door in mijn persoonlijke verdriet. Vandaag ging ik met mijn jongste zoon in Utrecht naar een concert waar zijn muziek werd gespeeld. Nog steeds voel ik hetzelfde. En ik hoopte dat mijn jongste zoon groot verdriet bespaard zou blijven. Dat ook hij Drake’s muziek erg mooi vond doet daar niets aan af.

Het is vandaag 25 november 2024. Het is vandaag is het precies vijftig jaar geleden dat Nick Drake overleed aan een overdosis anti-depressiva. Het was een mooie dag vandaag.

zaterdag 23 november 2024

Rorschachtest

 
Gia Carangi, zo oud als ik, door Helmut Newton, Vogue, maart 1979

Mooie foto! 

Ik ga de foto niet uitleggen. Elke uitleg geldt enkel voor mezelf, mag ik delen of niet, zoals met alles wat ik denk.

Foto’s kunnen dienst doen als een soort van Rorschach test. Als uitgangspunt voor een boek, dat geschreven zal moeten worden. Als voedsel voor eigen fantasieën die je niet zo makkelijk deelt. Of juist wel, het maakt eigenlijk niet uit. Helmut Newton prikkelt mijn gedachten, altijd wel weer. Met leeftijd heeft het niks te maken. Er zijn meer levens dan in het hier en nu. Meer werelden, naast elkaar, donker en licht. Je moet ze wel weten te creëren. Er zelf iets van maken, ook al gebeurt er niet zoveel. Of net dan!

donderdag 21 november 2024

Terug en naar voren

 
Clarence Hudson White, “La curieuse”, 1907

Ik zie nog naar voren,
Ik zie nog altijd naar voren,
Lang geweest,
Lijkt het lang genoeg geweest,
Zo zie ik nog altijd naar voren,
Zie ik terug en naar voren.

Ik draag weinig last van een verleden op mijn rug,
Ik draag van mijn verleden weinig last hier op mijn rug,
Ik zie nog naar voren,
Ik blijf op mijn stek,,
Het is goed zoals het is,
Het zoemt door mijn oren,
Blijf maar op je plek,
Lijkt het goed zoals het is.


dinsdag 19 november 2024

Artificieel

 
Paul Paede, “Naakt in geopend venster”, 1913

Ik zie op televisie wat de nieuwe ontwikkelingen in AI zijn. Alexander Klöpping, als ik het goed schrijf, laat zien hoe hij met een bril op hem onbekende mensen die met die bril op ziet in weinig tijd kan traceren via het internet.

Ik weet niet waar het naartoe gaat. Ik vind het helemaal niks.

Ik las dat AI Shakespeariaanse gedichten kan schrijven die door deskundigen beter worden geacht dan die van Shakespeare zelf.

Wat in essentie is een gedicht? Wat heet nog artistieke schepping?

Ik weet niet waar het naartoe gaat. Ik vind het  allemaal niks. Ik wordt er een beetje verdrietig van.

Soms ben ik bang dat het te snel gaat met mijn leven. Dat het grootste deel al om is. Soms ben ik blij dat ik niet meer hoef beginnen.

zondag 17 november 2024

Laat maar

 
Robert Demachy, Molens in Holland, ca. 1900

Ik geloof niet de een hernieuwde oplaaiing van anti-semitisme. Ik spreek veel mensen. Ik voel nooit ook maar een beetje van Jodenhaat, in de eigenlijke zin des woords. Er is wel boosheid natuurlijk, om wat er in Gaza gebeurt. Er zijn ook voetbalhooligans, maar die hebben het eigenlijk alleen maar over Ajax-supporters. Er is geen Jodenhaat. Er is hooguit angst voor dat wat vreemd is, voor mensen die niet tot de eigen groep horen. Derde-vierde generatie migranten die er op een of andere manier nog steeds niet bij horen. Wij waren het niet! Maar dan hebben we het weer over iets anders.

Ik heb geen zin meer om het uit te leggen. Iedereen praat elkaar na, in gemeenplaatsen. Iedereen vindt wel iets! En Iedereen heeft altijd gelijk, dat is steeds de pest. Tot niemand meer luister, tot niemand de ander nog begrijpt. Tot ik denk: laat ook maar, en het ook niet meer begrijp. En dan is het eigenlijk al te laat.

vrijdag 15 november 2024

Nobelprijs voor de schoonheid

 
Monica Bellucco door Chico Bialas, 1997

Between the moonlight and the lane
Between the tunnel and the train
Between the victim and his stain
Once again, once again
Love calls you by your name

Omdat Leonard Cohen nooit de Nobelprijs voor literatuur heeft gekregen.

Omdat er geen Nobelprijs voor de schoonheid is, die Monica Bellucci had kunnen krijgen. En nog vele meer. Het had een verrijking kunnen zijn maar in het huidige tijdsgewricht is het wellicht wat veel gevraagd.

dinsdag 12 november 2024

Kort huwelijk

 
Stanhope Forbes, “Through The Looking Glass”, 1914,
Portret van Florence kort voor haar dood.

Alfred Munnings, huwde begin 1912 met de tien jaar jongere kunstschilderes en - vermogend - paardenmeisje Florence Carter Wood. Ze maakten beide deel uit van de Newlyn kunstenaarskolonie te Cornwall, waartoe onder andere ook Harold en Laura Knight behoorden, die het koppel een slechte match vonden. Het was in elk geval geen gelukkig huwelijk. Reeds tijdens hun huwelijksreis deed Florence een zelfmoordpoging omdat Munnings Laura Knight te nabij zou staan. Munnings kon met dit soort dingen maar moeilijk omgaan. Hij kon charmant zijn, maar ook koel en weinig empathisch. Na het huwelijk nam hij snel afstand, was hij vaak in Londen en Suffolk, waar hij vandaan kwam, en liet Florence min of meer alleen achter in Lamora, nabij Newlyn, waar ze woonden. Het zou haar niet helpen met haar depressieve gevoelens. Ze schijnt nog troost te hebben gezocht in een verhouding met een regimentsofficier, Gilbert Evans, maar toen deze voor militaire dienst vertrok naar Nigeria benam ze zich in juli 1914 het leven met cyaankali, nog geen 26 jaar oud. Het gerucht ging dat ze zwanger was van Evans.

Munnings hertrouwde in 1920 met Violet McBride, opnieuw een paardenmeisje. Over Florence, ooit liefkozend ‘Blote’ genoemd, zou hij het nooit meer hebben. Op latere leeftijd, tussen 1950 en 1952, schreef Munnings een driedelige autobiografie, waarin ze niet één keer werd genoemd. Wat weer verbaast als je de liefdevolle portretten bekijkt die hij rond 1912 van haar maakte.


Munnings, “Florence at Sunset”, 1912


Munnings, “Two women” (Florence met Laura Knight), 1912


Munnings, “The Morning Ride”, 1912

maandag 11 november 2024

Munnings in Parijs

  
Alfred Munnings, “Zittend vrouwelijk naakt, 
Julian’s atelier , Rue du Dragon”, 1902-1903
“Zittend naakt”, 1901,
Van voor zijn vertrek naar Parijs

Ik volg wel eens wat kunstbiedingen op veilingsites en zo stuitte ik op een vroege tekening van de Britse kunstschilder Sir Alfred James Munnings (1878-1959) uit 1901. Voor een paar honderd euro ging hij weg. Als ik alleen was geweest had ik hem gekocht. Vraag me niet waarom.

Alfred Munnings stond ooit op mijn lijstje voor een Wikipedia artikel, maar dat is er nooit gekomen. Hij was vooral een paardenschilder, wat mij maar weinig trekt. In 1902-1903 volgde hij lessen aan de Academie Julian te Parijs om zijn vaardigheid in het figuurtekenen verder te vervolmaken. Dat heeft wel wat opgeleverd, constateer ik. Ik struin wat op internet. Al snel stuit ik op een naaktportret gemaakt op de Academie Julian, in atelier van zijn leermeester Bouguereau. En al snel vind ik ook andere werken die gemaakt zijn in die ruimte, van Munnings en van anderen. En ook foto’s uit die periode, van vlijtige studenten met op de achtergrond de resultaten van hun noeste arbeid. En centraal op sommige van die foto’s ook het naaktmodel: je kiest niet voor niks voor het kunstenaarsleven.

En ik lees nog wat over Munnings. Hij had een hekel aan Picasso en Matisse. Het vond het geen vakmensen.  Ze hadden nooit echt leren tekenen, vond hij, en verbloemden hun onkunde achter modernistische snoeverij. Maar ook als mens had hij beide heren niet hoog: ze betaalden nooit hun rekeningen of schulden maar deden het af met in de ogen van Munnings waardeloze schetsjes, hoeveel ze nu ook waar zijn. En als je het met Picasso of Matisse niet eens was, dan werden ze lasterlijk en kwaadaardig, wist hij zich in 1946 te herinneren. En ze verzamelden alleen maar lieden om zich heen die de laster versterkten, hielenlikkers, die hen altijd naar de pijpen dansten.

Dat vond Munnings. Wat zegt dit over hemzelf? Wat zou er gebeurd zijn begin 1900 in Parijs, wat hem zoveel jaren later nog dwars zit? Dat zijn de dingen die ik zou willen weten.


“Mannelijk naakt”, 1902-1903

Julian’s atelier, 1902-1903


Bouguereau’s atelier, 1903: de schilder journalist Rob Wagner aan het werk,
in hetzelfde jaar dat Munnings er studeerde.

Bouguereau’s atelier, circa 1900

vrijdag 8 november 2024

Museumbezoek

 
Edgar Degas, “Bezoek aan het museum”, ca. 1885

Bij de verlening van het eredoctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte aan David Roëll, directeur van het Rijksmuseum, door de Amsterdamse universiteit in 1958, hield de ‘jonge doctor’ een rede over de inrichting van musea, waarin het volgende voorkwam:

‘Het voornaamste doel van een oordeelkundige opstelling is de bezoeker de verveling en vooral de vermoeidheid te besparen. Hij moet zich in het museum thuis voelen en telkens, van de ene zaal naar de andere gaande, aangenaam worden verrast. Hij moet kunnen rondlopen met een gevoel van welbehagen. Alles moet daartoe meewerken: niet alleen een logische en kunsthistorisch verantwoorde circulatie door het gebouw en een volmaakte opstelling, maar evenzeer voldoende gelegenheid tot uitrusten en een perfect systeem van verwarming, air-conditioning en verlichting.’
Ik bezit een gehavende 1e druk van Nescio’s verhalenbundel “Dichtertje, De Uitvreter, Titaantjes” uit 1918, in datzelfde jaar door Roëll aangeschaft, gezien zijn naam en datering op het exemplaar. Ik leidt af dat beide heren elkaar gekend moeten hebben. Ik constateer dat de geest van Nescio doorheen Roëll’s leven en werk altijd is rond blijven waren, gezien ook bovenstaand citaat. Ik zou daar een kleine studie aan willen wijden, na mijn pensioen. Hoewel, waarschijnlijker is dat ik met een gevoel van welbehagen wat vaker door een museum zal lopen. Maar ook dan zal ik af en toe aan Roëll denken.


Degas, “Bezoek aan hetmuseum”, 1879-1880

woensdag 6 november 2024

Slecht scenario

 
William Merritt Chase, “The Morning News”, 1887

Netanyahu heeft er belang bij een oorlog te continueren omdat hij zich na beëindiging voor de rechter moet verantwoorden. Trump begint aan zijn tweede en laatste termijn. Wie weet waar hij over vier jaar belang bij heeft om alsnog aan de macht te kunnen blijven.

Allemaal zeggen ze het land te dienen, telkens weer zien we persoonlijke belangen prevaleren.

Als psycholoog werk ik wel eens met doemdenkers. Altijd denken dat het slechtste scenario zich gaat voltrekken. Dat helpt niet, zeg ik dan, daar ga je je niet beter door voelen. Vanochtend voelde ik me toch een beetje minder. Maar de dag heeft gewoon zijn beloop weer gehad.

maandag 4 november 2024

Erinnerung an die Marie A.


Marie Rosa Amann, aan wie Brecht zijn gedicht opdroeg

     An jenem Tag im blauen Mond September       Eens op een dag in de blauwe maand september,
     Still unter einem jungen Pflaumenbaum.          Zwijgend onder een priljonge pruimenboom,
     Da hielt ich sie, die stille bleiche Liebe.            Daar hield ik haar stil, mijn lelie blanke lief,
     In meinem Arm wie einen holden Traum.         In mijn armen, als een uitgestelde droom,
     Und über uns im schönen Sommerhimmel.      En boven ons aan de zomers mooie hemel,
     War eine Wolke, die ich lange sah                    Was een wolk, die ik vluchtig wist op te nemen,
     Sie war sehr weiß und ungeheuer oben.          Ze was heel erg wit, ze was heel erg hoog,
     Und als ich aufsah, war sie nimmer da.            Maar als ik opkeek, was ze telkens weer verdwenen.

In de jaren twintig van de vorige eeuw schreef Bertolt Bracht zijn gedicht “Erinnerung an die Marie. A.” Hij verwoord zijn herinnering aan een oude jeugdliefde, welke met het verstrijken van de tijd in de vergetelheid is geraakt: het lukt na al die jaren niet meer haar gezicht terug te halen. Het roept een gevoel van weemoed op dat herkend wordt in de wolken, die zich al even vergankelijk tonen. Dat ik herken in mijzelf, bij het ouder worden. Het tekent het verdriet van het leven: beseffen dat het allemaal vervliegt, zonder te weten waarom.

Ik zou een romanticus zijn, zei iemand. Ik weet eigenlijk niet of het wel zo voelt…

Maar wel mooi!

Een jonge Brecht

zaterdag 2 november 2024

Ideetje

 
Yasumasa Morimura, (Osaka, 1951), “De kamer van Van Gogh”, 2016
Uit de serie: Zelfportretten uit de kunstgeschiedenis 

Omdat ik het gisteren terloops even over Yasumasa Morimura had.

Soms gaat het allereerst om het idee. Je moet er maar opkomen! Ik bedenk me in welke schilderijen ik mezelf zou hebben geplaatst, mocht ik op het idee zijn gekomen. Maar ik ben natuurlijk weer niet op het idee gekomen. En had ik het wel bedacht, dan had ik het waarschijnlijk nooit uitgevoerd. En had ik het uitgevoerd dan was het nog maar de vraag geweest of het aandacht had getrokken. De juiste connecties en kanalen zijn ook wat waard.

Op weg naar mijn werk passeer ik ‘s-ochtends en ‘s-avonds drie windmolen, statig geposteerd langs de snelweg. Bij verschillend en per dag veranderend licht, vanuit per seconden wisselende perspectieven, bij regen en zonneschijn. Ik stel met foto’s voor op groot formaat, mooi ingelijst, in verschillende ruimtes van het plaatselijke museum. Grote kans dat ze er nooit komen hangen. Ook niet als ik straks pensioen krijg.

Zo gaat dat. Niemand zal ze missen.




vrijdag 1 november 2024

April is bijna zomer

 
Albert Gottschalk, Deens kunstschilder (1866-1906), “Namiddag in april”, 1897

Ik wou dat het april was,
April is bijna zomer,
Het wordt nochtans november 
              en het voelt al best wel koud.

Ik wou dat het april was,
April was in de lente
Want elk seizoen dat er nog komt
             voelt herfstig 
                 en al bijna oud.