Klimt, “Medizin”, 1901-1907 (vernietigd in 1945) |
Ik lees een biografie van Freud, die in Wenen woonde.
Even een overpeinzing.
Hoe merkwaardig kan het voelen om te lezen dat ons psychologenvak zich in honderddertig jaar, sinds het aller begin dus van de psychologische wetenschap, in de basis zo weinig veranderd heeft. Bevestigd te krijgen wat ik ergens altijd heb geweten. Met Freud is de interesse ooit begonnen.
Nog voor 1900 schreef Freud over hysterie, casussen, met Breuer. De basisgedachte was om symptomen te verbinden aan oude trauma’s. Als de koppeling goed werd gemaakt vond een vorm van catharsis plaats en trad verlichting op. In feite precies wat ik nog altijd doe. Ik zie het nog elke dag. Freud zag het toen niemand het nog zag, en dat verdient lof, meer dan Karel hem ooit heeft willen geven.
Natuurlijk. Ik zie ook wel hoe Freud steeds weer naar de conclusie toe redeneert, dingen erbij bedenkt, andere zaken negeert. Hij past zijn bewijsmateriaal voortdurend aan aan de theorie, maar het maakt de theorie niet persé minder waar. En het werkt, nog steeds. Dat is wat ik constateer, hoewel, toegegeven, nog steeds met weinig bewijs.
Misschien moet ik straks eens een boek gaan schrijven over Freudiaanse aspecten in EMDR en schematherapie. Ik bedoel maar. Jammer alleen dat Karel het niet meer zal lezen.